examenvragen Flashcards

1
Q

Hoefbevangenheid

A

vocht tussen de hoornlamellen en de vlezige lamellen
- Laminitis
- Gevolg:
• Hoornschoen valt af door het verbreken van de hoornige-vliezige lamellen
• Kanteling hoefbeen in hoornschoen doordat epidermis hoorn blijft produceren over wandlederhuid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Knobbels aan dorsale zijde van de trachea

A
  • Rundertuberculose TBC dat zich gemanifesteerd heeft in het lymfoïd weefsel van de trachea
  • Het lymfoïd weefsel bevindt zich in het spatium retromucosum, dit is een ruimte tussen de punt van de trachearing dorsaal en de musculus trachealis ventraal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt het dat het paard gevoelig is voor opstipatiekoliek?

A
  • Flexura pelvina
  • Dit is de bocht in het colon ascendens dus dit moet je links benaderen. De verteerde voedselbrijmoet naar dorsaal gaan en een bocht van 180° maken. De bocht bevindt zich tussen colon ascendens ventrale sinistrum en colon ascendens dorsale sinistrum. De bocht bevindt zich ter hoogte van de bekken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek tuberculose.

A

Dit komt vooral bij het rund omdat er geen overlap is van de verschillende kraakbeenringen en de ligg. Annularia tussen deze ringen zoals bij het paard. (Het lig. Van de allereerste kraakbeenring is het lig. Crico-tracheale) Bij het rund migreren de 2 uiteinden van de ring naar boven toe waardoor er een zeer groot spatium retro mucosum ontstaat, deze ruimte is dus een van de predispositie plaatsen voor tuberculose. Bij de hond ligt de m. trachealis over de ringen waardoor er geen spatium is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is cricothyrotomie?

A

Hierbij wordt er een gat gemaakt in het cricoïd/thyroid om verstikking door verslikking te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de types sterilisatie die worden uitgevoerd bij de teef en kattin.

A

Teef: vaak ovariohistorectomie (ovarium + uterus worden weggehaald) en soms ovariëctomie (enkel ovaria worden weggehaald)
Kattin: enkel ovariëctomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de oorzaak van diarree?

A
  • Het colon is een deel van de dikke darm dat rechts in de buikholte begint en opklimt naar voor (ascendens), steekt craniaal van de arteria mesenterica cranialis de mediaanlijn over van rechts naar links (transversum), loopt dan naar caudaal richting het rectum
  • Door het slecht functioneren van het colon neemt het onvoldoende of zelfs geen water op, zodat het dier zeer vloeibare uitwerpselen creëert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is streptokokken?

A
  • De lymphonodi mandibularis is de lymfeknoop ter hoogte van de caudale rand van de mandibula, in de omgeving van de sublinguale en mandibulaire speekselklier.
  • Door verkoudheid of vermoeidheid kan de lymphonodi mandibularis ontsteken.
  • Dit kan bij alle huisdieren voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek dermatitis.

A
  • Dit is een ontsteking van de huid en komt vooral voor bij dieren met veel huidplooien.
  • De huidplooien wrijven over elkaar heen en tussen de huidplooien in zit een warme en vochtige (zweet) omgeving, waar veel bacteriën voorkomen. Deze zaken tesamen kunnen dan ontstekingen veroorzaken = dermatitis.
  • Huidplooien zijn verder wel nuttig omdat hier injecties gegeven kunnen worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek aspergilose.

A
  • Dit komt voor bij bepaalde (vooral) langsnuitige hondenrassen.
  • Het is een ontsteking van de neusholte die vaak moeilijk te behandelen is.
  • De linker en rechter neusholte worden van elkaar gescheiden door het neusseptum. In de neusholte zelf zitten de conchae nasales (neusschelpen) waarin de lucht wordt opgewarmd. Bij de Ca. zitten zeer veel windingen in de conchae.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek een liesbreuk.

A

Bij een liesbreuk wordt het buikvlies door de liesring naar buiten geduwd waardoor structuren die normaal in de buikholte zitten kunnen gaan uitpuilen (bv. De dunne darm). Dit komt voornamelijk voor bij mannelijke dieren omdat vrouwelijke dieren, met uitzondering van de teef, geen lieskanaal hebben. Bij de teef gaat het lig. Teres uteri door het lieskanaal tot in de huidplooi van de grote schaamlippen bij een liesbreuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaat hartgeruis?

A

Tussen de atria en ventrikels bevinden zich atrioventriculaire kleppen, deze verhinderen dat het bloed van de ventrikels teruggaat naar de atria. Wanneer er echter een klepdefect is ontstaat er wel tegenstroom, wat lijdt tot turbulentie: hartgeruis. De rechter klep is een bicuspidalus of mitralis klep, links bevindt zich een tricuspidalis klep. (Of het foramen ovalie heeft zich niet of niet geheel gesloten). De kleppen zijn bevestigd op een fibreuze ring, de annulus fibrosus. De chordae tendineae zorgen voor het sluiten van de kleppen en zitten vast op de m. papillares van de ventrikelwand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een leknavel?

A

Bij embryo’s wordt de urine via het urachuskanaal naar de moeder gebracht. Na de geboorte hoort dit kanaal te verdwijnen. Dit kan echter mis gaan. Het urachuskanaal liep oorspronkelijk door de navelstreng, en wanneer dit dus niet sluit na de geboorte zal de urine worden afgevoerd naar de navel, en ontstaat zo een leknavel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek melkkliertumoren.

A

Melkkliertumoren komen geregeld voor bij de teef, en komen ook voor bij de kattin (daar zijn ze iets zeldzamer). De melkklieren bevinden zich op de zogenaamde melklijst, 2 bilaterale lijnen die van oksel tot lies over de ventrale zijde van het dier lopen. Alle klierpakketjes staan met elkaar in verbinding dmv. Bloedvaten en lymfevaten. Bij melkkliertumoren zijn de ln. Axillaris en de ln. Inguinalis superficialis, wat bij het vrouwelijk individu de lnn. mammaria wordt en bij het mannelijk indivu de lnn. Scrotames, opgezet. Door je hond of kat te laten steriliseren wordt de kans op het krijgen van deze tumoren sterk verkleind, melkklieren groeien namelijk oiv. Progesteron en oestrogenen, waardoor deze hormonen ook een grote rol spelen bij het ontwikkelen van melkkliertumoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bespreek 1) het voorkomen, 2) de ligging en 3) de functie van het suburethrale divertikel.

A

1) Het is een caudale blindzak, komt voor bij koe en zeug.
2) Het bevindt zich net achter het ostium urethrae externa (opening urethra in vestibulum vaginae), aan de caudale zijde van de urethra.
3) Dit divertikel vermoeilijkt de sondage van de blaas omdat de sonde hierin vast kan komen te zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek een prolaps van de blaas.

A

• Komt enkel voor bij het paard.
• De merrie heeft een zeer korte urethra. Als de blaas ontstoken is kan bij teveel buikpersen een urineblaas prolaps ontstaat.
• Anatomische structuren:
ostium urethrae interna (opening urethra in urineblaas)
ostium urethrae externa (opening urethra in vestibulum vaginae)
deze liggen dus dicht bij elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bespreek een caecum-torsie.

