Examenvragen Flashcards

1
Q

De juiste volgorde van het viertakt proces is?

a) Arbeid, compressie, uitlaat, inlaat (elke slag 90° krukas)
b) Compressie, arbeid, uitlaat, inlaat (elke slag 90° krukas)
c) Inlaat, arbeid, compressie, uitlaat, (elke slag 180° krukas)
d) Arbeid, uitlaat, inlaat, compressie (elke slag 180° krukas)

A

De juiste volgorde van het viertakt proces is?

d) Arbeid, uitlaat, inlaat, compressie (elke slag 180° krukas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adaptive Steering wordt gebruikt om:

a) De stuurinrichting af te stellen bij het bouwen van de wagen.
b) Het stuurgedrag van de bestuurder te verbeteren.
c) Het sturen voor de bestuurder aangenamer te maken en past zich aan wanneer het nodig is.
d) Ik weet het niet.

A

Adaptive Steering wordt gebruikt om:

c) Het sturen voor de bestuurder aangenamer te maken en past zich aan wanneer het nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem volgende onderdelen:

A
  1. Oliefilter
  2. Oliedrukschakelaar
  3. Hydraulische klepstoter
  4. Oliesproeiers
  5. Carterpan
  6. Olie-aanzuigbuis met zeef
  7. Oliepomp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de aangeduide onderdelen

A

Benoem de aangeduide onderdelen

  1. Bovenste bevestigingspunt
  2. Schokdemper
  3. Schroefveer
  4. Veerpoot
  5. Draagarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de aangeduide onderdelen/zones van de band:

A

Benoem de aangeduide onderdelen/zones van de band:

  1. Loopvlak
  2. Karkas
  3. Flank
  4. Hiel
  5. Schouderzone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij een indirecte stuurinrichting:

a) Zal de bestuurder meer kracht moeten uitoefenen.
b) Worden de stuurbewegingen via een rondsel op een tandheugel overgebracht.
c) Werkt de overbrenging met een vertraging.
d) Weet ik niet.

A

Bij een indirecte stuurinrichting:

c) Werkt de overbrenging met een vertraging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem volgende onderdelen:

A

Benoem volgende onderdelen:

a. Stuurwiel
b. Stuurkolomas
c. Stuurhuis
d. Pitmanarm
e. Stuurstang
f. Fusee-arm
g. Fusee
h. Spoorstang
i. Spoorstangarmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij een viercilinder motor:

a) Zijn er bij iedere 360°krukas 4 arbeidsslagen
b) Overlappen de arbeidslagen elkaar
c) Zijn er bij iedere 360° nokkenas 4 arbeidsslagen
d) Zijn er bij iedere 720° krukas 4 arbeidsslagen

A

Bij een viercilinder motor:

d) Zijn er bij iedere 720° krukas 4 arbeidsslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij kruiskoppeling is er het nadeel dat ze de snelheid van de aandrijvende as niet gelijkmatig overbrengt op de aangedreven as, wanneer deze onder hoek staan. Welke koppeling biedt hier een oplossing voor?

a) Cardankoppeling.
b) Dubbele cardankoppeling.
c) Elastische koppeling.
d) Homokinetische koppeling.

A

Bij kruiskoppeling is er het nadeel dat ze de snelheid van de aandrijvende as niet gelijkmatig overbrengt op de aangedreven as, wanneer deze onder hoek staan. Welke koppeling biedt hier een oplossing voor?

b) Dubbele cardankoppeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De band op de afbeelding heeft een

a) Onderspanning
b) Overspanning
c) Juiste spanning

A

De band op de afbeelding heeft een

b) Overspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De overbrengingsverhouding is:

a) 3.5
b) 0.287
c) 2.5
d) Geen van bovenstaande

A

De overbrengingsverhouding is:

a) 3.5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De pomp van een vloeistofkoppeling draait steeds sneller dan de turbine. Wat is hiervan geen voordeel?

a) Het motorkoppel wordt soepel overgebracht.
b) Er is geen overbelasting van de motor mogelijk.
c) Er is geen mechanische wrijving en slijtage.
d) Men verbruikt minder brandstof.

A

De pomp van een vloeistofkoppeling draait steeds sneller dan de turbine. Wat is hiervan geen voordeel?

d) Men verbruikt minder brandstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De samenstelling van uitlaatgassen van een dieselmotor bestaat bij deellast uit:

  • Zuurstof O2
  • Schadelijke stoffen
  • Stikstof N2
  • Water H2O
  • Kooldioxide CO2
A
  • 74% Stikstof N2
  • 15% Zuurstof O2
  • 8.2% Kooldioxide CO2
  • 2.6% Water H2O
  • 0.2% Schadelijke stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De wikkelingen van de bobine bestaat uit? (beredenerings vraag)

a) Primair: veel wikkelingen uit dikke draad /Secundair: veel wikkelingen uit dunne draad.
b) Primair: veel wikkelingen uit dunne draad /Secundair: weinig wikkelingen uit dikke draad.
c) Primair: weinig wikkelingen uit dikke draad /Secundair: veel wikkelingen uit dunne draad.
d) Primair: weinig wikkelingen uit dunne draad /Secundair: weinig wikkelingen uit dikke draad.

