Examenvragen Flashcards
Welke cellen komen er voor in de binnenste korrellaag van de retina?
Deze bevat de cellichamen en nuclei van de integratorcellen en de cellen van Muller.
Bespreek ICC.
Interstitiële Cellen van Cajal - ICC cellen › soorten en functies = Pacemakerfunctie in de maag regeling maaglediging en in spijsverteringstelsel regulatie darmmotiliteit. Pace-maker cells : interstitiële cellen van Cajal = Tussen circulaire en longitudinale spierlaag, via GAP junctions AP doorgeven aan naburige gladde spiercellen
Bespreek T4.
Wordt geproduceerd in de schildklier. Deze is geordend in follikels, waarvan de wand van elke cel bestaat uit eenlagig kubisch epitheel. In het follikellumen ligt colloid, wat een inactieve vorm is van het secreet dat uitgescheden wordt. Itt andere endocriene organen slaat de schildklier het secreet extracellulair op ipv intracellulair, waarbij opslag sowieso al ongewoon is voor een endocrien orgaan. Het colloid is thyreoglobuline waaruit schildklierhormoon wordt gevormd, wat in 2 fasen verloopt: Vormen en opslaan in de follikelruimte, waarbij de tyrosinegroepen worden gejodeerd. Het vrijmaken van schildklierhormoon ( T3 en T4) uit de gejodeerde thyreoglobuline. De synthese en opslag van T3 en T4 gebeurt als volgt: Synthese thyreoglobuline in het ER en GA. Opname jodide via actief transport. Transport jodide naar apicale deel van de cel, waar het wordt geoxideerd tot hypojodiet, wat reageert met de tyrosyloverblijfsels van thyreoglobuline. Dit laatste gebeurt in het lumen van de follikel. De tyrosulresiduen vormen eerste MIT en dan DIT. 2 stuks DIT vormen samen T4(thyroxine) en een MIT samen met een DIT wordt T3(trijodothyronine), alhoewel dit laatste gebeurt door dejodering van T4, wat vnl in de lever gebeurt.
Wat wordt er geproduceerd in de zona glomerulosa van de bijnierschors?
In deze zone worden mineralocorticoiden gevormd, zoals aldosteron (Na resorptie in distale niertubuli). Bij sommige HD is er ook een zona intermedia aanwezig, waar de niet gedifferentieerde cellen van de zona glomerulosa en de zona fasciculata te vinden zijn.
Wat zijn epsiloncellen?
Deze behoren tot het extraglomeraal apparaat, welke is te vinden in de wand van de distale tubulus contortus thv waar dde afferente arteriole het nierkapsel binnendringt. Hier zit het juxtaglomerulair apparaat en hier komen de cellen van de tubulus, de arteriole en het nabijgelegen nierparenchym samen. Het apparaat omvat de macula densa, de epsilon/reninecellen, het extraglomerulair mesangium en de peripolaire cellen. De macula densa bestaat uit gedifferentieerde cellen van de distale tubulus en is te vinden waar de arteriole en de dt elkaar raken. Deze cellen zijn vrij groot. Rond de afferente arteriole is een ring van reninecellen te vinden. Dit zijn gespecialiseerde spiercellen met een gezwollen nucleus en reninegrana in het cytoplasma. Renine wordt vrijgegeven uit de grana als de bloeddruk te laag ligt. De extraglomerulaire mesangiumcellen (lacis cells) en de peripolaire cellen hebben tot nu toe onbekende functies.
Bespreek de histologie van de neus en de larynx.