A
  • Het komt enkel voor bij het rund.
  • Het caecum draait om zijn eigen lengte-as en sluit zichzelf af. Het caecum is namelijk enkel zwak gefixeert aan het ileum via de plica ileocaecalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bespreek mastitis.

A

• Dit is een ontsteking van de uier. De uier wordt in de ln. Iliacus medialis, ln. Mammarius en ln subiliacus gedraineerd, welke dan ontstoken zijn. De ln. Iliacus medialis is rectaal te controleren hierop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is er aan de hand bij diabetes?

A
  • De eilandjes van Langerhans (pancreas) maken onvoldoende insuline aan.
  • Dit kan bij alle huisdieren voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe bindt het caecum waaraan bij het paard?

A
  • De plica ileocaecalis bindt het caecum aan het ileum. Dit hecht vast aan de dorsale taenia (van de 4) van het caecum.
  • Lateraal is er een taenia dat gaat verbinden aan het colon: plica caecocolica.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is pyometra/metritis?

A
  • Enkel bij de hond, kan ook bij katten voorkomen, maar hierbij minder vaak
  • De baarmoeder is via het mesometrium opgehangen in de buikholte. Het corpus is zeer lang, de hoornen zijn zeer lang en dun en hoefijzervormig naar voren gericht.
  • Honden worden ongeveer 2 keer per jaar bronstig, tijdens deze periode is het cervixkanaal in gerelaxeerde toestand waardoor bacteriën vanuit de vagina makkelijk de uterus kunnen bereiken.
  • In de periode na de bronst) worden er hoge levels progesteron geproduceerd wat het baarmoeder-slijmvlies zodanig kan veranderen dat er ontstekingen in de uterus kunnen ontstaan
  • De ziekte kan ook ontstaan door het toedienen van oestrogeen ten gevolge van een ongewenste dekking.
  • Hierdoor ontstaat een ontsteking of een bacteriële infectie van de baarmoeder.
  • Bij honden worden daarom niet alleen de ovaria verwijderd, maar ook de uterus (ovariehysterectomie).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een maagtorsie?

A
  • Voornamelijk bij de hond maar kan ook bij andere huisdieren voorkomen.
  • Vaak bij grote rassen met een brede borstkas en buikholte
  • De maag is redelijk omvangrijk, met een U-vorm. De ligging is sterk afhankelijk van de vullingstoestand. Ze gaat over in de oesophagus via het pars cardiaca en in de dunne darm via het pyloruskanaal.
  • Als het dier net gegeten heeft, zet de maag uit en komt deze buiten de ribbenkas terecht. Wanneer de hond dan een plotse beweging maakt (zoals springen, rollen) treedt de ziekte op.
  • De oesophagus en het pyloruskanaal worden afgesloten zodat het gas wat ontstaan is bij de vertering niet kan ontsnappen. Dit leidt vaak tot de dood (altijd is dit een spoedgeval).
  • Preventie door vaker op de dag kleinere hoeveelheden te voederen en door de hond niet vlak na het eten te laten spelen of ermee gaan wandelen.
  • Mogelijke remedies : maagsonde, rechtstreeks door de maagwand prikken (holle naald), ofwel door operatie de maag ledigen en op zijn normale plaats draaien.
  • Sowieso na elke behandeling nog enkele dagen medicijnen geven die het samentrekken van de maag wat stimuleren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is cryptorchidie?

A
  • Voornamelijk bij het paard, kan ook bij de andere huisdieren.
  • Bij cryptorchidie dalen de testes niet of onvolledig in, ze blijven in een gebied gaande van het abdomen tot het lieskanaal. Hierdoor maken ze geen ofwel slechte spermatozoa aan (door de te hoge temperatuur), en de productie van testosteron wordt verhoogd.
  • Het gevolg is dat het paard overdreven hengstig en agressief is, soms zelfs gevaarlijk/kwaadaardig (‘klophengst’).
  • De achtergebleven testikel kan zich omvormen tot een kwaadaardige tumor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is cornage?

A

• verlamming van de stemband. Door verlamming kan de stemband niet meer contraheren, deze spier komt dus los te liggen en zorgt voor problemen. Het piepend geluid komt dus door turbulentie langs de losliggende spier. Bij inspanningen krijgt het paard minder zuurstof binnen en zal het uithoudingsvermogen dus dalen. Men kan dmv een operatie het zakje van Morgagni (tussen de valse en de echte stemband) aanpassen waardoor de stemband steviger vast komt te liggen. Voor deze operatie moeten we een incisie maken ter hoogte van het strottenhoofd, met vervolg moeten we het ligamentum crico-thyroïdeum doorsnijden. Dit ligament bedenkt de ventrale opening van het thyroïdeum. Deze aandoening kan 2 oorzaken hebben, ofwel is het congenitaal en dan komt het meestal links voor, want door verplaatsing van het hart gaat de linker aorta een belangrijke zenuw meetrekken en verlammen, hierdoor komt de plica vocalis los te liggen. De tweede oorzaak is door ontsteking in de keelregio (droes) en bij verettering kan de zenuw worden afgekneld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is zandkoliek?

A
  • Enkel bij het paard.
  • Het caecum is de blindzak op de overgang van het ileum naar het colon ascendens.
  • Bij het grazen neemt het paard ook zand op, wat zwaar is en in het caecum zakt. Dit veroorzaakt irritatie en krampen bij het contrageren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is obstipatiekoliek?

A
  • Enkel bij het paard.
  • De flexura pelvina is een bocht dat de colon ascendens ventrale sinistrum met de colon ascendens dorsale sinistrum verbindt. De bocht bevindt zich in de bekkenholte. De bocht maakt een bocht van 180°.
  • De voedselbrij moet dorsaalwaarts en een bocht van 180° maken. Hierdoor kan het voedsel blijven steken, met als gevolg obstipatie koliek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is gaskoliek?

A
  • Enkel bij het paard.
  • Wordt ook wel maagdilatatie genoemd en kan ook voorkomen wanneer een paard teveel lucht binnenhapt.
  • De cardiasfincter is een spier in het pars cardiaca van de maag , die dient om het voedsel niet terug in de oesophagus te laten.
  • Het gas, ontstaan bij de vertering, kan niet weg. Door de overmatige gasproductie vind een gisting van het gas plaats, dit veroorzaakt krampen = koliek.
  • Een remedie is een neus-slokdarmsonde die de cardiasfincter forceert zodat het gas weg kan.
  • De cardiasfincter weerhoudt bij het paard ook braken, wanneer de maag overvuld raakt kan deze scheuren, waardoor het voedsel in de buikholte terechtkomt en een buikvliesontsteking veroorzaakt. Dit heet fatale peritonitis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is acute maagdilatatie?

