Examenbundel Flashcards

1
Q

Tijdens inspectie in stand kan je een soepele platvoet (pes planus) herkennen aan:

A

de volledige voetzool die contact maakt met de grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De soepele platvoet verdwijnt in:

A

Teenstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tijdens het klinisch onderzoek merk je bij Pes planus een normale:

A

Inversie-eversie ROM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke stelling is correct i.v.m. de hakvoet tijdens klinisch onderzoek?

a) kan in een normale stand worden gebracht, zelfs in equinovarus.
b) gaat gepaard met een interne rotatiestand van de onderste ledenmaten.

A

Enkel stelling a is juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Juist of fout?

Bij genu varum en genu varus zal altijd een chirurgische ingreep worden uitgevoerd om het bot terug te alligneren of botgroei te heroriënteren.

A

Fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vul aan

Externe tibiale torsie wordt zelden chirurgisch verbeterd voordat het kind een leeftijd van …a)… heeft, maar kan overwogen worden indien er een ….b)…. is.

A

a) 10 jaar
b) Instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke stelling is correct?

a) Conservatieve therapie wordt aangewezen bij Freiberg.
b) Tibiocalcaneaire arthrodese wordt voornamelijk toegepast bij zware gevallen van calcaneovalgus.

A

Enkel stelling b) is juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke aangeboeren aandoening wordt het afgeraden om uw schoenen te wisselen van voet?

A

Antepes adductus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vul aan

Kinderen reageren…….. op een conservatieve behandeling bij discus hernia.

A

Minder goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe komt het dat bacteriële infecties van ruggenwervels vaker voorkomen bij kinderen?

A

Hun wervels zijn beter doorbloedt, waardoor infecties zich makkelijker verspreiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe maak je gemakkelijk het onderscheid tussen functionele en structurele hyperkyfose?

A

/a/ extensie TWK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adhv welke test gebeurt de orthopedische evaluatie van een scoliose?

A

Adam’s forward bent test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij musculaire torticollis is het hoofd geroteerd naar de …a)… zijde en is er een …b)… naar de ….c)…. zijde.

A

a) heterolaterale
b) tilting
c) homolaterale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Spondylolyse wordt meestal …. aangepakt

A

Conservatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij het kiezen van een behandelmethode voor een hyperkyfose dient men rekening te
houden met onder andere de …a)… en …b)… van het kind.

A

a) leeftijd
b) gezondheidstoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij operaties van de knie moet men opletten, aangezien dit kan leiden tot:

A

Groeistoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Juist of fout?

Patella Biparta wordt meestal niet geopereerd.

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Juist of fout?

Kinderzitjes zijn niet bedoeld op CWK-letsels te voorkomen, maar om heupfracturen te vermijden.

A

Fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de gevolgen van de valguskracht aan de mediale zijde van de elleboog bij Little league elbow?

A

Microscheuren van de flexor pronator groep en distractie van de mediale ligamenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wordt bij de orthopedische evaluatie van kinderen bij elke aandoening radiologisch onderzoek aangeraden?

A

Neen, iedere aandoening heeft een andere manier van diagnosestelling en radiologisch onderzoek wordt niet aangeraden bij kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke spier(en) zijn het meest aangedaan bij hamstrings verrekkingen bij kinderen?

A

Semitendinosus en semimembranosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoeveel % van trauma’s bij kinderen zijn fracturen?

A

10-25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bij welke fractuur moet men aandacht hebben voor kindermishandeling?

A

Fractuur van de processus spinosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Spirale fracturen ontstaan door

A

Een torsiekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is geen differentiaaldiagnose van child-abuse letsels?

a) Spina bifida
b) Leukemie
c) Hemofilie
d) Osteogenesis imperfecta

A

b) Leukemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat hoort bij een graad 3B van open fracturen?

a) Inside-out; minder dan 1 cm
b) Arterieel letsel
c) Bot bloot
d) Meer dan 1 cm; belangrijke weke delen zijn geraakt

A

c) Bot bloot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Een fractuur die ontstaat door compressie v-tussen diafyse en metafyse is een:

a) stressfractuur
b) bucklefractuur
c) transverse fractuur
d) comminutieve fractuur

A

b) bucklefractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waar wordt een groenhoutfractuur het meeste gezien?

A

Bij de radius en Ulna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

In welke positie wordt het been in gips gezet bij niet-verplaatste fracturen van patella, eminentia intercondylaris en prox. tibia?

A

Hyperextensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn de 3 belangrijkste risicofactoren voor het onstaan van CP in de vroege kindertijd?

A
  • Meervoudige geboorten
  • Laag geboortegewicht
  • vroeggeboorte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Bij welke vorm van Spina bifida zien we het vaakst orthopedische problemen?

A

Myelomeningocele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Bij spierdystrofie van duchenne onstaat er een …a)… van de heupspieren. Dit zorgt voor een …b)… Lumbaal, waardoor er rugpijn en vervormingen ontstaan.

A

a) Verkorting
b) Hyperlordose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is een populaire behandeling in een vroeg stadia van neuromusculaire scoliose?

a) groeistaven en spinale fusie
b) VPTR en bracing
c) groeistaven en VPTR

A

c) Groeistaven en VEPTR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is het doel van Fysiotherapie bij acute TBI?