A

De wikkelingen van de bobine bestaat uit? (beredenerings vraag)

c) Primair: weinig wikkelingen uit dikke draad
Secundair: veel wikkelingen uit dunne draad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Duid aan op het PV‐diagram:

  • Compressie
  • Arbeid
  • Inlaat
  • Uitlaat
  • Ontsteking
A

1’-1 : inlaatslag: verloopt bij constante druk, dus via een isobaar.
1-2 : compressieslag: gebeurt zonder warmteverlies, dus langs een adiabaat
2 : ontsteking.
2-3 : verbranding: zonder verplaatsing van de zuiger en warmteverlies, dus langs een isochoor.
3-4 : arbeidsslag: gebeurt zonder warmteverlies, dus langs een adiabaat
4 : openen uitlaatklep.
4-1 : drukval door openen uitlaatklep, geen verplaatsing van de zuiger, dus langs een isochoor.
1-1’ : uitlaatslag. Het uitdrijven van de gassen verloopt bij constante druk, dus langs een isobaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duid het juiste antwoord aan.

a) Bij een dieselmotor is een toerentalregelaar die alle toerentallen regelt onontbeerlijk.
b) Bij het gebruik van piëzo-verstuivers zijn de uitlaatgassen tot 20% zuiverder.
c) De ontstekingsvertraging is onafhankelijk van het toerental van de motor.
d) Inspuitdrukken kunnen oplopen tot maximaal 1000 bar.
e) Ik weet het niet.

A

Duid het juiste antwoord aan.

b) Bij het gebruik van piëzo-verstuivers zijn de uitlaatgassen tot 20% zuiverder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duid aan wat niet tot het doel behoort van de koppeling.

a) De auto tot stilstand brengen zonder de motor af te zetten.
b) Goede samenwerking tussen de het linkse aandrijvende wiel en het rechtse aandrijvende wiel te voorzien.
c) Om schokkend wegrijden van de auto te voorkomen.
d) Om tijdens het rijden vlot te schakelen.

A

Duid aan wat niet tot het doel behoort van de koppeling.

b) Goede samenwerking tussen de het linkse aandrijvende wiel en het rechtse aandrijvende wiel te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duid de foute uitspraak aan. “in een serie geschakeld hybride voertuig…”:

a) is de rol van de verbrandingsmotor enkel om de elektrische motor van energie te voorzien en

de batterij op te laden zodat er steeds maximale efficiëntie is.

b) is er een koppeling en tandwieloverbrenging nodig.
c) zijn de wielen enkel aangedreven door de elektrische motor die meteen ook als
d) generator dient tijdens het remmen.

A

Duid de foute uitspraak aan. “in een serie geschakeld hybride voertuig…”:

b) is er een koppeling en tandwieloverbrenging nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een boxermotor is:

a) Een motor met krukken onder 180° met naast elkaar liggende cilinders
b) Een 2 cilinder motor met de krukken in V-stand ten opzichte van elkaar
c) Een motor met krukken onder 180° en tegenovergestelde cilinders
d) Een 2 cilinder motor met krukken onder 180° en tegenovergestelde cilinders

A

Een boxermotor is:

c) Een motor met krukken onder 180° en tegenovergestelde cilinders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Halfautomatische transmissie. Juist of fout?

  • Een semiautomatische transmissie fungeert meestal als een volautomatische transmissie die kan worden overruled door de bestuurder .
  • Het gebruik van een automatische of semi-automatische transmissie zorgt in de meeste gevallen voor een hoger brandstofverbruik.
  • Eén van de nadelen van een halfautomatische transmissie is, in vergelijking met een gewone versnellingsbak, het grote volume dat moet worden gereserveerd in het motorcompartiment.
A

Halfautomatische transmissie. Juist of fout? • Een semiautomatische transmissie fungeert meestal als een volautomatische transmissie die kan worden overruled door de bestuurder . JUIST

  • Het gebruik van een automatische of semi-automatische transmissie zorgt in de meeste gevallen voor een hoger brandstofverbruik. FOUT
  • Eén van de nadelen van een halfautomatische transmissie is, in vergelijking met een gewone versnellingsbak, het grote volume dat moet worden gereserveerd in het motorcompartiment. FOUT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan met de schuurstraal verbeteren?

a) Door gebruik te maken van een fuseedwarshelling
b) Door gebruik te maken van wielvlucht
c) Door gebruik te maken van wielspoor
d) Geen van bovenstaande

A

Hoe kan met de schuurstraal verbeteren?

a) Door gebruik te maken van een fuseedwarshelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel differentieels heb je nodig bij een vierwielaandrijving?

a) Geen.
b) Eén.
c) Twee.
d) Drie.