A
  • Enkel bij het paard.
  • De cardiasfincter is een spier in het pars cardiaca van de maag, die dient om het voedsel niet terug in de oesophagus te laten.
  • Door de zware cardiasfincter bij paarden wordt bij een maagverwijding braken en gas laten ontsnappen praktisch onmogelijk.
  • Dit wordt meestal gevolgd door een maagruptuur en een fatale peritonitis (buikvliesontsteking) door de uitstroom van maagbacteriën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is sinusitus? (bij alle herkauwers mogelijk)

A
  • De sinus frontalis bevindt zich in het dorsale deel van de schedel en loopt voor een deel door in de hoornen.
  • Door het onthoornen of het afbreken van de hoorn, kunnen bacteriën makkelijker binnendringen in de sinus frontalis. Hierdoor kan er een infectie ontstaan in de sinusholte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is traumatische reticulo-pericarditis?

A
  • Enkel bij het rund.
  • scherp voorwerp door netmaag gestoken, aangezien deze craniaal vlakbij het diafragma (0,5) en nog meer craniaal bij het pericard (0,5) ligt, kunnen deze structuren ook betrokken zijn bij dit trauma. Door het voorwerp en uitsijpeling van maaginhoud, zal dit leiden tot ontsteking. De lever is niet betrokken aangezien deze door het voormagencomplex naar rechts werd verplaatst. Caudaal van de netmaag vinden we de pens (het pensatrium) terug (0,5). Lateraal de ribben (0,5) en mediaal de lever (0,5).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is actinomycose?

A
  • Enkel bij het rund.
  • De torus linguae is een verhevenheid op de rugvlakte van de tong, met daarvoor nog een inkeping, de fossa linguale.
  • In de fossa linguale dringen gemakkelijk scherpe voorwerpen binnen. Hierdoor ontstaat een bacteriële infectieziekte die aanleiding geeft tot een harde, gezwollen tong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is hartruis?

A
  • De atrioventriculaire kleppen zijn een onderdeel van het hart, tussen het atrium en het ventrikel . Ze zitten vast op de annulus fibrosus. Tussen het linker atrium en het linker ventrikel vinden we de 2-kleppige mitralis-klep (bicus pedalis), en tussen het recht atrium en het rechter ventrikel een tricus pedalis (3-kleppig).
  • Door het niet goed functioneren van de kleppen sluiten ze niet meer goed af. Dit veroorzaakt een terugvloei van het bloed naar het atrium, de tegenstroom creëert dan de ‘ruis’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is een hartinfarct?

A
  • De arteria coronaria sinister ontspringt vanuit de linkersinus van de aorta, de arteria coronaria dexter ontspringt vanuit de rechtersinus. Deze zijn de eindarteriën en de enige bloedvoorziening naar het hart.
  • Door het afsluiten van deze eindarteriën wordt de bloedvoorziening niet overgenomen door de andere aders. Het weefsel kan dan afsterven door een zuurstoftekort.
  • Dit kan ook gebeuren in de hersenen en in de maag-darmorganen, deze bevatten ook eindarteries
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is het FUS syndroom?

A
  • Dit is het feline uterine syndrome.
  • Het komt voor bij katers
  • Door de scherpe bocht van de urethra kunnen nier- of blaasstenen voor problemen zorgen. Er wordt dan een opening gemaakt thv. het perineum zodat de stenen en urine hier naar buiten kunnen. Er wordt dus operatief een vulva gemaakt zodat de kater gaat plassen als een poes om de scherpe bocht te vermijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is een open gehemelte?

A
  • Kan niet bij vogels, omdat deze sowieso een open gehemelte hebben, bij alle andere huisdieren wel.
  • Het gehemelte is de scheiding tussen mond- en neusholte, ligt dorsaal in de mondholte, bestaat uit het palatum molle en een palatum durum. Ventraal ervan ligt de tong, rostraal de maxillaire tandboog en caudaal de keelholte.
  • De oorzaak is een fout tijdens de embryonale ontwikkeling waardoor de palatae niet volledig naar elkaar toe gegroeid zijn
  • Hierdoor kan er voedsel in het ademhalingsstelsel terechtkomen, dit gaat zakken en een ontsteking veroorzaken (verslikkingspseunomie)
  • Remedie door een reconstruerende operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is pylorusstenose en wat zijn de gevolgen ervan?

A
  • = hypertrofie van het pyloruskanaal
  • Vooral bij kleine huisdieren, soms aangeboren
  • Het pyloruskanaal bevindt zich in de overgang van de maag naar duodenum, in het pars pylorica van de maag.
  • Door de hypertrofie vernauwt het pyloruskanaal, zodat het voedsel nog moeilijk in de dunne darm geraakt
  • Het dier zal sterk braken
  • Diagnose is mogelijk door een radiografie-opname in combinatie met contactvloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Bespreek de ligging van de ovaria.

A

• In de lendenstreek caudaal van de nieren,
• Bij sommige species, bv. Su. & Ru. Emigreren ze tijdens de ontwikkeling naar de bekkeningang.
• Ophanging via peritoneumplooi, met volgende onderdelen:
1. proximale stuk: lig. gonadale craniale. Loopt van
dorsale lichaamswandnaarcranialepool ovarium → lig. suspensorium ovarii of mesovarium 2. distale stuk: lig. gonadale caudale = voortzettingproximale stuk.Bestaat uit een:
2.1. proximaal deel→ lig. ovariiproprium. Looptvancaudale poolovariumnaartop baarmoederhoorn daarwaar eileider uitmondt
2.2. distaal deel →lig.teresuteri. Loopt van insertie lig. ovarii proprium via canalis inguinalis totin labia majora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is tympanie?

A

• Net zoals bij het paard is er bij de herkauwers ook veel gasvorming. Het gas komt in de dorsale penszak. Wanneer het gas niet weg kan zwelt de pens op en soms verdwijnt de hongergroeve zelfs. Deze opzwelling heet bombage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat is de uterus masculinus?

A

• Dit is een eivormig overblijfsel van het vrouwelijk voorplantingsstelsel (uterus) bij het mannelijk voortplantingsstelsel. Deze ligt in de plica urogenitalis en wordt bilateraal geflankeerd door de 2 ampullae ductus deferentis.
• Het is alleen duidelijk ontwikkeld bij Eq. en Ho.
• Bij Eq. bestaande uit
− lang corpus + 2 hoornen
− klein lumen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is de fossa ovale? Bespreek ontstaan en functie.

A
  • Is gelegen in het hart, in het septum interatriale
  • Het is een embryonaal overblijfsel van het foramen ovale in het interatriaal septum.
  • Het foramen ovale is bij een embryo de opening in de twee septa die de twee atria van elkaar scheiden, na de geboorte sluit dit echter heel snel. In het septum aan de kant van het rechter atrium blijft de fossa ovale hierin als een putje achter. Als dit niet (goed) sluit, veroorzaakt het problemen in het circulatie stelsel doordat bloed uit het linker en rechter atrium in elkaar over kan stromen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat is het divertikel van Meckel? Bespreek ontstaan, functie en diersoortverschillen.

A

• Halverwege het jejunum bij vogels bevindt zich het divertikel van Meckel. We vinden het enkel terug bij de vogel
• Dit is een embyonaal overblijsel van het dooierkanaal.
° Verbinding tussen darmen en dooierblaas
° Tijdens de eerste levensdagen is dit nog gevuld met ingedroogde dooier, later wordt dit een lymfoid orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat gebeurt er bij een ovariectomie?