- Neus: De externe openingen van de neus zijn de neusgaten, of nares. Het epitheel in de neus loopt continue over met dat van de huid: mucocutaneuze overgang. De nares zijn afgelijnd met wat haartjes ter bescherming tegen stof en insecten. Dieper in de neus begint het repiratorisch epitheel. Dat is een pseudomeerlagig epitheel, voorzien van trilharen en slijmbekercellen. Dit is te vinden in alle luchtwegen, behalve het chemosensorisch gebied van de neus. De neusholte is verdeelt in twee delen door de septum nasi, met aan de dorsale zijde van de holtes conchae, botspiralen die bedekt zijn met pseudomeerlagig cillindrisch epitheel. Het epitheel wat het dorsale septum, de conchae en het dorsale deel van de neusholte bedekt is specifiek voor chemoreceptie: olfactorisch epitheel. Dit bevat net als respiratorisch epitheel trilharen, maar deze zijn veel langer. Naast steuncellen en basale cellen bevat het reukepitheel neuronen die dienst doen als reukcellen. Deze hebben lange aangepaste cilliën die in het lumen uitsteken. Aan het oppervlak van de cellen liggen receptoren voor “geur”. Als hier een geurmolecuul op bindt treed er depolarisatie op. Via het axon gaat het signaal naar de craniale zenuw (fila olfactoria in de lamina propria) naar de reukkwab van de hersenen. De reukcellen zelf zijn bipolaire neuronen met de kern basaal gelegen Na een tijd zal een receptor ongevoelig worden voor een geurmolecuul en zullen de tubulo-alveolaire klieren van Bowman secreet produceren, zodat de receptoren schoongespoeld worden. Verder bevat de neus nog het vomeronasaal orgaan (orgaan van Jacobson), wat een paar uitstekende divertikels zijn in de neusholte. Ze zijn verantwoordelijk voor chemoreceptie van met name weinig-vluchtige stoffen. - Larynx: dit is een kraakbeenbuis waarin de epiglottis openzwaait. Aan de bovenste delen van het kraakbeen zijn skeletspieren gehecht. Hier is het pseudomeerlagig meerlagig pleveiselepitheel van de mondholte naar het respiratorisch epitheel van het binnenste deel van de epiglottis duidelijk zichtbaar. Het kraakbeen is hyalien thv van de cartilago thyroidea, cricoidea en arytenoidea. Thv van de cartilago epiglottica, cuneiformes en corniculatae is het elastisch. De larynx bevat ook de valse en ware stembanden. De valse stembanden zijn de plicae ventriculares/vestibulares. Deze bevatten respiratorisch epitheel, losmazig bw met veel seromuceuze klieren en enkele elastische vezels (vestibulair ligament). De ware stembanden zijn de plicae vocales. Deze zijn bedekt met meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel, bevatten bw met veel elastische vezels (vocaal ligament). Tussen de stembanden is de laryngeale ventrikel te vinden. De epiglottis slaat dus uit in de larynx en is aan de linguale zijde en een deel van de laryngeale zijde bedekt met meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel. De laryngeale zijde is bedekt met repiratorisch epitheel.
Wat zijn de cellen van Hensen?
Dit zijn gedifferentieerde steuncellen te vinden in het orgaan van Corti in het oor
Wat is de functie van een pneumocyt type 2?
Type II: Liggen verspreid tussen type I, kubische cel met ronde kern, progenitoren van type I en II, secreteren surfactant (veel mitochondrien, RER, golgi app en een oppervlak met microvilli, lamellaire lichaampjes
Wat is stria vascularis
Scala media: bevat de ductus cochlearis zelf met het orgaan van Corti. Is gevuld met endolymfe. Het orgaan van Corti rust op de membrana basilaris en bevat 2 groepen cellen tegen de membrana basilaris liggen, wat overdekt is met een membrana tectoria. Het membraan is aan het uiteinde van de wand van de ductus cochlearis vast gezet met een ligamentum spirale. Het membraan bedekt te twee celgroepen over de hele spiraal. Op het ligamentum spirale is de stria vascularis opgebouwd uit meerdere cellagen. De bovenste cellen zijn kubisch met microvilli. Hier wordt het endolymfe geproduceerd. Er zijn veel bloedvaten aanwezig. De scala media is niet in rechtstreekse verbinding met het ronde venster.staat
Wat produceren de parietale cellen van de fundus?
De cardia en pylorusklieren zijn vertakte tubulaire, muceuze klieren die evenals de muceuze hals/nekcellen in de fundusklieren mucus produceren dat de maag beschermt tegen de pH. De lage pH ontstaat door de parietale cellen van de fundusklieren. Fundusklieren zijn vertakt tubulair die muceuze nekcellen hebben die tot slijmnapcellen differentiëren. De parietale celeln zijn grote acidofiele cellen die tussen de hoofdcellen en muceuze nekcellen in liggen.
Waarom zijn er bepaalde delen van de nier donker gekleurd?
Dit komt door het ontstaan van de concentratiegradient, veroorzaak door de nefronen en de vasa recti.
Bespreek de huidreceptoren.