A

Hoeveel differentieels heb je nodig bij een vierwielaandrijving?

d) Drie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel keer moet een wagen voorzien van een CVT transmissie schakelen om zijn hoogste vitesse te bereiken?

a) 6 keer
b) 5 keer
c) Er moet niet worden geschakeld (de versnelling is continue)
d) 5 keer schakelen maar wel zonder te ontkoppelen

A

Hoeveel keer moet een wagen voorzien van een CVT transmissie schakelen om zijn hoogste vitesse te bereiken?

c) Er moet niet worden geschakeld (de versnelling is continue)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kies het juiste antwoord: Bij de schroefveren moeten we er op letten dat we de lengte van de geleide armen, de draagarmen en scharnierpunten zo kiezen dat

a) de veerwerking de spoorbreedte beïnvloedt.
b) de veerwerking de schokdemper volledig indrukt.
c) de veerwerking de spoorbreedte niet beïnvloedt.
d) Ik weet het niet

A

Kies het juiste antwoord: Bij de schroefveren moeten we er op letten dat we de lengte van de geleide armen, de draagarmen en scharnierpunten zo kiezen dat

c) de veerwerking de spoorbreedte niet beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Juist of fout

Verbrandingsmotoren hebben een hogere efficiëntie in het overbrengen van mechanische kracht dan elektrische motoren.

De borstelloze elektrische motoren zijn onder te verdelen in 3 categorieën:

Asynchrone inductiemotor, wisselende reluctantiemotor en de permanente magneetmotor.

Een full hybrid auto kan tot 50% energie besparen.

A

Juist of fout

Verbrandingsmotoren hebben een hogere efficiëntie in het overbrengen van mechanische

kracht dan elektrische motoren. FOUT

De borstelloze elektrische motoren zijn onder te verdelen in 3 categorieën:

Asynchrone inductiemotor, wisselende reluctantiemotor en de permanente magneetmotor.

JUIST

Een full hybrid auto kan tot 50% energie besparen. JUIST

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kreukelzones en een veiligheidskooi zullen bij een ongeluk voor bescherming van de inzittenden zorgen. Welke stelling is niet correct?

a) Een veiligheidskooi is een verstevigd frame in het zelfdragend koetswerk dat de inzittenden zal beschermen.
b) Kreukelzones zullen bots-energie om zetten in vervormingsenergie om zo de inzittenden te beschermen.
c) Kreukelzones en de veiligheidskooi zijn een deel van de passieve veiligheid van een wagen.
d) Dankzij het duo van kreukelzones en veiligheidskooi zal de carrosserie in het algemeen stijver worden.

A

Kreukelzones en een veiligheidskooi zullen bij een ongeluk voor bescherming van de inzittenden zorgen. Welke stelling is niet correct?

d) Dankzij het duo van kreukelzones en veiligheidskooi zal de carrosserie in het algemeen stijver worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Men spreekt van een langeslagmotor als:

a) Het slagvolume groter is als de cilinderinhoud
b) De slaglengte groter is als de boring
c) De slaglengte gelijk is aan de boring
d) De compressieverhouding groter is dan 9:1

A

Men spreekt van een langeslagmotor als:

b) De slaglengte groter is als de boring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kruis het juiste antwoord aan (slechts één juist antwoord):

a) Een multigrade-olie heeft als voordeel t.o.v. een monograde-olie dat deze bij een koude start minder weerstand biedt, gemakkelijker kan worden rondgepompt, de vitale delen beter kunnen bereikt worden en zowel in de zomer als ’s winters in onze streken kan gebruikt worden.
b) Een monograde-olie biedt als voordeel dat deze zowel in de zomer als in de winter kan gebruikt worden (in onze streken).
c) Een monograde-olie heeft als voordeel t.o.v. een multigrade-olie dat deze bij een koude start minder weerstand biedt, gemakkelijker kan worden rondgepompt, de vitale delen beter kunnen bereikt worden en zowel in de zomer als ’s winters in onze streken kan gebruikt worden.
d) De 20W-40 is een monograde-olie.

A

Kruis het juiste antwoord aan (slechts één juist antwoord):

a) Een multigrade-olie heeft als voordeel t.o.v. een monograde-olie dat deze bij een koude start minder weerstand biedt, gemakkelijker kan worden rondgepompt, de vitale delen beter kunnen bereikt worden en zowel in de zomer als ’s winters in onze streken kan gebruikt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Maak de zin juist af. “Een parallel geschakeld hybride voertuig…”:

a) past het best bij een full hybrid en dus minder bij een micro of mild hybrid
b) kan de verbrandingsmotor en de elektrische motor niet onafhankelijk van elkaar gebruikt worden.
c) heeft maar 1 koppeling nodig, nl. die van de verbrandingsmotor naar de transmissie voor de differentieel.

