examenvragen Flashcards
Juist/fout
Enzymen zorgen voor verandering in evenwichtsconstante
fout
juist/fout
Enzymen zorgen voor verandering van de snelheid van de reactie
juist
juist/fout
Enzymen zorgen voor het thermodynamische stabieler maken van het reactieproduct tegenover het substraat
fout
juist/fout
Enzym moet in zelfde concentratie aanwezig zijn als substraat om effectief te zijn.
fout
juist/fout
Een enzym verschuift de ligging van het evenwicht in de richting van de reactieproducten
fout
juist/fout
Enzymen zorgen dat de reactie sneller verloopt en het evenwicht sneller wordt ingesteld.
juist
juist/fout
Enzymen zorgen dat alle substraat reageert tot zijn reactieproducten.
fout
Geef 2 regulatorische enzymen + de pathway + de plaats in de pathway + type regulatie
- Acetyl-CoA carboxylase. Dit enzym zorgt in de vetzuursynthese voor de omzetting van acetyl-CoA in malonyl-CoA. Malonyl-CoA is essentieel om vetten te synthetiseren, dus wanneer acetyl-CoA carboxylase geïnhibeerd wordt zullen vetten niet gesynthetiseerd worden. Het enzym bevindt zich dus helemaal in het begin van de vetzuursynthese. Het wordt allosterisch gemoduleerd. Glucagon en adrenaline hebben beide een inhibitorisch effect (je moet energie vrijgeven, dus de VZS mag niet doorgaan). ACC bevat een gefosforyleerde (actief) en gedefosforyleerde (inactief) vorm. Insuline stimuleert dus het fosfatase die ACC defosforyleert, terwijl glucagon het kinase stimuleert die ACC fosforyleert. Malonyl-CoA heeft verder ter voorkoming van futile cycles een negatief effect op de carnitine shuttle (stap in vetzuuroxidatie).
- Carbamoylfosfaat-synthetase I. Dit enzym vormt het beginpunt van de ureumcyclus. Het zorgt voor de omzetting van NH4 + in carbamoylfosfaat; de ureumcyclus kan niet doorgaan wanneer er geen carbamoylfosfaat aanwezig is. Het wordt allosterisch gereguleerd.
Teken de lineweaver burk plot van een gewoon enzym en een enzym met een competatieve inhibitor.
Geef de Michaëlis-Menten vergelijking
Vmax * [s]
V0 = ————-
Km * [s]
Wat gebeurt er met Km en Vmax bij een oncompetitieve inhibitor? Met welke factor daalt/stijgen ze en wat betekent die factor?
Hierbij heeft de inhibitor bindingsaffiniteit met het enzym-substraatcomplex. Een deel van het substraat kan hierdoor niet worden omgezet. Het aantal moleculen wat omgezet wordt per tijdseenheid daalt dus, dus Vmax daalt. De affiniteit van het substraat voor het enzym is hetzelfde gebleven, maar omdat Vmax gedaald is daalt ½ Vmax ook. Er is minder substraat nodig om aan deze lagere snelheid te komen. Dus Km daalt ook.
Ze dalen met de factor α’, dit is de maat van affiniteit van de inhibitor voor het enzym-substraatcomplex.
Geef de glycolyse met enzymen en intermediairen en geef aan waar het glycogeen metabolisme, pentose fosfaatpathway en fermentatie aanvangen.
Het glycogeenmetabolisme en de PPP vangen aan op glucose-6-fosfaat. De fermentatie vangt aan op Pyruvaat.
Geef de totale ATP productie van 1 glucose molecule die volledig wordt afgebroken tot CO2 en H2O.
Glucose -> glucose-6-fosfaat -1 ATP
Fructose-6-fosfaat -> fructose-1,6-bifosfaat -1 ATP
2x Glyceraldehyde-3-fosfaat -> 1,3-bifosfoglyceraat +2 NADH
2x 1,3-bifosfoglyceraat -> 3 fosfoglyceraat +2 ATP
2x fosfoenolpyruvaat -> pyruvaat +2 ATP
2x pyruvaat -> Acetyl-CoA +2 NADH
2x isocitraat -> alfa-ketoglutaraat +2 NADH
2x alfaketoglutaraat -> succinyl-CoA +2 NADH
2x succinyl-CoA -> succinaat +2 GTP
2x succinaat -> fumaraat +2 FADH
2x malaat -> oxaalazijnzuur +2 NADH
———————————————————————————————–
30 of 32 ATP
Als NADH uit de glycolyse vervoert wordt door de malaat-aspartaat shuttle is het 32, wordt dit vervoert door glycerol-3-fosfaat shuttle is het 32.
Geef de totale ATP productie als pyruvaat dehydrogenase geïnhibeerd wordt.
Glucose -> glucose-6-fosfaat -1 ATP
Fructose-6-fosfaat -> fructose-1,6-bifosfaat -1 ATP
2x Glyceraldehyde-3-fosfaat -> 1,3-bifosfoglyceraat +2 NADH
2x 1,3-bifosfoglyceraat -> 3 fosfoglyceraat +2 ATP
2x fosfoenolpyruvaat -> pyruvaat +2 ATP
5 of 7 ATP
Als NADH uit de glycolyse vervoert wordt door de malaat-aspartaat shuttle is het 7, wordt dit vervoert door glycerol-3-fosfaat shuttle is het 5.
Geef de totale ATP productie als aconitase geïnhibeerd wordt.
Glucose -> glucose-6-fosfaat -1 ATP
Fructose-6-fosfaat -> fructose-1,6-bifosfaat -1 ATP
2x Glyceraldehyde-3-fosfaat -> 1,3-bifosfoglyceraat +2 NADH
2x 1,3-bifosfoglyceraat -> 3 fosfoglyceraat +2 ATP
2x fosfoenolpyruvaat -> pyruvaat +2 ATP
2x pyruvaat -> Acetyl-CoA +2 NADH
citraat -> isocitraat Vind niet plaats
———————————————————————————————–
10 of 12 ATP
Als NADH uit de glycolyse vervoert wordt door de malaat-aspartaat shuttle is het 12, wordt dit vervoert door glycerol-3-fosfaat shuttle is het 10.