- Vrije zenuwuiteinden in de epidermis die tussen de epitheelcellen dringen. - Lichaampje van Meissner: eivormige tastlichaampjes van ongeveer 100μm lang. Ze zijn opgebouwd uit een aantal platte, loodrecht op lengteas staande gliacellen met daartussen vertakkingen van niet gemyeliniseerde afferente zenuwvezels. Bij aanraking vervormen de gliacellen, wat geregistreerd wordt op de zenuwvezels en dus de mechanosensitieve kanalen opent, waardoor een signaal wordt afgegeven. Ze detecteren voornamelijk langzame vibraties en zijn te vinden in de dermpapillen. - Lichaampjes van Vater-Pacini: zeer grote structuren die lijken op een doorgesneden ui. Het zijn fibroblasten die in concentrische lamellen rond een centrale zenuwvezel liggen. Het hele systeem is omgeven door een sterk gevasculariseerde bindweefsel schede. Ook deze receptor werkt via mechanische vormverandering, alleen dan voor de snelle trillingen. - Lichaampje van Krause: vooral in stratum papillare van conjunctiva thv tong en externe genitalia. Bolvormige mechanoreceptor. - Lichaampje van Ruffini: in stratum reticulare. Spoelvormige receptor. Sensibel voor druk en spanning. - Cellen van Merkel: komen voor in het stratum basale en zijn het talrijkst op plaatsen zoals de vingertoppen. Ze behoren tot het diffuus neuroendocrien systeem (DNES) en zijn geinnerveerd. Ze kunnen dus prikkels uit de omgeving ontvangen en doorsturen naar het zenuwstelsel. Ze bevatten secretorische vesikels: dense-cored vesicles (DCV’s).
Waaruit bestaat het pars nervosa?
De hypofyse bestaat uit een pars distalis, een pars intermedia, een pars tuberalis en een pars nervosa. De pars nervosa en pars inermedia vormen samen de lobus posterior. De pars tuberalis en het infundibulum vormen de hypofysaire steel. De pars tuberalis zit om de hypofysaire steel heen en de pars distalis vormt de lobus anterior. Pars nevosa is opgebouwd uit zenuwweefsel in vezelbundels met hier doorheen bloedvaten. De cellichamen van de liggen in de nucleus supraopticus of de nucleus paraventricularis. Vanuit de nuclei tuberali lopen aconen naar de hypofyse om te eindigen in de hypofysaire steel. De axonen van de supraopticus en paraventricularis vervoeren stoffen die door de hersnen zijn geproduceerd naar diepere delen van het pars nevosa, op te synapteren met bloedvaten. Zo kan bijv. oxytocine en vasopressine worden opgeslagen en vrijgegeven. Hier tussendoor liggen nog glia-cellen.
Bespreek de microscopische bouw van de klauw.
Dit zijn in feite nagels, alleen groeit de klauwplaat vanuit een cirkelvormige nagelmatrix die de kroon heet, beschermd door een klauwplooi. Keratinocyten prolifereren, schuiven naar distaal op en verhoornen. De klauwplaat ligt op het klauwbed, wat op de dermis ligt. Onderaan de klauw zit een zool, welke bestaat uit zacht keratine. Onderaan de poot zit een zoolkussen, wat bestaat uit dik verhoornd meerlagig plaveiselepitheel. Bij de kat zijn deze zooltjes zacht, bij de hond ruw vanwege de dermpapillen. Het digitaalkussen wordt gevormd door de hypodermis en bestaat uit clusters van adipocyten die van elkaar gescheiden zijn en omgeven zijn door septa van collageen en elastische vezels. In het digitaalkussen liggen merocriene zweetklieren.
Bespreek het rechter ovarium van een kip/duif.
Deze bestaat niet, vogels hebben alleen een linker ovarium.
Waar zitten somatotrope cellen?
Deze zitten in de pars distalis van de hypofyse en produceren groeihormoon.
Bespreek de groei van een haar.
Vanuit de bulbus groeit door celproliferatie de haar langer. Als de maximale lengte is bereikt stopt de proliferatie in de bulbus en valt de haar uit. De cylcus kent verschillende fasen: - Anagene fase: actieve productiefase. Haar groeit door celproliferatie. - Catagene fase: productie nieuwe haarcellen neemt langszaam af om uiteindelijk te stoppen. Het haar kan hierbij al enigszins losraken uit de matrix en wordt dan enkel door de cuticula in de follikel gehouden. - Telogene/overgangsfase: haar valt uit en follikel hernieuwt zich.
Waar wordt het bloed in de lever naar toe gevoerd na de vena centralis?
Centraal in een lobuli is een centrale venen te vinden (v. centrolobularis), wat al het afgegeven bloed weer verzameld en afvoert via de v. hepatica terug naar de bloedcirculatie.
Waar bevinden zich de Clara-achtige cellen en wat zijn de eigenschappen?
Clara-achtige cellen bevinden zich direct naast de neuro-epitheliale lichaampjes. Clara achtige cellen secreteren eiwitten uniek voor dit celtype, maar verder gelijk aan Clara cellen qua structuur en secretie van CCSP (Clara cel secretoire proteinen). Reageren ook verschillend op aantal stimuli.
Bespreek de opbouw van de bronchiaalboom.
