Examens Definities Flashcards

1
Q

Tweedegraadsfunctie

A

Een tweedegraadsfunctie is een functie met voorschrift
f(x) = ax^2 + bx +c,
Met a ∈ R^0 en b,c ∈ R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zuiver Kwadratisch verband

A

Het verband tussen twee grootheden y en x is zuiver kwadratisch als het quotiënt y/x^2 constant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerk besluit grafiek functie
f(x) = ax^2 + bx +c

A
  • a > 0: dalparabool
    a < 0: bergparabool
  • groter a = smaller parabool
    kleiner a = groter parabool
  • symmetrieas is rechte x = a
  • top coördinaat (a, β)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerk besluit grafiek functie
f(x) = ax^2 + bx +c
(met a ∈ R^0)

A
  • a > 0: dalparabool
    a < 0: bergparabool
  • groter a = smaller parabool
    kleiner a = breder parabool
  • symmetrieas is rechte x = -b/2a
  • top coördinaat (-b/2a, -D/4a)
  • y-coordinaat = f(-b/2a)
  • snijpunten x-as = ax^2+bx+c = 0
  • snijpunten y-as = (0,y)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tweedegraadsvergelijking

A

Een tweedegraadsvergelijking is een vergelijking met de vorm ax^2 + bx + c = 0
met a ∈ R^0 en b,c ∈ R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tweedegraadsongelijkheid

A

Een tweedegraadsongelijkheid is een ongelijkheid van de vorm
ax^2 + bx + c ≤ 0
ax^2 + bx + c < 0
ax^2 + bx + c ≥ 0
ax^2 + bx + c > 0
met a ∈ R^0 en b,c ∈ R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Propositie

A

Een propositie is een uitspraak die ofwel waar, ofwel onwaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Negatie

A

Een negatie van een propositie p is een uitspraak die enkel waar is als en slechts als p onwaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Conjuctie

A

De conjunctie van twee proposities p en q is een uitspraak die enkel waar is als en slechts als p en q waar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Disjunctie

A

De disjunctie van twee proposities p en q is een uitspraak die enkel onwaar is als en slechts als p en q onwaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Implicatie

A

De implicatie van twee proposities p en q is een uitspraak die enkel onwaar is als en slechts p waar en q onwaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Equivalentie

A

De equivalentie van twee proposities p en q is een uitspraak die enkel waar is als en slechts als p en q waar zijn, of beide onwaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doorsnede

A

De doorsnede van twee verzamelingen A en B is de verzameling van de elementen die tot A en B behoren
A∩B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Unie

A

De unie van twee verzamelingen A en B is de verzameling van de elementen die tot A of b behoren
A∪B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschil

A

Het verschil van twee verzamelingen A en B is de verzameling van de elementen die tot A en niet tot B behoren
A\B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De somregel:

De somregel voor disjuncte verzamelingen:

A

(A∪B) = #A + #B - #(A∩B)

17
Q

De verschilregel

A

(A\B) = #A - #(A∩B)

18
Q

De complementregel

A

Ā = #B - #A

19
Q

Productregel

A

Als A∨1, A∨2, …, A∨k willekeurige eindige verzamelingen zijn dan geldt: #(A∨1 x A∨2 x … x A∨k) = #A∨1 x #A∨2 x … x #A∨k

20
Q

Faculteit

A

∀ n ∈ N \ {0, 1} : n! = (n-1) x (n-2) x … x 1
1! = 1
0!= 1

21
Q

kenmerken grafiek functie
f(x) = a . (x-α)² + β

A

a > 0: dalparabool
a < 0: bergparabool
- groter a = smaller parabool
kleiner a = breder parabool
- symmetrieas is rechte x = α
- top coördinaat (α, β)