A
  • Lig. suspensorium ovarii worden doorgeknipt, deze lopen van de craniale pool van de ovaria naar de dorsale lendenstreek  hierdoor kan het ovarium makkelijker uit het lichaam worden gehaald, en er lopen hier ook geen bloedvaten waardoor geen bloedingen krijgt.
  • Vanaf het mesovarium en endometrium lopen belangrijke bloedvaten  hier zou je wel bloedingen krijgen bij doorsnijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Bespreek de thymus (ligging, ontstaan, functie).

A
•	Ook wel zwezerik genoemd.
•	hierin rijpen de T-lymfocyen voor het afweersysteem
°      tussen sternum en trachea
°      in voorste mediastinum
°      wordt kleiner bij ouder worden
°      thymusinvolutie 
        -  bij puberteit
        -  door: 
1. stijging van geslachtssteroïden concentratie
2. toenemen geslachtshormoonproductie
44
Q

Wat is smegma en waar komt dit voor?

A
  • Het preputium van een paard bestaat een dubbele huidplooi bij het mannelijk geslachtsstelsel
  • Mengsel van huidschilfers en urine en eventueel sperma.
  • Het is een ideale voedingsbron voor bacteriën en dus kunnen er gemakkelijk ziektes worden overgedragen aan de merrie door copulatie. (mogelijk SOA’s)
45
Q

Welke sinus ligt bij Bo bij de hoornen?

A

• Tussen de hoornen van een koe ligt de sinus frontalis, deze loopt deels door in de hoornen van de koe.
• Als men de hoornen te kort onthoornd kan deze sinus open komen te liggen en kunnen er bacteriën binnen treden
 infectie / sinusitis.

46
Q

Bespreek de luchtzakken bij de vogel.

A

De longen staan in verbinding met de 8 luchtzakken van de vogel. Ze dienen voor verlaging van het gewicht. De lucht komt eerst in de luchtzakken, dan in de longen. De luchtzakken dienen om het lichaamsgewicht te verminderen zodat vogels kunnen vliegen. Craniaal vinden we de saccus cervicalis, daarachter de saccus clavicularis die via het foramen pneumaticum in verbinding staat met de luchtzakken van de longen. Daarachter vinden we de 2 saccus thoracicus cran. en dan de 2 saccus thoracicus caudalis. Helemaal caudaal vinden we de 2 saccus abdominalis.
Alle termen op een rij:
− saccus cervicalis (halsluchtzak)
− saccus clavicularis (t.h.v. sleutelbeen)
− saccus thoracicus cranialis (in thorax, craniaal deel)
− saccus thoracicus caudalis (in thorax, caudaal deel)
− saccus abdominis (in abdomen)

47
Q

Wat is kropmelk? Bespreek de ligging, functie en diersoortverschillen.

A

Dit is een secreet dat gevormd wordt door de krop bij de vogel. Het is een zakvormige verwijding dat zich in het achterste gedeelte van de slokdarm bevindt. Het dient als voedsel voor de jongen.

48
Q

Dieren die brachiocephaal zijn (oa Engelse Bulldog) vertonen vaak ademhalingsstoornissen. Geef 2 congenitale oorzaken die hiertoe bijdragen.

A
  • door palatinum molla
  • zacht gehemelte is niet mee geregresseerd met hoofd
    zacht gehemelte is te lang voor hoofd
    1. bij inspanning gaat het vibreren –> snurken
    2. kan achter epiglottis vast geraken –> epiglottis kan luchtpijp niet meer afsluiten –> verslikkingspneumonie
49
Q

Welke structuren zorgen ervoor dat vogels een veel lichter lichaamsgewicht hebben dan ons

A
  • Holle beenderen

* Bevatten luchtzakken

50
Q

Wat is de musculus cremaster? Bespreek ontstaan, ligging en functie.

A
  • Ligt bovenop de lamina parietalis tunica vaginalis. Wordt hiervan gescheiden door de fascia spermatica interna die afkomstig is van de fascia transversa
  • Spier die deel uitmaakt van het systeem van temperatuurregeling van de zaadballen.
  • afsplitsing van de een buikspier: m. Obliquus abdominis internus, begeleiden de zaadstreng en zijn gehecht aan de testis.
  • Dwars gestreept spierweefsel.
  • Wanneer het koud is spant de m. cremaster zich aan waardoor de testis naar het lichaam toe worden getrokken. Bij warmte ontspant de m. cremaster zich
51
Q

Wat is het diastema? Bespreek ligging, functie en klinische relevantie.

A

Dit is de ruimte tussen de incisiva en de molaren. Via het diastema staat het vestibulum oris in verbinding met de eigenlijke mondholte. Men kan dit in de kliniek gebruiken voor onderzoek van het paardengebit, we trekken de tong langs hier naar buiten en trekken deze tussen de molaren zodat het paard niet zal bijten tijdens het onderzoek.

52
Q

Bespreek de ovaria van een merrie.

A

De ovaria liggen altijd caudaal van de nieren en hangen vast met een ophangband aan de wervelkolom, dit is het mesovarium. Het ovarium bestaat een cortex = schors en de medulla = merg. De cortex ( = zona parenchymatosa) is de functionele zone waar alle follikels inliggen. De eicellen worden omgeven door de follikelcellen die de stimulatie en voeding van de eicel regelen. Bij het paard zit de cortex centraal en de medulla langs de buitenzijde, in tegenstelling tot de andere klassieke huisdieren. Hierdoor is de inkeping aan de binnenkant van het ovarium bij de hilus (waar zich dus de functionele zone bevindt) de ovulatiegroeve waar de ovulatie plaats zal vinden. De eicel wordt dus vanwege de ovulatiegroeve op een zeer specifieke plaats afgegeven en makkelijk opgevangen, waardoor de bursa ovarica zeer zwak ontwikkeld is. De bursa ovarica wordt normaal gevormd door de aanwezigheid van de laterale uitstulping van het mesovarium = mesosalpinx die de bocht van het infundibulum, ampulla tubae uterinae en isthmus tubae uterine afsluit. In de medulla ( = zona vasculosa) liggen enorm veel bloedvaten voor de toevoer van voedingsstoffen zodat de follikels kunnen groeien.
Het ovarium hangt vast met een aantal ligamenten (naast he mesovarium), onder andere het ligamentum ovarii proprium die de caudale grens van het ovarium vasthecht met de baarmoederhoorn. Aan de craniale zijde ligt het ligamentum suspensorium ovarii, de ophangband van het ovarium.

53
Q

Wat is het perineum?