Broncus principalis – bronchi lobares – bronchi segmentales – rami bronchales segmentorum – bronchi intralobularis – bronchioli – terminale bronchioli – respiratoire bronchioli – ductus alveolaris – sacculus alveolaris – alveole.
Wat is de limiterende/bepalende factor van de filtratie in de nier?
De bloeddruk. Te hoog zorgt voor beschadiging van het filter, als te laag is filtratie niet mogelijk.
Bespreek het reukorgaan.
De neusholte is verdeelt in twee delen door de septum nasi, met aan de dorsale zijde van de holtes conchae, botspiralen die bedekt zijn met pseudomeerlagig cillindrisch epitheel. Het epitheel wat het dorsale septum, de conchae en het dorsale deel van de neusholte bedekt is specifiek voor chemoreceptie: olfactorisch epitheel. Dit bevat net als respiratorisch epitheel trilharen, maar deze zijn veel langer. Naast steuncellen en basale cellen bevat het reukepitheel neuronen die dienst doen als reukcellen. Deze hebben lange aangepaste cilliën die in het lumen uitsteken. Aan het oppervlak van de cellen liggen receptoren voor “geur”. Als hier een geurmolecuul op bindt treed er depolarisatie op. Via het axon gaat het signaal naar de craniale zenuw (fila olfactoria in de lamina propria) naar de reukkwab van de hersenen. De reukcellen zelf zijn bipolaire neuronen met de kern basaal gelegen Na een tijd zal een receptor ongevoelig worden voor een geurmolecuul en zullen de tubulo-alveolaire klieren van Bowman secreet produceren, zodat de receptoren schoongespoeld worden. Verder bevat de neus nog het vomeronasaal orgaan (orgaan van Jacobson), wat een paar uitstekende divertikels zijn in de neusholte. Ze zijn verantwoordelijk voor chemoreceptie van met name weinig-vluchtige stoffen.
Wat is de utriculus?
Dit is een onderdeel van de maculae, wat onderdeel is van het vestibulaire systeem. Deze liggen in de grote bolvormige uitbreidingen van het vestibulaire systeem en zijn ook gevuld met endolymfe. De uitbreidingen bevatten de sacculi en de utriculi, welke ook haarcellen bevatten die erg op de cristae ampullae in de halfecirkelvormige kanalen. Deze zones bevatten gehoorsteentjes/statoconia(otolieten) die bovenop de haartjes liggen. In de maculae vormen de haartjes een spiegelbeeld rond de striola, waarbij het beeld in de utriculus het tegenovergestelde is van het beeld in de saccculus. Door de zwaartekracht oefenen de steentjes een constante kracht uit op de haartjes, wat dus als stabiel wordt ervaren.
Wat zijn neuro-epitheliale lichaampjes?
Neuroepithelial body (NEB), een zeer complexe receptor die te vinden is in de luchtwegen. Het zijn geinnerveerde groepjes van neuroendocriene cellen en zijn te vinden in het intrapulmonaire epitheel.
Bespreek de microscopische bouw van de nagel.
Het zichtbare harde deel van een nagel is de nagelplaat op een nagelbed ligt. Het nagelbed is een voortzetting van het stratum basale en het stratum spinosum van de epidermis. De roze kleur van het nagelbed is vanwege de capilairlussen thv de epitheelkammen en dermpapillen. De nagelplaat ontstaat doordat keratinocyten van de nagelworteel sterk prolifereren. Naarmate ze naar proximodistaal migreren zullen ze verhoornen. De nagelwortel is beschermd door een nagelplooi, met op het verste uiteinde het verhoornde eponychium (=nagelriem). Het deel van de nagelplaat dat uitsteekt van de vingers en tenen is de vrije rand van de nagel, met daaronder het hyponychium. Dit is de verbinding tussen het nagelbed en de nagelplaat.
Wat zijn de verschillende typen cellen in het lichaampje van Langerhans?
Het endocriene deel zijn de eilandjes van Langerhans. Deze cellen zijn veel lichter en begrensd door fijne bwfibrillen (deze lopen niet de eilandjes zelf in). In de eilandjes zijn capillairen te vinden met hier en daar wat erythrocyten. Er bestaan binnenin de eilandjes A- en B-cellen. A-cellen produceren glucagon en B-cellen produceren insuline. Verder zijn er nog 4 andere typen cellen die somatostatine, VIP, pancreatic polypeptide/serotonine mix, substance P en motiline produceren.
Wat is het verschil tussen loopsheid hond en menstruatie mens? (verschil in slijmen?)
Menstruatie betekend bij de mens het einde van de cyclus, doordat de uterus het epitheel en delen van de sterk gevasculariseerde lamina propria afscheidt, waarbij er ook bloed vrij komt. Bij de hond betekend loopsheid juist het begin van de cyclus, dus de eigenlijke ovulatie. Hierbij kan wat bloed vrijkomen, maar dit is dus niet door het afscheiden van het epitheel.