A

Maak de zin juist af. “Een parallel geschakeld hybride voertuig…”:

a) past het best bij een full hybrid en dus minder bij een micro of mild hybrid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Plaats de nummers bij de juiste begrippen.

a) Inspuiting
b) Uitlaatgassen
c) Drukverhoging
d) Motor starten
e) Onvolledige verbranding

verstuiver/katalysator/pompplunjer/goeibougie/roetfilter

A

Plaats de nummers bij de juiste begrippen.

a) Inspuiting - verstuiver
b) Uitlaatgassen - katalysator
c) Drukverhoging - pompplunjer
d) Motor starten - gloeibougie
e) Onvolledige verbranding - roetfilter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Op een band is een bandenmarkering aangebracht die de bandenmaat weergeeft: 305/30R19. Welke informatie wordt hiermee gegeven?

A

,Op een band is een bandenmarkering aangebracht die de bandenmaat weergeeft: 305/30R19. Welke informatie wordt hiermee gegeven

Nominale breedte van de band = 305mm

Hoogte/breedte verhouding = 30%

Radiaalband Velgdiameter = 19 inch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Plaats de cijfers bij de juiste afbeelding:

  1. Maximumopbrengt
  2. Gedeeltelijke opbrengst
  3. Geen brandstofinspuiting
A

Geen brandstof inspuiting - Gedeeltelijk opbrengst - Maximumopbrengst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Schokdempers hebben een belangrijke taak in de veiligheid tijdens het rijden. Zo zorgen ze er voor dat de auto niet gaat wegslippen tijdens het nemen van de bocht. Hoe komt dit?

a) De schokdempers zorgen dat de auto niet te veel gaat overhellen waardoor je de controle over de wagen verliest en begint te slippen.
b) De schokdempers houden de wielen op de baan waardoor de wrijving met de weg hoog blijft en de auto niet kan slippen.
c) De schokdempers helpen niet bij het nemen van een bocht.
d) Schokdempers zorgen ervoor dat de auto stabiel blijft waardoor je de auto tijdens het sturen beter kan controleren.

A

Schokdempers hebben een belangrijke taak in de veiligheid tijdens het rijden. Zo zorgen ze er voor dat de auto niet gaat wegslippen tijdens het nemen van de bocht. Hoe komt dit?

b) De schokdempers houden de wielen op de baan waardoor de wrijving met de weg hoog blijft en de auto niet kan slippen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Synchromesh: benoem de onderdelen:

A

Synchromesh: benoem de onderdelen:

  1. Blokkeerkogel
  2. Synchronaaf
  3. Gelagerd tandwiel
  4. Uitgaande as
  5. Schakelmof
22
Q

Vul de juiste cijfers in achter het juiste onderdeel, en duidt de motoras (ingang van versnellingsbak) en de aandrijfas (uitgang van versnellingsbak) aan.

a) Planetair tandwielstelse
b) Koppelomvormer
c) Koppelinge
d) Motoras
e) Aandrijfas

A

Vul de juiste cijfers in achter het juiste onderdeel, en duidt de motoras (ingang van versnellingsbak) en de aandrijfas (uitgang van versnellingsbak) aan.

a) Planetair tandwielstelse - 9, 10
b) Koppelomvormer - 1, 2, 3, 17
c) Koppelinge - 4, 5, 6, 7, 8
d) Motoras - Links
e) Aandrijfas - Rechts

23
Q

Vul onderstaande zin aan: “Een hoge verhouding geeft een …………………….., een lage geeft …………………..”

A

Vul onderstaande zin aan: “Een hoge verhouding geeft een …………………….., een lage geeft …………………..”

Lage topsnelheid, meer trekkracht

OF

Hoge topsnelheid, minder trekkracht,

24
Q

Waarom wordt er bij directe injectie bij lagere toerentallen een Conisch wervelende straal ingespoten?

a) Dit gebeurt automatisch en heeft geen extra nut.
b) Om de oliefilm op de cilinderwand niet de verdunnen.
c) Om ervoor te zorgen dat de brandstof homogeen verdeeld wordt d) Ik weet het niet.

A

Waarom wordt er bij directe injectie bij lagere toerentallen een Conisch wervelende straal ingespoten?

b) Om de oliefilm op de cilinderwand niet de verdunnen.

26
Q

Waarom zijn er merktekens aangebracht op de tandwielen van de krukas en nokkenas?

a) Zodat niet het verkeerde merk van tandwiel gebruikt wordt.
b) Om de krukas en nokkenas op punt te zetten voor demontage of montage van de riem/ketting.
c) Om de kleptiming aan te passen.

A

Waarom zijn er merktekens aangebracht op de tandwielen van de krukas en nokkenas?

b) Om de krukas en nokkenas op punt te zetten voor demontage of montage van de riem/ketting.

28
Q

Wanneer de viscositeitsindex hoog is:

a) Dan zal de viscositeit van de smeerolie sterk veranderen bij temperatuurswisselingen.
b) Dan zal de viscositeit van de smeerolie weinig veranderen bij temperatuurswisselingen.
c) Is de viscositeit van de smeerolie groot.
d) Is de viscositeit van de smeerolie klein.