A

Dit is de huid tussen de anus en de uitwendige geslachtsorganen

54
Q

Beschrijf de functie, ligging van de pancreas

A

• De pancreas heeft endocriene en exocriene functie.
− Endocrien: aanmaak hormonen: insuline en glucagon.
− Exocrien: aanmaak verteringsenzymen voor eiwitten en vetten.
− Ook opname suikers + eiwitten.
• Ontstaat als een dorsale EN ventrale aanleg uit de oerdarm, CAUDAAL van de lever aanleg. Het dorsale deel van de pancreas zal de torsie van het mesogastrium/-duodenum volgen en zal dus de mediaanlijn over steken naar links. De twee delen zullen versmelten met 1 afvoergang, de ductus pancreaticus. Indien de twee delen niet versmelten blijven er ook 2 afvoerwegen bestaan, nl. voor de ventrale lob de ductus pancreaticus en voor de dorsale lob de ductus pancreaticus accesorius. De ductus pancreaticus zal samen met de ductus choledocus uitmonden in de papilla duodeni major. De ductus pancreaticus accesorius zal uitmonden in de papilla duodeni minor.
• Ligt caudaal van de lever bij het duodenum pars descendens
• Bij pancreatitis worden de pancreascellen vernietigd, dit kan bij alle HD voorkomen.

55
Q

Bespreek het ligamentum lienorenale, geef de ligging, functie en klinische relevantie.

A

bij PAARD (0,25)
• Milt-nier band (0,25)
• Zit aan de linkerzijde en verbindt het de basis van de milt met de LINKER nier. (0,25)
• Achter dit ligament kan een stuk darm (bv van de linker colon) terechtkomen, afgesnoerd raken en afsterven, dit is een mogelijke oorzaak van koliek. (0,25

56
Q

Noem 3 anatomische structuren waarmee een kater zijn territorium kan afbakenen.

A
  • gll. carpeae (0,33)
  • gll. circumorales (0,33)
  • penis (urineren/sproeien) (0,33)
57
Q

Op welke specifieke plaats zal men een hoefijzer plaatsen bij een paard? Hoe wordt deze structuur anatomisch gevormd en waarom neemt men deze anatomische locatie?

A
  • De witte lijn (0,25).
  • Wordt gevormd door de epidermis over de terminale papillen (0,25) van de wandlederhuid (0,25).
  • Men neemt deze locatie om wille van de gemakkelijke zichtbaarheid zonder kans om de dermis te raken (0,25).
58
Q

Bespreek het pecten oculi (ligging-functie-diersoortverschillen).

A
  • Enkel bij vogels (0,25)
  • Ligt in het corpus vitreum (0,25)
  • Bevat bloedvaten (0,25)
  • Scherptezicht (0,25)
59
Q

Wat is de plexus pampiniformis? Bespreek tevens de functie.

A
  • Is een veneuze plexus (0,25) die in de zaadstreng (0,25) rond de arteria testicularis ligt (0,25).
  • Thermoregulatie, nl. afkoelen van arterieel bloed naar testikel voor optimale spermatogenese (0,25 punt)
60
Q

Waar bevinden zich de chordae tendineae? Wat is hun functie?

A

In het hart (0,25).
Verbinden de atrioventriculaire kleppen (0,25) met de musculi papillares (0,25).
Zijn van belang bij het openen van de AV kleppen door contractie van de mm. papillares (0,25).

61
Q

Verklaar waarom de glandula parotis klinisch zo belangrijk is ivm haar ligging.

A

Ligt onder de oorbasis (speekselklier) (0,25) waar verschillende belangrijke leidingen lopen (bloedvaten en zenuwen) (0,5) die bij een ontsteking van de parotis ook kunnen beschadigd geraken. (0,25)
Het ligt dus aan de oorbasis en loopt volledig door achter de onderkaakwelving. De afvoergang mondt uit thv de kiezen in de bovenkaak.

62
Q

Bespreek de ligging, functie en klinische relevantie van het foramen epiploicum.

A

1) dit is een gat dat wordt afgelijnd:
a. dorsaal door de vena cava caudalis (0,15)
b. ventraal door de vena portae (0,15)
c. craniaal door de processus caudatus van de lever (0,15)
d. caudaal door het pars cranialis duodeni (0,15)
2) toegang tot de bursa omentalis(0,2)
3) darmslingeringen kunnen hierin terecht komen, afgesnoerd raken en afsterven. Bij paarden is dit een mogelijke oorzaak van koliek.

63
Q

Wat is de ductus thoracicus? Bespreek tevens ligging en functie.

A

Groot lymfevat (verwijding)(0,25) dorsaal in thorax (0,25) craniaal van cysterna chyli (0,25). Verzamelt alle lymfe uit achterste 3de van het lichaam (0,25).

64
Q

Bespreek de sinus lactiferus bij het rund

A

thv van de uier, als de melkcysterne (0,25) (indien enkel uier ook al 0,25 punt)
2) deze wordt opgebouwd uit de uier- (0,25) en tepelcysterne (0,25) dat op zijn beurt uitmondt in het tepelkanaal (0,25)

65
Q

Bespreek 1) het voorkomen, 2) de ligging en 3) de functie van de syrinx.

A

1) komt voor bij vogels (0,25)
2) gelegen mediaal/centraal (0,25) thv vertakking van trachea in de 2 hoofdbronchen (0,25)
3) stemorgaan (0,25)

66
Q

Bespreek 1) het voorkomen, 2) de ligging en 3) de functie van het urethrale divertikel.

A

1) het is een dorsale blindzak, komt voor bij beer en stier (0,25, beide moeten vermeld zijn))
2) in de urethra, thv de arcus ischiadicus = de bocht van de urethra pars pelvina (0,25) naar pars penina (0,25)
3) van belang bij sonderen: de sonde kan hierin vast komen te zitten (0,25)

67
Q

Bespreek 1) het voorkomen, 2) de ligging en 3) de functie van de sulcus reticuli.

A

1) bij herkauwers (0,25)
2) Dit is de slokdarmsleuf (0,25) die opgebouwd is uit 2 lippen die de uitmonding van de slokdarm als een goot verbinden de lebmaag (0,25)
3) functie is om vocht direct naar de lebmaag te brengen wat voornamelijk bij ongespeende kalveren van belang is. Melk zal anders in de pens gaan gisten. (0,25)

68
Q

Door welke structuur wordt de linker- en rechter borstholte van elkaar gescheiden?
Uit welke anatomische delen wordt deze opgebouwd?

A
  • Mediastinum (0,2)
  • 2 pleura bladen (0,2) met een precardiaal deel met o.a. bloedvaten, slokdarm, trachea (0,2), cardiaal (0,2) en postcardiaal deel (bloedvaten/slokdarm) (0,2)
69
Q

Bespreek de belangrijkste verschilpunten tussen een nier van een rund en deze van een hond.

A
  • Rund: multipapillair, multilobair (cortex onvolledig vergroeid), geen pelvis renalis, wel calyces/columnae renales.
  • Hond: unipapillair, unilobair, wel een pelvis renalis en geen calyces/columnae renalis.
70
Q

Bespreek de belangrijkste verschilpunten tussen een nier van een rund en deze van een paard.

A
  • Rund: multipapillair (0,25), multilobair (cortex onvolledig vergroeid) (0,25), geen pelvis renalis, wel calyces/columnae renales (0,25)
  • Paard: unipapillair, unilobair, duidelijke pelvis renalis met crista renalis en (2) recessus terminales (0,25), geen calyces/columnae renales
71
Q

Bespreek het tuberculum intervenosum: 1) ligging, 2) functie en 3) voorkomen.