Bespreek de FSH productie.
Dit wordt geproduceerd in de lobus anterior van de hypofyse. Hierin bevinden zich chromofiele cellen, welke acidofiel of basofiel zijn. De acidofiele cellen produceren groeihormoon(somatotrope cellen) en prolactine(mammotrope/lactotrope cellen) en de basofiele cellen produceren thyreotroop hormoon (thyreotrope cellen), FSH/LH (gonadotrope cellen) of MSH/ACTH(corticotrope cellen)
Wat voor placenta heeft een varken?
Volgens Strahl een semiplacenta, volgens Gross een placenta epitheliochorialis, macroscopisch een placenta diffusa en volgens Huxley een placenta adeciduata. Het uterusslijmvlees heeft een dik endotheel, veel bw en een dik epitheel. De foetus heeft een gelijkwaardig chorion.
Waarom zie je de lobuli van de lever wel mooi bij het varken en niet bij de mens?
Een varken heeft veel meer bw trabekels en bij de mens zijn de grenzen tussen de lobuli veel minder duidelijk.
Wat zijn de cellen van Cajal?
Interstitiële Cellen van Cajal - ICC cellen › soorten en functies = Pacemakerfunctie in de maag regeling maaglediging en in spijsverteringstelsel regulatie darmmotiliteit. Pace-maker cells : interstitiële cellen van Cajal = Tussen circulaire en longitudinale spierlaag, via GAP junctions AP doorgeven aan naburige gladde spiercellen
Wat is het verschil tussen oxifiele cellen en hoofdcellen? (eventueel tekenen)
De hoofdcellen hebben een ronde kern en licht gekleurd cytoplasma. Ze zijn het meest aanwezig in de bijschildklieren. Oxyfiele cellen hebben een veel kleinere kern.
Welke cellen komen er voor in alveolen?
Alveolen zitten samen in een sacculus alveolaris. Het interalveolair septum is opgebouwd uit 2 lagen alveolair pitheel met daartussen interstitum met capillairen. De alveolen zijn onderling verbonden door poriën van Kohn. De alveolaire wand is opgebouwd door pneumocyten typen I en II. - Type I: grote sterk afgeplatte epitheelcel, kernen vaak in groepjes bijeen, cytoplasma bevat pinocytoseblaasjes(afvoer surfactant), maculae adhaerentes+occludensverbindingen aanwezig. - Type II: Liggen verspreid tussen type I, kubische cel met ronde kern, progenitoren van type I en II, secreteren surfactant (veel mitochondrien, RER, golgi app en een oppervlak met microvilli, lamellaire lichaampjes. Tussen de pneumocyten zijn her en der nog alveolaire macrofagen te vinden. Deze verwijderen surfactant en stofdeeltjes/bacteriën dmv fagocytose. Ze bevatten dus een uitgebreid lysosomaal apparaat.
Bespreek de microscopische bouw van de oesophagus inclusief speciesverschillen
Dit is de slokdarm. Het is een elastische buis van de mond naar de maag. Het bestaat uit verschillende lagen: - Epitheel, meerlagig plaveisel - Lamina muscularis mucosae - Lamina propria - Tela submucosa - Tunica muscularis - Tunica adventitia. Het uitzicht van de lagen van de slokdarm hangt sterk af van de speciesverschillen. Daarbij speelt de plaats van de doorsnede ook nog een rol, want hoe verder naar de maag, hoe meer glad spierweefsel en hoe minder dwarsgestreept spierweefsel. Ook de mate van verhoorning kan veranderen.
Bespreek de microscopische bouw van de cochlea.