A

Wanneer de viscositeitsindex hoog is:

b) Dan zal de viscositeit van de smeerolie weinig veranderen bij temperatuurswisselingen.

30
Q

Wanneer dient de ontsteking plaats te vinden?

a) Juist voor het BDP
b) Juist na het BDP
c) Juist voor het ODP
d) Juist na het ODP

A

Wanneer dient de ontsteking plaats te vinden?

a) Juist voor het BDP

32
Q

Wanneer gaat men de olie zeker koelen in de motor?

a) als de motor te warm is
b) als de motor een grote oliepan heeft
c) na het opstarten van de motor met een kleine oliepan.
d) wanneer de viscositeit van de olie te hoog is

A

Wanneer gaat men de olie zeker koelen in de motor?

c) na het opstarten van de motor met een kleine oliepan.

34
Q

Wat doet de krukas niet?

a) Kleppen openen en sluiten
b) Op-en-neer gaande beweging van de zuiger omzetten in een ronddraaiende beweging
c) Ervoor zorgen dat de motor meer in balans is

A

Wat doet de krukas niet?

a) Kleppen openen en sluiten

35
Q

Wat is blow by?

a) Verbrandingsgassen die langs een slechte klepzitting ontsnappen wat tot vermogensverlies tot gevolg heeft.
b) Verbrandingsgassen die langs slechte zuigerveren ontsnappen wat tot vermogensverlies tot gevolg heeft.
c) Verbrandingsgassen die langs een slechte bougieafdichting ontsnappen wat tot vermogensverlies tot gevolg heeft.

A

Wat is blow by?

b) Verbrandingsgassen die langs slechte zuigerveren ontsnappen wat tot vermogensverlies tot gevolg heeft.

36
Q

Wat is de formule voor de overbrengingsverhouding?

a) ?=?2/?1​
b) ? = ?2/?1
c) ?=?2/?1
d) Alle bovenstaande formules zijn juist

A

Wat is de formule voor de overbrengingsverhouding?

d) Alle bovenstaande formules zijn juist

37
Q

Wat is de juiste werking bij een hydropneumatische vering met een hoogteregelaar?

a) Het gewicht van de wagen is groot waardoor de plunjer verschuift naar links met als gevolg het verpompen van vloeistof boven zuiger tot wagen terug op normale hoogte (=ruststand).
b) Het gewicht van de wagen is klein waardoor de plunjer verschuift naar links met als gevolg het verpompen van vloeistof boven zuiger tot wagen terug op normale hoogte (=ruststand).
c) Het gewicht van de wagen is groot waardoor de plunjer verschuift naar rechts met als gevolg het verpompen van vloeistof boven zuiger tot wagen terug op normale hoogte (=ruststand).

A

Wat is de juiste werking bij een hydropneumatische vering met een hoogteregelaar?

a) Het gewicht van de wagen is groot waardoor de plunjer verschuift naar links met als gevolg het verpompen van vloeistof boven zuiger tot wagen terug op normale hoogte (=ruststand).

39
Q

Wat is de meest brandstof efficiënte methode?

a) Indirecte meerpuntsinjectie
b) Indirecte centrale injectie
c) Directe injectie
d) Ik weet het niet

A

Wat is de meest brandstof efficiënte methode?

c) Directe injectie

41
Q

Wat is een loze vonk bij een 4-takt motor?

a) een vonk die niet krachtig genoeg was waardoor het gas niet tot ontsteking kon komen.
b) een vonk die te vroeg ontstaat waardoor de arbeidsslag niet optimaal is.
c) een vonk die ontstaat en geen arbeidsslag tot gevolg heeft.
d) een vonk die ontstaat in een de vier cilinders die op dat moment niet aan hun arbeidsslag dienen te beginnen.

A

Wat is een loze vonk bij een 4-takt motor?

c) een vonk die ontstaat en geen arbeidsslag tot gevolg heeft.

42
Q

Wat is een sequentiële inspuiting?

a) Elke cilinder zijn eigen inspuitmoment
b) De cilinders worden in groepen tegelijk ingespoten
c) De cilinders worden gelijktijdig ingespoten
d) De brandstof wordt continu ingespoten maar met een variabele hoeveelheid

A

Wat is een sequentiële inspuiting?

a) Elke cilinder zijn eigen inspuitmoment

43
Q

Wat is geen voordeel van een directe benzine-inspuiting?

a) Lager specifiek brandstofverbruik
b) Hoger vermogen en koppel
c) Betere rijeigenschappen
d) Lagere productiekost

A

Wat is geen voordeel van een directe benzine-inspuiting?

d) Lagere productiekost

45
Q

Wat is geen voordeel van een elektronisch ontstekingssysteem?

a) Minder mechanische slijtage
b) Hogere spanning voor de ontsteking
c) Betere timing
d) Grotere compressieverhouding

A

Wat is geen voordeel van een elektronisch ontstekingssysteem?

d) Grotere compressieverhouding

46
Q

Wat is geen voordeel van het aanbrengen van een grondverflaag via elektrische weg?

a) een betere krasbescherming
b) geen gevaar voor aflopen
c) geen poriën in de antiroestlaag
d) het niet dichtlopen van kleine noodzakelijke gaatjes in de carrosserie

A

Wat is geen voordeel van het aanbrengen van een grondverflaag via elektrische weg?

a) een betere krasbescherming

47
Q

Wat is het nadeel van geventileerde remschijven t.o.v. traditionele remschijven?

a) Ze hebben een hoger gewicht.
b) De remkrachten die er op kunnen worden uitgeoefend zijn kleiner.
c) Ze zijn minder stevig.