A
  • Dit is een richel in de sinus venarum cavarum
  • Geen diersoortverschillen
  • Zorgt dat bloed afkomstig van de vena cava caudalis en vena cava cranialis niet tegen elkaar stromen en zo turbulentie veroorzaakt.
72
Q

Bespreek het trigonum vesicae: 1) kenmerken, 2) ligging en 3) functionele relevantie

A

1) Deze wordt gevormd door de 2 plicae uretericae (0,25) die verder uitloopt in de crista urethralis (0,25).
2) dorsale wand van de urineblaas (0,25)
3) Op zichzelf geen echte functie maar belangrijk oriëntatiepunt voor het uitmonden van de ureters die bin volle urineblaas worden dichtgedrukt en zo dus terugvloei van urine naar de nieren wordt verhinderd bij mictio (0,25)

73
Q

Bespreek de glandula parotis: 1) voorkomen, 2) ligging en 3) klinische relevantie

A

1) bij alle huisdieren (0,25)
2) Ligt ventraal (0,25) van de oorbasis (0,25)
3) Belangrijke leidingen (bloedvaten/zenuwen) lopen eronder, die bij een ontsteking beschadigd kunnen geraken (0,25)

74
Q

Bespreek 1) het voorkomen en 2) de functie van de uropygiale klier.

A

1) Stuitklier (0,3) enkel bij vogels (0,3)

2) vettig secreet om water af te stoten (0,4)

75
Q

Noem de 3 belangrijke lymfeknopen die de uier van de koe draineren. Enkel de naam is voldoende (1 juist: 0,3; 2 juist: 0,6; 3 juist: 1punt)

A

1) lnn mammaria (van lymfecentrum inguinofemorale)
2) ln iliacus medialis (van lymfecentrum iliosacrale)
3) ln subiliacus (van lymfecentrum inguinofemorale)

76
Q

Bespreek de musculi papillares: 1) voorkomen, 2) ligging en 3) functie.

A

1) bij alle huisdieren (0,2)
2) tepelvormige spiertjes in de linker en rechterventrikel (0,2) van het hart
3) de chordae tendineae (0,2) die komen van de atrioventriculaire kleppen (0,2) hechten hierop vast en zijn dus belangrijk voor een goede functie van deze kleppen (0,2)

77
Q

Welke banden verbinden de lever met het diafragma? Geef hun naam en hun ligging.

A

1) ligg. triangularia (0,2): liggen aan de meest dorsolaterale zijde (0,1) (lobus dexter en sinister (0,1)) van de lever
2) ligg. coronaria (0,2): liggen aan de dorsale zijde van vnl. Lobus caudatus (0,1)
3) ligg. falciforme (0,2): centraal thv de diafragmatische zijde van de lever en loopt door tot aan de navel (0,1)

78
Q

Bespreek een lebmaag verplaatsing.

A
•	De lebmaag is bijna niet gefixeerd. Het is craniaal met de boekmaag via de pylorus van de boekmaag gefixeerd en caudaal is het via de pylorus van de lebmaag zelf gifeesrd met het duodenum. Hierdoor kan een lebmaag gemakkelijk verplaatsen. Hierbij verplaatst het zich naar links. De lebmaag komt tussen de pens en de linker buikwand te liggen.
•	Dit gebeurt wanneer het teveel energie kost om melk te produceren, waardoor andere organen minder goed gaan werken en er gasophoping ontstaat in de lebmaag, waardoor deze naar boven (links) kantelt. Vaak gaat dit gepaard met torsie van de pylorus/duodenum. Dit komt vaak voor bij hoogproductieve melkkoeien.
•	Situering voor de omkanteling:
Craniaal: netmaag
Caudaal: saccus caecus caudoventralis van de pens 
Ventraal: ventrale buikwand
Dorsaal: wervelkolom
Situering na de omkanteling:
Craniaal: diafragma
Caudaal: pens
Ventraal: ventrale buikwand
Dorsaal: wervelkolom
Mediaal: De pens 
Lateraal: linker buikwand
79
Q

Wat is descendus testis en waarom is dit noodzakelijk voor de mannelijke voortplanting? / Wat is “decensus testis”, hoe ontstaat dit en waarom is dit noodzakelijk voor de voortplanting? Wat gebeurd er wanneer dit misgaat?

A

Dit is het uitdalen van de testis, het is noodzakelijk voor de optimale spermatogenese aangezien het lichaam hier te warm voor is.
Het gubernaculum is een streng die zal vast hechten thv de toekomstige liesring en zal via het lieskanaal uitzakken in het scrotum. het gubernaculum verbindt caudaal het uiteinde van de testis met de processus vaginalis, dit is peritoneum dat langs het lieskanaal naar buiten komt. De processus vaginalis zal verder uitstulpen en het gubernaculum zal verkorten. De afdalende testis duwen de lagen van de buikwand voor zich uit en dit worden dus de omhulsels van de testis. De peesplaat van de musculus transversus abdominis wordt de fascia spermatica interna. De peesplaat van de musculus obliquus abdominis internus wordt de fascia cremasterica en de musculus cremaster. De peesplaat van de musculus obliquus abdominis externus wordt de fascia spermatica externa (tunica subdartos). De onderhuidse fascia wordt de tunica dartos. Dit is een bindweefsleplaat met elastische vezels en gladde spieren die de huid van het scrotum doen verschrompelen. Deze vormt het septum scroti met een uitwendige groeve, nl. de raphe scroti. Dit is noodzakelijk voor een optimale spermatogenese, het lichaam is hier te warm voor.

80
Q

Door welke lagen moet je snijden om tot de testis te komen?

A
  • Huid (dun)
  • Tunica dartos ( = onderhuid, hierin zitten gladde spiercellen)
  • Fascia spermatica externa ( = tunica subdartos, eigenlijke peesplaat van de m. obliquus abdominis externis)
  • Fascia cremasterica (afgesplitste strook van de peesplaat van de m. obliquus abdominis internis, wordt de m. cremaster)
  • Fascia spermatica interna (eigenlijke peesplaak van de m. transversus abdominis)
  • Peritoneum met de processus vaginalis
81
Q

Wat is een caecum-torsie en waarom komt het wel voor bij het rund en niet bij het paard?

A

• Hierbij draait het caecum om zijn eigen as en sluit zichzelf af.
• Rund:
Het caecum heeft een zwakke fixatie aan het ileum via de plica ileocaecalis.
• Paard:
De plica ileocaecalis bindt het caecum aan het ileum. Dit hecht vast aan de dorsale taenia van het caecum.
Lateraal is er een taenia dat gaat verbinden aan het colon: plica caecocolica.