Is een spiraalvormig kanaal dat door het bot loopt en zich om een spongieus stuk bot beweegt: modiolus, welke bloedvaten en zenuwen bevat. De lamina spiralis vormt de schroefdraad met zenuwuitlopers van de haarcellen. In de cohclea verloopt de ductus cochlearis(orgaan van Corti) waarin geluidstransductie gebeurd. Deze is gevuld met endolymfe. De omringende cohclea is gevuld met perilymfe. Het aantal windingen van de cochlea is speciesafhankelijk. Bestaat uit 3 kamers: - Scala vestibuli: ligt boven de scala media met daartussen een zeer dun membrana vestibularis(membraan van Reissner). Het membraan is bekleed met mesotheelachtige cellen aan de zijde van de scala vestibuli en aan de zijde van de scala media met microvilli. Het scala vestibuli is gevuld met perilymfe. - Scala tympani: ligt onder de scala media met daartusssen de dikke membrana basilaris. Is gevuld met perilymfe. Staat in verbinding met scala vestibulia via helicotrema. - Scala media: bevat de ductus cochlearis zelf met het orgaan van Corti. Is gevuld met endolymfe. Het orgaan van Corti rust op de membrana basilaris en bevat 2 groepen cellen tegen de membrana basilaris liggen, wat overdekt is met een membrana tectoria. Het membraan is aan het uiteinde van de wand van de ductus cochlearis vast gezet met een ligamentum spirale. Het membraan bedekt te twee celgroepen over de hele spiraal. Op het ligamentum spirale is de stria vascularis opgebouwd uit meerdere cellagen. De bovenste cellen zijn kubisch met microvilli. Hier wordt het endolymfe geproduceerd. Er zijn veel bloedvaten aanwezig. De scala media is niet in rechtstreekse verbinding met het ronde venster. Orgaan van Corti De binnenste haarcellen zijn peervormige en steunen op de binnenste pilaarcellen. Op het apicaal oppervlak van deze haarcellen zitten cuticulaire apicale platen met stereocilia welke oplopen in hoogte in een V-vorm. De binnenste en buitenste pilaarcellen vormen de tunnel van Corti en werken slechts ondersteunend. De buitenste haarcellen staan in 3-5 rijen en ontvangen slechts 5% van de afferente vezels en staan in een W-vorm. De binnenste en buitenste falanxcellen (cellen van Deiters) ondersteunen de binnenste en buitenste haarcellen. Aan de striale zijde zitten nog wat steuncellen: cellen van Hensen, cellen van Claudius en cellen van Böttcher. De haarcellen werken als transductoren en zetten mechanische bewegingen om in neuronale impulsen. De bewegende membrana basilaris doet de haarcellen bewegen tegen de membrana tectoria, waardoor deze dus signalen afgeven. Deze signalen verlaten aan de basis via synaptisch contact met de sensorische vezels van neuronen waarvan de cellichamen in het ganglion spirale liggen.
Wat zijn de poriën van Kohn?
Alveolen zitten samen in een sacculus alveolaris. Het interalveolair septum is opgebouwd uit 2 lagen alveolair pitheel met daartussen interstitum met capillairen. De alveolen zijn onderling verbonden door poriën van Kohn.
Wat zijn C-cellen?
Deze zijn te vinden in de schildklier Naast de follikels liggen bw cellen, die het orgaan indeelt dmv van septa, en C cellen(parafolliculaire cellen). C-cellen zijn groter, hebben een ovale vorm en zijn lichter gekleurd. Ze produceren calcitonine, wat de bloedcalciumspiegel doet dalen.
Waar wordt PTH geproduceerd?
Dit is parathyroidhormoon en wordt geproduceerd door de bijschildklier, een van de vier kleine ovale organen aan de achterzijde van de schildklier. PTH wordt gesecreteerd door de hoofdcellen .
Bespreek de verschillende placenta-typen
..
Wat zijn de cellen van Claudius en waar zitten ze?
Niet gedifferentieerde steuncellen aan striale zijde scala media, onderdeel orgaan van Corti
Bespreek de microscopische bouw van de maag.
Maag is opgedeeld in 3 grote categoriën: cardia, fundus/corpus en pylorus. In het cardia gebied zitten de klieren in het meest proximale deel. De foveolae gastrica bevatten de oesophageale cardiaklieren, welke muceus tubulair zijn en tegen pH beschermen. Fundus bevat fundusklieren welke zymogene cellen, parietale cellen en mucoide cellen. In de pylorus, het laatste deel van de maag, zitten de pylorusklieren. De pylorus is van het duodenum gescheiden door een pylorussfincter. Pylorusklieren zijn gewonden en vertakt en produceren muceus secreet. Ze lijken veel op de klieren in de cardia, maaar zijn groter en opvallender met dieper liggende foveolae Bij Eq en Su zit thv de slokdarm-maag overgang een aglandulair gebied dat bekleed is met cutaneuze mucosa. Hier vind geen absorptie plaats. De glandulaire deel bestaat uit uit- en instulpingen(arae gastrica en foveolae gastricae). Aan de onderkant van de foveolae monden de maagklieren uit. Slijmnapcellen in het eenlagig cillindrisch epitheel produceren mucus. Onder het epitheel ligt de lamina prorpia met losmazig bw en wat lymfoid weefsel. De cardia en pylorusklieren zijn vertakte tubulaire, muceuze klieren die evenals de muceuze hals/nekcellen in de fundusklieren mucus produceren dat de maag beschermt tegen de pH. De lage pH ontstaat door de parietale cellen van de fundusklieren. Fundusklieren zijn vertakt tubulair die muceuze nekcellen hebben die tot slijmnapcellen differentiëren. De parietale celeln zijn grote acidofiele cellen die tussen de hoofdcellen en muceuze nekcellen in liggen. Tussen de basis van de klieren en de lamina muscularis mucosae ligt vaak nog een stratum compactum met collageen en elastische vezels, vnl duidelijk bij Car. Tunica m. externa heeft een 3e spierlaag, de binnenste schuine laag in het corpus en de fundus. Naast digestieve klieren heeft de maag nog een endocriene functie: entero-endocriene cellen. Deze cellen zijn vnl in de diepere lagen te vinden
Teken een kegeltje.
