Examenvragen Flashcards

1
Q

Voor welke type spectrometrie is de diode array gebruikt als detector?

A

UV-VIS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk onderdeel wordt niet in een elektrochemische cel gebruikt?

A

Detector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe worden immunoglobulines en albumines gemeten?

A

Elektroforese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk onderdeel wordt niet in chromatografie gebruikt?

A

Zoutbrug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Holle kathode lampen zijn gebruikt in

A

Atomaire absorptie spectrofotometrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke is electrode van 1e orde

A

Metaal in evenwicht met zijn ionen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is precisie

A

Maat voor reproduceerbaarheid van meting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke golflengte heeft UV licht

A

200-400 nm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is molariteit

A

Aantal gram moleculen per liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Niet juist

A

Transmissie is direct proportioneel met concentratie
De oxidatie gebeurt aan kathode
Elektrodepotentiaal is onafhankelijk van temperatuur
Het potentiaalverschil is afhankelijk van aantal elektronen in reactie
Glaselektrode is geen referentie elektrode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt niet gebruikt voor identificatie van celelementen?

A

Turbidimetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Plaats monochromator bij AAS

A

Na de vlam (bij UV-VIS ervoor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor staat ICP

A

inductief gekoppeld plasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is doel van vlam bij AAS

A

Atomisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kun je interferentie bij calcium meting tegengaan

A

Chelerende middelen toevoegen, opvoeren vlamtemperatuur, toevoegen releasing agent, vlam zuiver oplosmiddel laten zuigen en signaal op 0 zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zit er niet in galvanische cel

A

Detector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Calomel

A

2e orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het isoelektrisch punt

A

pH waarbij stof geen netto lading meer draagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is PAGE

A

polyacrylamide gel elektroforese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat meet een glaselektrode

A

Het is een pH elektrode

21
Q

Hoe staat de detector gelokaliseerd tov staal bij fluorimetrie

A

Met een hoek van 90 graden

22
Q

Wat bestaat niet

A

Elektroforese on chip

23
Q

Waarvan is activiteitscoëfficiënt afhankelijk

A

De Beyel Huckel vergelijking. Wanneer ionensterkte toeneemt, neemt fa af

24
Q

Welke eigenschap behoort niet tot de inwendige standaard

A

Het wordt niet gebruikt in de ijklijn

25
Q

Welke techniek gebruik je het best voor een kwantitatieve toepassing? (bepaling van concentratie?)

A

fluorimetrie

26
Q

Wat is de golflengte van zichtbaar licht

A

400-800 nm

27
Q

Wat is geen monochromator bij UV-VIS

A

Diode array, dit is een detector

28
Q

Wat is het detectie limiet

A

De concentratie die aanleiding geeft tot signaal/ruis verhouding van 3

29
Q

Wat is golflengte van deuteriumlamp

A

200-400 nm

30
Q

Wat is accuraatheid

A

Maat voor afwijking van meting van werkelijke waarde

31
Q

Fluorimetrie: welk licht moet je op cuvet sturen om de te doseren verhouding te exciteren

A

Excitatiespectrum

32
Q

Welk licht wordt door de geëxciteerde verbinding utigezonden

A

Emissiespectrum

33
Q

Wat is geen gekoppeld proces

A

UV-VIS

34
Q

Waarvoor wordt een druppelende kwik elektrode gebruikt

A

Polarografie

35
Q

Wat is geen membraanelektrode

A

Zwavel

36
Q

Wat is geen onderdeel van massaspectrometrie

A

Kolom

37
Q

Wat is geen proces van massaspectrometrie

A

Triple quadrupple

De processen zijn: ionisatie moleculen, fragmentatie, scheiden op massa, massaspectrum en daarna identificatie

38
Q

Wat hoort er niet bij de fasen van het analytische proces

A

De juiste fases zijn:

    1. Definieer het probleem
    1. Monstername/voorbereiding
    1. Analyse/interferentie aanrijking/bepaling
    1. Berekenen/kritisch evalueren/aangeven analyseresultaten
39
Q

Welke techniek bestaat niet

A

Gas elektroforese

40
Q

Welke substantie kan niet gebruikt worden in stationaire fase bij chromatografie

A

Metaal

41
Q

Wat is het equivalentiepunt

A

Punt waarbij toegevoegde titrant heeft gereageerd met alle oplossing en er nog geen extra is toegevoegd

42
Q

Welke methode gebruik je het best bij kwalitatieve meting?

A

Absorptiespectrofotometrie

43
Q

Wat is geen onderdeel van spectrofotometer

A

Kolom

44
Q

Welke analieten worden best met absorptie spectrofotometrie gemeten

A

Metalen

45
Q

Welke chemische stof bevind zich niet in holle kathode lamp?

A

Zuurstof

46
Q

Wat zijn de 3 basisprocessen waarbij een molecule straling kan absorberen?

A

Rotatie-energietransmissie, vibratie-energietransities en elektronentransities

47
Q

Wat zijn de 2 types monochromator?

A

Roosters en prisma

48
Q

Wat is interferentie

A

Elke effect dat signaal verandert terwijl concentratie van analiet ongewijzigd blijft