A

Wat is het nadeel van geventileerde remschijven t.o.v. traditionele remschijven?

a) Ze hebben een hoger gewicht.

48
Q

Wat is het nadeel van torsieveren?

a) Vergt onderhoud
b) Inveren beïnvloed camber van het wiel sterk.
c) Niet zelf dempend
d) Lage niet-afgeveerde massa

A

Wat is het nadeel van torsieveren?

c) Niet zelf dempend

50
Q

Wat is het “pingelen” van een motor?

a) Het slecht indraaien van een bougie waardoor deze een rammelend geluid veroorzaakt.
b) Een test die wordt uitgevoerd om te meten of de motor niet te veel storend geluid produceert.
c) Het vroegtijdig ontbranden van de brandstof.
d) Het uitlezen van de motor–ECU.

A

Wat is het “pingelen” van een motor?

c) Het vroegtijdig ontbranden van de brandstof.

51
Q

Wat is hét nadeel van een carbon ultracapacitor (3V per cel).

a) Het duurt lang om ze op te laden
b) Kostprijs voor consumenten
c) Niet geschikt om snel op te trekken met het voertuig
d) Lage energiedichtheid

A

Wat is hét nadeel van een carbon ultracapacitor (3V per cel).

d) Lage energiedichtheid

52
Q

Wat wordt er hier voorgesteld en benoem de onderdelen:

A

Wat wordt er hier voorgesteld en benoem de onderdelen:

Kleppenhuis van de stuurbekrachtiging

  1. Toevoer servopomp
  2. Aansluiting slang voor retourolie
  3. Naar rechterkant zuiger
  4. Naar linkerkant zuiger
  5. Kleppenhuis
  6. Rondsel
  7. Torsiestaaf
  8. Verdeelhuis
  9. Regelhuis
53
Q

Wat zijn hydragas-veerelementen?

a) Water gevulde bolvormige kamers
b) Lucht gevulde bolvormige kamers
c) Stikstof gevulde bolvormige kamers

A

Wat zijn hydragas-veerelementen?

c) Stikstof gevulde bolvormige kamers

54
Q

Wat zit er in de gleuf van onderdeel 5?

A

Wat zit er in de gleuf van onderdeel 5?

Schakelvork

56
Q

Welk is geen voordeel van achterwielaandrijving t.o.v. achterwielaandrijving?

a) Niet geschikt voor vrachtwagens.
b) Bouw van de vooras is minder ingewikkeld.
c) Bij het berg oprijden neemt de druk op de aandrijvende wielen toe.
d) Op beijzelde hellingen zullen de wielen minder vlug doorslippen.

A

Welk is geen voordeel van achterwielaandrijving t.o.v. achterwielaandrijving?

a) Niet geschikt voor vrachtwagens.

57
Q

Welk is niet één van de belangrijkste vormen van corrosie voor de automobielsector

a) spleetcorrosie
b) spanningscorrosie
c) chemische corrosie
d) elektrochemische corrosie

A

Welk is niet één van de belangrijkste vormen van corrosie voor de automobielsector

a) spleetcorrosie

58
Q

Welk soort trommelrem is dit?

a) Simplexrem
b) Duplexrem
c) Duo-duplexrem
d) Servorem

A

b) Duplexrem

59
Q

Welk type hoofdremcilinder wordt het meest toegepast bij wagens?

a) Hoofdremcilinder met één zuiger
b) Hoofdremcilinder met twee zuigers
c) Hoofdremcilinder met drie zuigers

A

Welk type hoofdremcilinder wordt het meest toegepast bij wagens?

b) Hoofdremcilinder met twee zuigers

60
Q

Welk van de onderstaande uitspraken is juist.

a) een dc-dc omzetter (converter) noemen we ook wel eens een frequentieomvormer.
b) dc-dc converters bestaan zowel geïsoleerd als niet-geïsoleerd.
c) dc-ac converters zijn nodig voor zowel de motor te kunnen aandrijven en om andere dingen te voeden (audio, airco, verwarming,…)

A

Welk van de onderstaande uitspraken is juist.

b) dc-dc converters bestaan zowel geïsoleerd als niet-geïsoleerd.

61
Q

Welk van de volgende eigenschappen is niet van toepassing voor TRACS?

a) Het voortdurend omwentelingen vergelijken van enerzijds de linker- en anderzijds de rechter voor- en achterwielen.
b) Maximale trekkracht leveren.
c) Het brandstofverbruik daalt met 30%.
d) De ESP is hierin geïntegreerd, deze zorgt voor een betere stabiliteit van de wagen.