..
Wat produceert de schildklier?
Deze is geordend in follikels, waarvan de wand van elke cel bestaat uit eenlagig kubisch epitheel. In het follikellumen ligt colloid, wat een inactieve vorm is van het secreet dat uitgescheden wordt. Itt andere endocriene organen slaat de schildklier het secreet extracellulair op ipv intracellulair, waarbij opslag sowieso al ongewoon is voor een endocrien orgaan. Het colloid is thyreoglobuline waaruit schildklierhormoon wordt gevormd, wat in 2 fasen verloopt: 3. Vormen en opslaan in de follikelruimte, waarbij de tyrosinegroepen worden gejodeerd. 4. Het vrijmaken van schildklierhormoon ( T3 en T4) uit de gejodeerde thyreoglobuline. De synthese en opslag van T3 en T4 gebeurt als volgt: 5. Synthese thyreoglobuline in het ER en GA. 6. Opname jodide via actief transport. 7. Transport jodide naar apicale deel van de cel, waar het wordt geoxideerd tot hypojodiet, wat reageert met de tyrosyloverblijfsels van thyreoglobuline. Dit laatste gebeurt in het lumen van de follikel. 8. De tyrosulresiduen vormen eerste MIT en dan DIT. 2 stuks DIT vormen samen T4(thyroxine) en een MIT samen met een DIT wordt T3(trijodothyronine), alhoewel dit laatste gebeurt door dejodering van T4, wat vnl in de lever gebeurt. Naast de follikels liggen bw cellen, die het orgaan indeelt dmv van septa, en C cellen(parafolliculaire cellen). C-cellen zijn groter, hebben een ovale vorm en zijn lichter gekleurd. Ze produceren calcitonine, wat de bloedcalciumspiegel doet dalen.
Wat is het magnum?
Dit is een onderdeel van het oviduct bij de vogel en zit tussen het infundibulum en de isthmus. Het bevat eenlagig cillindrisch epitheel met cillia en slijmbekercellen. Het bevat sterk vertakte klieren die ovalbumine en lysozyme produceren.
Bespreek de microscopische bouw en histofysiologie van de parathyroidea.
Parathyroidea is de bijschildklier, een van de vier kleine ovaalvormige organen aan de achterzijde van de schildklier. Ze hebben een eigen afzonderlijk kapsel, maar zijn itt de schikdklier niet gelobd. De meest voorkomende cellen zijn de hoofdcellen, welke een ronde kern hebben met een licht cytoplasma. Ze produceren parathyroidhormoon, PTH. Door PTH wordt calcium vrijgegeven uit het bot. Er zijn ook oxyfiele cellen te vinden. Deze hebben een kleinere kern en zijn acidofiel.
Wat zijn membrane coating granules?
Deze zijn te vinden in de stratum granulosum van de epidermis, samen met de keratohyalienekorrels. De keratohyalienekorrels bevatten filaggrine voor de vorming van tonofilamenten. De membrane coating granules bevatten lipiden, die afgegeven worden zodat de bovenste cellagen geen water meer krijgen. Het epitheel is namelijk avasculair en geheel afhankelijk van diffusie, dus zullen de cellen afsterven. Het lipidenlaagje stoot water af, waardoor dus niet alleen de cellen afsterven, maar waterverlies van binnenuit het organisme wordt tegengegaan.
Teken een graafs follikel.
Dit is een rijpe follikel.
Verschil brachydonte en hypsodonte tand?