82
Q

Nest kittens: 2 kittens groeiachterstand, minder melk drinken, blauwe mondholte, duidelijk geruis bij ausculatie aan de linker zijde van de thorax. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Bespreek de omgevende anatomische structuren die bijdragen tot deze afwijkende structuur

A
  • Blauwzucht (blauwe ziekte)
  • Het foramen ovale is een onderdeel van het hart. Het ontstaat door het onvolledig vergroeien van het septum secundum (rechts van het septum primum), als een ietwat caudale opening. Na de geboorte stijgt de bloeddruk in het linkeratrium waardoor het septum primum het foramen ovale gaat afsluiten.
  • Het foramen ovale blijft dan als een indeuking bestaan (de fossa ovalis)
  • Als het septum primum het foramen ovale niet volledig afsluit, ontstaat er een verbinding van het linker- en het rechterhart. Hierdoor vermengt het bloed, en dit wordt zichtbaar op de huid (blauwe schijn).
83
Q

Waarom blijft de reu na copulatie zo vaak “hangen” aan de teef? Bespreek de anatomische structuren die hiervoor verantwoordelijk zijn.

A
  • Bij de reu vinden we de glans penis, die heeft een pars longa en een bulbus glandis.
  • De teef heeft 2 zwellichamen in het vestibulum vagina, nl. de bulbus vestibuli en tevens een musculus contrictor vestibuli.
  • Bij copulatie zal de bulbus glandis sowieso sterk gaan zwellen, na de copulatie blijft de reu vaak hangen doordat deze zwelling nog verergerd wordt door contractie van de musculus constrictor vestibuli (stress!) en in mindere mate de beide bulbi vestibuli.
84
Q

Klinische georiënteerde vraag: Een cliënt belt jou in paniek op dat zijn Duitse Herder apathisch (in shock) op de grond ligt. De hond was direct na het eten van een grote hoeveelheid hondenbrokken naar buiten gelopen en tegen hoge snelheid uitgegleden op het natte gras en op zijn linkerzijde gevallen op de stenen boord van de vijver. Eerst leek het dier vrij normaal en stond het meteen weer recht, maar na een tijdje werd de hond plots heel slecht en geraakte het in shock. Bij aankomst blijkt dat het dier inderdaad in shock is en zeer bleke mucosae vertoont. Wat is volgens jou de meest waarschijnlijke diagnose? Beschrijf tevens hoe de anatomische structu(u)r(en) zich situe(e)r(t)(en) tov de omliggende structuren.

A
  • We hebben te maken met een miltruptuur. (1)
  • De milt is links gelokaliseerd (0,25), lateraal van en via zijn hilus (0,25) aan de facies parietalis (0,25) verbonden met de maag (0,25), nl. via het omentum majus (0,25) en meer specifiek het ligamentum gastrolienale (0,25). Bij sterke vulling van de maag komt deze extrathoracaal bij de hond (0,25) te liggen en de milt dus ook. Deze wordt op deze manier gevoelig voor trauma (0,25). Dit is hier dan ook gebeurd. De facies pariëtalis is beschadigd geraakt. (0,25)
85
Q

Waarom is het paard zo gevoelig aan koliek in vergelijking met andere species als we denken aan de maag? Bespreek tevens de belangrijkste verschilpunten van de maag van een paard met de andere monogastrische huisdieren (varken, hond).

A
•	Het paard kan niet “boeren” noch braken: het gas kan niet ontsnappen via de maag en komt dus in de darmen terecht door sterke cardiasfincter (0,5)
Verder:
•	Paard:
Saccus caecus (0,5)
•	Varken: 
Diverticulum ventriculi (0,5)
Torus pyloricus (0,5)
•	Hond: zo goed als volledig glandulair (0,5)
86
Q

Voor een urine-onderzoek wil je een koe sonderen. Bij het plaatsen van de sonde krijg je geen urine en blijk je ook niet ver te geraken met jouw sonde. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak? Bespreek tevens de ligging t.o.v. de omliggende anatomische structuren.

A

• De sonde zit in het diverticulum suburethrale (0,5), dit is een ondiepe blindzak (0,5) caudaal van het ostium urethrae externum (0,5), m.a.w. de uitmonding van de urethra in het vestibulum vaginae (0,25). De opening van de urethra in de urineblaas is het ostium urethrae internum (0,25).

87
Q

Een boer belt jou op en meldt dat zijn Belgisch Witblauwe rund ademhalingsproblemen vertoont. De dieren hebben buitenbeloop naast een vrij drukke baan. Bij aankomst blijkt dat het dier ook af en toe naar de buikregio stampt en vertoont het tevens koorts. Bij auscultatie worden zowel ter hoogte van de thorax als het abdomen vreemde geluiden gehoord. Het is al een paar dagen aan de gang en een andere dierenarts had het dier reeds behandeld voor pneumonie, zonder resultaat. Wat is volgens jou de meest waarschijnlijke diagnose? Beschrijf tevens hoe de betrokken anatomische structuren zich situeren t.o.v. de omliggende structuren.

A

• Traumatische reticulo-pericarditis (0,5 punt); scherp voorwerp door netmaag gestoken, aangezien deze craniaal vlakbij het diafragma (0,5) en nog meer craniaal bij het pericard (0,5) ligt, kunnen deze structuren ook betrokken zijn bij dit trauma. Door het voorwerp en uitsijpeling van maaginhoud, zal dit leiden tot ontsteking. De lever is niet betrokken aangezien deze door het voormagencomplex naar rechts werd verplaatst. Caudaal van de netmaag vinden we de pens (het pensatrium) terug (0,5). Lateraal de ribben (0,5) en mediaal de lever (0,5).

88
Q

Welke belangrijke anatomische structuur verzamelt al het zuurstofarme bloed van de hartspier? Bespreek tevens zijn/haar ligging. Denk hierbij ook zeker aan de structu(u)r(en) waar dit bloed vandaan komt en waar het naartoe gaat.

A

1) Sinus coronarius (0,5 punt)
2) Dit is een divertikel van het rechter atrium (0,25) ter hoogte van de sulcus coronarius (0,25) dicht bij de uitmonding van de vena cava caudalis (0,25). De vena cordis magna (0,25) begint dus aan de apex cordis (0,25) en loopt in de sulcus interventricularis paraconalis (0,25), terwijl de vena cordis media (0,25) aan de facies atrialis van het hart (0,25) in de sulcus interventricularis subsinuosis (0,25) loopt.

89
Q

Galstenen komen frequent voor bij mensen. 1) Bij welke van onze huisdieren kunnen deze in theorie tevens problemen veroorzaken en bij welke niet? 2) Hoe kunnen deze voor problemen zorgen (bespreek de anatomische structuren en hun exacte ligging)?

A

1) bij al onze klassieke huisdieren behalve het paard (0,5) want die heeft geen galblaas (0,25)
2) de stenen kunnen vast komen te zitten in de afvoerwegen van de gal (0,25), zoals de ductus cysticus (0,25). Het kan ook zijn thv de ductus choledochus (0,25). De gal wordt geproduceerd in de lever en afgevoerd naar de galblaas via de d. hepatici (0,25) naar de ductus cysticus. In de galblaas wordt de gal gestockeerd en bij een vetrijke maaltijd zal deze dan contraheren met extrusive van de gal via de ductus cysticus en dan ductus choledochus naar het duodenum via de papilla duodeni major (0,25). De galblaas zelf ligt tussen lobus dexter medialis (0,25) en lobus quadratus van de lever (0,25).