A

Welk van de volgende eigenschappen is niet van toepassing voor TRACS?

c) Het brandstofverbruik daalt met 30%.

62
Q

Welke abnormale bandenslijtage kan je afleiden uit de afbeelding?

a) Foutief afgestelde sporing
b) Foutief afgestelde wielvlucht
c) Te lage bandenspanning

A

Welke abnormale bandenslijtage kan je afleiden uit de afbeelding?

b) Foutief afgestelde wielvlucht

63
Q

Welke configuraties kunnen koordlagen van een karkas in een band hebben?

a) Diagonaal of longitudinaal
b) Diagonaal onder verschillende hoeken
c) Longitudinaal of radiaal
d) Diagonaal of radiaal

A

Welke configuraties kunnen koordlagen van een karkas in een band hebben?

d) Diagonaal of radiaal

65
Q

Welke functie hebben de holtes met vriesdoppen niet?

a) Bij het bevriezen van koelvloeistof voorkomen de vriesdoppen dat de motor breekt.
b) Om gemakkelijk de temperatuur te kunnen meten van de koelvloeistof.
c) Bij fabricage van de motor dienen deze holtes om het zand uit de motor te krijgen.

A

Welke functie hebben de holtes met vriesdoppen niet?

b) Om gemakkelijk de temperatuur te kunnen meten van de koelvloeistof.

67
Q

Welke soort bougie is te zien in de nevenstaande figuur?

a) Multiground bougie
b) Gloeibougie
c) Angled ground bougie
d) Droge bougie

A

Welke soort bougie is te zien in de nevenstaande figuur?

a) Multiground bougie

68
Q

Welke stelling betreffende de overbrenging voor het achteruitrijden is fout?

a) Deze vertanding is steeds recht voor betere krachtenoverbrenging.
b) Het extra tandwiel wordt gebruikt om de draairichting van de hoofdas tegengesteld te maken aan de aandrijfas.
c) Bij een gesynchroniseerde versnellingsbak is deze vertanding schuin.

A

c) Bij een gesynchroniseerde versnellingsbak is deze vertanding schuin.

69
Q

Welke stelling is juist?

a) Een achterspoiler heeft een positief effect op de downforce bij voorwielaandrijving
b) Een natte auto stallen in een verwarmde garage bevordert corrosievorming
c) Zelfdragende carrosserieën gemaakt uit persstukken zijn minder gevoelig voor spanningscorrosie dan deze gebouwd op een chassis.
d) Bij een middenklasse auto wordt 45% van het vermogen gebruikt om de luchtweerstand te overwinnen bij circa 120km/h.

A

Welke stelling is juist?

b) Een natte auto stallen in een verwarmde garage bevordert corrosievorming

70
Q

Welke stellingen zijn correct: Bij een gedesaxeerde zuigerpen

a) Is de pen van de zuiger 1 tot 2mm verschoven naar de werkzijde van de cilinder.
b) Is de pen van de zuiger 1 tot 2mm verschoven naar de niet- werkzijde van de cilinder.
c) Kantelt de zuiger tegen de belaste zijde van de cilinder tijdens de arbeidsslag.
d) Kantelt de zuiger tegen de belaste zijde van de cilinder op het einde van de compressieslag.

A

Welke stellingen zijn correct: Bij een gedesaxeerde zuigerpen

a) Is de pen van de zuiger 1 tot 2mm verschoven naar de werkzijde van de cilinder. d) Kantelt de zuiger tegen de belaste zijde van de cilinder op het einde van de compressieslag.

71
Q

Welke uitspraak is foutief?

a) Direct ingespoten dieselmotoren hebben een hoger vermogen dan indirect ingespoten diesels.
b) De druk tijdens de inspuiting bij direct ingespoten dieselmotoren is hoger dan bij indirecte brandstofinspuiting.
c) Direct ingespoten dieselmotoren verbruiken meer dan indirect ingespoten diesels.
d) In een direct ingespoten dieselmotor is er door de oppervlakte en ligging van de verbrandingskamer minder verlies van verbrandingswarmte dan in een indirect ingespoten diesel.
e) Ik weet het niet.

A

Welke uitspraak is foutief?

c) Direct ingespoten dieselmotoren verbruiken meer dan indirect ingespoten diesels.

72
Q

Welke uitspraak is foutief?

a) Het brandstofverbruik van een motor met wervelkamer is lager dan dat van een motor met voorkamer maar hoger dan dat van een direct ingespoten motor.
b) Een dieselmotor werkt zuiniger dan een benzinemotor, maar heeft een lager vermogen bij gelijke cilinderinhoud.
c) Bij een plunjer met bovenliggende stuurkant is het inspuitbegin hetzelfde maar het inspuiteinde veranderlijk.
d) Ik weet het niet.