Brachydonte tanden worden beschouwd als de standaard type tanden en komt voor bij Ho, Su en Car(snijtanden Ru). Ru en Eq(slagtanden mannelijk Su) hebben hypsodonte tanden. De tand komt direct door de tandzak heen zodra de wortel volledig door de tandzak is omgeven. Vanuit het bw van de tandzak differentiëren cementocyten die cement over de wortels maken. Brachydonte hebben als typerend kenmerk dan de kroon niet zo hoog zit, omdat de groeit hiervan stopt bij het uitbreken uit de tandzak. Bij hypsodonte tanden valt de tandzak in elkaar voordat de tand uitbreekt, waardoor het cement de volledige tand bedekt. Deze tanden zijn veel langer dan brachydonte, omdat de groei heel het leven verder gaat. Bij deze tanden kunnen het cement en glazuur invagineren in het dentine. Een tand zit vast in een benige tandalveole. In de pulpaholte zit bindweefsel wat het centrale gebied van de tand vormt. Om dit gebied heen leggen zich de odontoblasten, cilindrische cellen die netjes naat elkaar liggen en dentine maken dmv van predemtine af te zetten wat later verkalkt.Tijdens dit proces schuiven de cellen richting de pulpaholte. Dit gaat door tot zelfs na de tanddoorbraakm waardoor de omvang van de pulpaholte dus steeds meer afneemt. Aan de buitenkant van de tand zitten ook cilindrische cellen, ook in een rij. Dit zijn de ameloblasten welke glazuur/email maken door eerst een niet-verkalkte matrix af te zetten wat later verkalkt. Zodra de tand is doorgebroken sterven de ameloblasten af, het glazuur kan dus niet vervangen worden als het beschadigd. Tanden zitten in de alveole verankerd door wortelvlies of parodontaal ligament/periodontium, wat aan het alveolair bot vast zit.
Wat is de bloed-lucht barriere en zijn functie?
De bloed-lucht barrière wordt opgebouwd door: - Alveolair plaveiselepitheel - Lamina basalis epitheel - Interstitieel bw - Lamina basalis epitheel - Endotheel longcapillairen. Het zorgt ervoor dat lucht niet direct de bloedbaan in kan, want dit zou bubbels veroorzaken die voor opstoppingen zorgen, met alle gevolgen van dien.
Bespreek de microscopische bouw van het oviduct.
Deze start met het infundibulum thv van het ovarium, waar de eicel in terecht komt. Het is een trechtervormige structuur dat eindigt in de ampullia, wat het breedste deel is van het oviduct. Hier is het epitheel eenlagig kubissch met cillia. Het epitheel is heel gewonden met veel plooien. Ondanks dat er cillien aanwezig zijn, zorgen zij niet voor de vooruitgang van de eicel, maar juist de spiercontracties in de wand. De lamina mucosa ligt op een lamina propria welke omgeven is door gladde spieren, waarvan vezels tot in de mucosaplooien verlopen. Het oviduct zelf hangt in een mesosalpinx, een vaatrijk peritoneum. Na de ampulla volgt de isthmus, waar er minder plooien zijn en meer spieren. Op het einde van de isthmus begint de uterus zelf, welke een dikkere wand heeft dan de isthmus. De overgang is gekenmerkt door de klieren in de lamina propria aan de uteruskant.
Bespreek de uterus van de kip.
Dit is eigenlijk geen correcte naam, omdat de structuur niet lijkt op de uterus van een zoogdier. Het is in feite de schaalklier, wat de kalkschaal maakt van het ei. Vogels hebben hiervoor dus een hoog calciumniveau nodig in het bloed. Het epitheel van de schaalklier is meerlgagig met hier en daar cilia. De mucosa bevat diepe rechte krypten met een gevasculariseerd epitheel wat de kernen ondersteunt.
Waarom heeft de conchae zo’n vorm?
Dat heeft te maken met de golflengte van toonhoogtes. De conchae wordt steeds smaller zodat het met elke toonhoogte tussen ongeveer 20 en 20.000Hz (mens) kan resoneren. Daarbij is het opgerold om ruimte te besparen.
Wat is de functie van de macula densa?
De macula densa is een gespecialiseerd gebied bestaande uit gedifferentieerde cellen in de wand van de gewonden DT. Je vindt deze structuur op de plaats waar de gewonden DT en de afferente arteriole elkaar raken (dus thv de vaatpool van de betreffende glomerulus). De cellen hier zijn groter dan de gewone kubische cellen en liggen heel wat meer opeengepakt. Ze zijn zonder probleem te zien op elk beeld dat we tot dusver hebben gezien: ga gewoon op zoek naar een gebiedje in de gewonden DT dat volgepropt is met een aantal nuclei. Soms vind je er zelfs tien. De nuclei zijn uitgesproken gepolariseerd in de richting van de arteriole en het kapsel. De precieze functie van de macula densa is niet bekend, maar waarschijnlijk dient deze als een sensor, die natrium- en chloride concentraties in het lumen van de distale tubulus meet en de functie van het juxtaglomerulaire apparaat reguleert.
Wat is het type zaadblaas van een rund?
Het volle type met bw septa wat lobuli veroorzaakt.