90
Q

Een cliënt belt jou op en meldt dat zijn hond frequent met zijn achterste “(slede)rijdt” over de grond. 1) Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? 2) Bespreek de ligging van de betrokken anatomische structu(u)r(en).

A

1) ontsteking van (glandulae) sinus paranales (1 punt)
2) deze parige structuren (0,25) zijn gesitueerd thv de zona cutanea (0,5 punt) die zelf deel uitmaakt van de anus (0,25). De zona cutanea wordt naar buiten toe afgelijnd door de huid (0,25) en inwendig door de linea anocutanea (0,25). De resterende delen van de anus zijn dan de zona columnaris ani (0,25) en tot slot de linea anorectalis (0,25)

91
Q

Bij urine-afname bij een merrie stel je vast dat deze troebel is
abnormaal? 2) welke specifieke anatomische structuur is hierbij
situeert deze structuur zich tov de andere delen van het betrokken orgaan.

A

1) Normaal (0,5)
2) Glandula pelvis renalis (0,5)
3) Deze situeert zich in het parenchym van het nierbekken doet vermoeden, meer bepaald in de medulla (0,25). Natuurlijk de 2 recessus terminales (0,25) en een duidelijk (0,25) terug. De nier bij het paard is dus unilobair (0,25)

92
Q

Welke specifieke structuur (dwz welk onderdeel van een bepaald orgaan) is in hoofdzaak verantwoordelijk voor de ructus bij het rund? 2) Beschrijf de ligging van deze structuur tov alle andere onderdelen van het betrokken orgaan

A

1) De saccus caecus caudodorsalis van de pens (0,5 punt)
2) Deze ligt dorsaal van de saccus caecus caudoventralis (0,2) en wordt ervan gescheiden door de sulcus caudalis (0,1). Craniaal ervan ligt de saccus dorsalis (0,2) en wordt ervan gescheiden door de sulcus coronarius dorsalis (0,1). Sulcus coronarius ventralis (0,1). Deze saccus dorsalis is van de saccus ventralis (0,2) gescheiden door sulcus longitudinalis sinister en dexter (0,2). Craniaal daarvan vinden we het pensatrium terug (0,2), ervan gescheiden door de sulcus cranialis (0,1). Helemaal craniaal hebben we dan het reticulum of de netmaag (0,2) die van het pensatrium is gescheiden door de sulcus ruminoreticularis (0,1).

93
Q

De eigenaar van een oudere hond maakt zich zorgen omdat het dier een “gezwel/knobbel” vertoont op de staart. Bij het klinisch onderzoek stel je inderdaad vast dat er dorsaal op de staart een sterke zwelling en tevens haarverlies/kaalheid aanwezig is. 1) Wat is volgens jou de meest waarschijnlijke diagnose? 2) Komt de betrokken anatomische structuur bij alle huisdieren voor? Beschrijf bij dewelke. 3) Tot welke groep van anatomische structuren behoort de betrokken structuur en welke komen nog voor bij de hond?

A

1) Ontstoken glandula caudae – staartklier (1 punt)
2) Neen, enkel bij hond en kat (0,5)
3) Huidklieren (0,5)
Gll. Sinus paranales (0,25)
Gll. Circumanales (0,25)
Gll. Preputiales (0,25)
Gll. Mammariae (0,25)

94
Q

Hoe komt het dat het paard gevoelig is voor opstipatiekoliek?

A
  • Flexura pelvina
  • Dit is de bocht in het colon ascendens dus dit moet je links benaderen. De verteerde voedselbrijmoet naar dorsaal gaan en een bocht van 180° maken. De bocht bevindt zich tussen colon ascendens ventrale sinistrum en colon ascendens dorsale sinistrum. De bocht bevindt zich ter hoogte van de bekken.
95
Q

Knobbels aan dorsale zijde van de trachea

A
  • Rundertuberculose TBC dat zich gemanifesteerd heeft in het lymfoïd weefsel van de trachea
  • Het lymfoïd weefsel bevindt zich in het spatium retromucosum, dit is een ruimte tussen de punt van de trachearing dorsaam en de musculus trachealis ventraal.
96
Q

Hoefbevangenheid

A

vocht tussen de hoornlamellen en de vlezige lamellen
- Laminitis
- Gevolg:
• Hoornschoen valt af door het verbreken van de hoornige-vliezige lamellen
• Kanteling hoefbeen in hoornschoen doordat epidermis hoorn blijft produceren over wandlederhuid

97
Q

de hond is in chock. Hij is na het eten buiten gaan spelen en is gevallen.

A
  • miltruptuur
  • milt ligt links, via de hilus aan de facies parietalis verbonden met de maag, via omentum majus en meer speciefiek het ligamentum gastro-lienale. Bij sterke vullen van de maag, komt deze extrathoracaal te liggen en de milt dus ook. –> gevoelig voor trauma. Hier is de facies parietalis beschadigd.
98
Q

Waarom noemt men de beer ook broekpisser?

A

De beer heeft een lang preputium met een diverticulum preputiale. Hierdoor komt de glans penis niet vrij te liggen en de urine gaat dan langs de binnenzijde van de achterbenen lopen.

99
Q

Wat is de recussus mediastini?

A

Dit is een uitzakking van de pleurale holte. Deze bevat de lobus accessorius van de rechter long.

  • mediale begrenzing : mediastinum
  • laterale begrenzing : plica vena cava
  • caudale begrenzing : diafragma
100
Q

maagverschillen tussen kat en vogel

A

kat: enkelvoudige maag, cardiasfincter, pylorussfincter, pars cardiaca, pars fundica en een pars pilorica
vogel: proventriculus –> kliermaag, sluit aan op slokdarm, isthmus
ventriculus –> spiermaag, 2 musculi crassi, verhoornde binnenwand en bevat kristallen

101
Q

nierverschillen tussen schaap en kalf

A

schaap: unilobair, unipapillair,crista renalis, geen calyces en columnae, nierbekken met recessus collateralis
kalf: multilobair, multipapillair, geen crista renalis, calyces en columnae, geen nierbekken met recessus collateralis

102
Q

drainage hoofd hond

A
  • lymphonodi mandibulares : drainage ventraal deel hoofd, in lc. mandibulare
  • lymphonodi parotidei: drainage dorsaal deel hoofd, lc.parotideum
  • lymphonodi retropharungeum : van lc. retropharungeum
103
Q

borstspieren die verantwoordelijk zijn voor vliegen

A
  • m. supracoracoïdeus

- m. pectoralis

104
Q

operatie cornage

A
  • maken incisie thv het strottenhoofd
  • snijden lig. cricothyroïdeum, dat ventrale opening v/h thyroïd bedekt bij het paard, door
  • zakje van morgagni, dat tussen de echte en valse stemband ligt, aanpassen zodat stemband strakker ligt
  • cornage is verholpen
105
Q

arterie die spijsvertering beïnvloedt

A
  • a. mesenterica cranialis
  • bevindt zich in het mesojejunum
  • was de as bij de darmwindingen in de embryonale fase
  • ontspringt uit aorta
  • bevat vertakkingen
106
Q

lig. van botalli

A

embryonaal overblijfsel van de verbinding tussen de aorta en de truncus pulmonalis van het hart.