A

Welke uitspraak is foutief?

c) Bij een plunjer met bovenliggende stuurkant is het inspuitbegin hetzelfde maar het inspuiteinde veranderlijk.

73
Q

Welke uitspraak over remvloeistof is niet waar

a) Remvloeistof moet chemisch stabiel zijn, zowel bij hoge als lage temperaturen.
b) Remvloeistof moet een hoog kook- en vlampunt hebben.
c) Remvloeistof moet water bevatten.

A

c) Remvloeistof moet water bevatten.

75
Q

Welke van de volgende is geen doel van de condensator bij een mechanische ontsteking?

a) Het opnemen van de inductiestoot zodat er geen vonk ontstaat tussen de contactpunten van de onderbreker.
b) Helpen bij het opwekken van de wisselstroom in de bobine.
c) Het zorgen voor een zo hoog mogelijke inductiespanning.
d) Ervoor zorgen dat de hoogspanning naar de juiste bougie wordt geleid.

A

Welke van de volgende is geen doel van de condensator bij een mechanische ontsteking?

d) Ervoor zorgen dat de hoogspanning naar de juiste bougie wordt geleid.

76
Q

Welke van de volgende stellingen is fout?

a) Bij het toenemen van de snelheid wordt de auto

naar boven gedrukt en verminderd de druk op de

wielen

b) Boven de 60km/h overheerst de luchtweerstand:

deze neemt toe met het kwadraat van de snelheid

c) Belangrijk voor de veiligheid is dat bij een

aanrijding de deuren gesloten blijven maar nadien gemakkelijk door de vormvastheid van de deur en kooi de deur gemakkelijk open gaan.

d) Om het gewicht van de auto zo laag mogelijk te houden gebruikt men steeds meer kunststof zowel voor kledingselementen als voor bijvoorbeeld bumpers. Als kunststoffen worden thermoharders en elastomeren gebruikt.

A

Welke van de volgende stellingen is fout?

a) Bij het toenemen van de snelheid wordt de auto

naar boven gedrukt en verminderd de druk op de wielen

77
Q

Welke van onderstaande stellingen is correct?

a) Het distributiesysteem van de wagen zal er voor zorgen dat het brandstofmengsel correct verdeeld wordt over alle cilinders
b) Een distributieketting is geruislozer dan een distributieriem
c) Een distributieketting heeft een langere levensduur dan een distributieriem

A

Welke van onderstaande stellingen is correct?

c) Een distributieketting heeft een langere levensduur dan een distributieriem

78
Q

Zet de juiste letter bij het juiste cijfer

  1. Maximale cilindervulling
  2. Wervelende cilindervulling
  3. Wervelkanaal
  4. Verstuiver
  5. Afsluitklep
A

C. Maximale cilindervulling
D. Wervelende cilindervulling
E. Wervelkanaal
A. Verstuiver
B. Afsluitklep

79
Q

Zet de juiste letter bij het juiste cijfer

  1. Tank
  2. Benzinepomp
  3. Filter
  4. drukregelaar
  5. Benzinedamp absorptievat
  6. Gemeenschappelijke verdeelbuis met verstuiver
  7. Elektromagnetische klep absortievat
A

C. Tank
E. Benzinepomp
D. Filter
F. drukregelaar
A. Benzinedamp absorptievat
G. Gemeenschappelijke verdeelbuis met verstuiver
B. Elektromagnetische klep absortievat

80
Q

Zet de juiste naam bij de juiste figuur:

A

Zet de juiste naam bij de juiste figuur:

  1. Zelfdragend chassis
  2. Zelfdragende carroserie
  3. Chassis + carroserie
81
Q

zet de karakteristieken op de juiste plaats in de tabel.

a) Vrij luid
b) Lage productiekost
c) Compact en hoge efficiëntie
d) Onderdelen zijn van zeldzame aardmetalen die enkel te vinden zijn in de buurt van China
* Wisselende reluctantiemotor
* Permanente magneet – DC – motor

A

zet de karakteristieken op de juiste plaats in de tabel.

a) Vrij luid
b) Lage productiekost
c) Compact en hoge efficiëntie
d) Onderdelen zijn van zeldzame aardmetalen die enkel te vinden zijn in de buurt van China

  • Wisselende reluctantiemotor: a, b
  • Permanente magneet – DC – motor: c,d
82
Q

Zet het juiste nummer bij het overeenkomstige onderdeel i.v.m. de trommelrem:

A

Zet het juiste nummer bij het overeenkomstige onderdeel i.v.m. de trommelrem:

  1. Wielremcilinder
  2. Ankerplaat
  3. Veer
  4. Remschoen
  5. Handremkabel
  6. Regelaar
83
Q

Zet het juiste nummer bij het overeenkomstige onderdeel i.v.m. de schijfrem:

A

Zet het juiste nummer bij het overeenkomstige onderdeel i.v.m. de schijfrem:

  1. Remklauw
  2. Zuiger
  3. Remblokken
  4. Remschijf
  5. Naaf
  6. Wielbevestigingsplaats