A

Focus op de gezondheid en het voorkomen van secundaire veranderingen aan spier en skeletstelsel.

35
Q

Legg-calvé-Perthes komt vaker voor bij:

A

Jongens

36
Q

Het klinische ziektebeeld van leg-calvé-perthes ontstaat (na):

a) Ideopatisch
b) trauma
c) langdurig intensief sporten

A

a) Ideopatisch

37
Q

Juist of fout?

Epifysiolyse van de heup komt vaker voor bij meisjes.

A

Fout

38
Q

Juist of fout?

Heupdysplasie komt het vaakst voor bij Aziaten.

A

Fout

39
Q

Het belangrijkste klinische teken van heupdysplasie is:

A

verminderde asymmetrische abductie van de heup

40
Q

Kinderen met type …a)… SMA zullen nooit zelfstandig kunnen zitten. …b)…. is een voorbeeld van een functionele schaal om bij deze patiënten de orthopedie te beoordelen.

A

a) Type I SMA
b) CHOP INTEND

41
Q

Wat is een mogelijk doel van de orthopedische opvolging bij patiënten met SMA?

a) therapietrouw verbeteren
b) veranderingen doorheen de tijd waarnemen
c) Informatie inwinnen over deze aandoening

A

b) veranderingen doorheen de tijd waarnemen

42
Q

Moet bij SMA de trainingssessie gestopt worden voordat de patiënt uitgeput geraakt?

A

Ja, de therapeut is verplicht de training te beëindigen voordat de patiënt uitgeput geraakt. Dit kan oververmoeidheid en schade toebrengen.

43
Q

Wat is juist met betrekking tot scoliose bij SMA:

a) Scoliose treedt alleen bij type I SMA op.
b) Spinal bracing voorkomt scoliose bij kinderen met SMA.
c) Chirurgische ingrepen tegen scoliose kan het beste bij niet ambulante patiënten uitgevoerd worden.

A

c) Chirurgische ingrepen tegen scoliose kan het beste bij niet ambulante patiënten uitgevoerd worden.

44
Q

Juist of fout?

Afname van kracht in de intrinsieke en extrinsieke handspieren zijn symptomen van CMT die
vaak vroeg in de pathologie ontstaan.

A

Juist

45
Q

Juist of fout?

CMT is een van de minst voorkomende neuromusculaire aandoeningen.

A

Fout

46
Q

Juist of fout?

Deformiteiten van de voet zijn een veelvoorkomend fenomeen bij CMT

A

Juist

47
Q

Typische zwakte van voet en enkel deformiteiten start in de intrinsieke voetspieren en gaat verder naar:

A

Proximaal en geeft zwakte van Peronei longus, brevis en Tibialis anterior

48
Q

Wat is de meest voorkomende en juist beschreven oorzaak van de deformiteit bij patiënten met CMT?

A

pes cavus: onstaat door musculaire disbalans tusssen intrinsieke voetspieren en/of tibialis anterior en Peroneus longus

49
Q

Wat is de oorzaak voor een sub-luxatie of een heupdislocatie bij CP?

A

Spasticiteit van adductoren en iliopsoas

50
Q

Toeing in kan veroorzaakt worden door …a)…, …b)… of ….c)… .

A

a) toegenomen femorale anteversie
b) interne rotatie van de tibia
c) Metatarsus varus

51
Q

Een ….. is een interessante AFO, aangezien deze dorsiflexie toelaat.

A

HAFO (Hinged-AFO)

52
Q

Een ….. AFO is een van de AFO’s die wordt aanbevolen bij diplegie.

A

SAFO (Solid-AFO)

53
Q

Bij de ….. AFO is een knieflexiecontractuur een contra-indicatie

A

FRO-AFO (Floor reaction orthesis)

54
Q

Bij CP moet men de ….. van mono-articulaire spieren vermijden.

A

spiertendineuze verlenging

55
Q

Welk orthopedische afwijkingen komen voor bij kinderen met spina bifida?

A
  • Klompvoet
  • Equinus afwijking
  • Verticale talus
  • Calcaneus vervorming
56
Q

Juist of fout?

Een knieflexiecontractuur > 20° heeft grote gevolgen voor orthesen en de gang.

A

Juist

57
Q

Het typische patroon van Duchenne bestaat uit …a)…, …b)… en…c)… .

A

a) Bekkenkanteling
b) Plantairflexie in beweging
c) Zwakte van tibialis anterior, glutei Max., med. en Quadriceps

58
Q

Grower’s sign wordt veroorzaakt door:

A

Proximale spierzwakte in de heup

59
Q

Juist of fout?

Corticosteroïdengebruik zorgt ervoor dat de kans op scoliose verlaagt.

A

Juist

60
Q

Juist of fout?

Pseudohypertrofie betekent dat spierweefsel wordt omgevormd tot bindweefsel. Dit zijn een van de laatste kenmerken die zich uiten bij Duchenne.

A

Fout

61
Q

Belangrijkste doelen van Kiné bij DMD zijn de …a)… soepel houden en …b)… vermijde, in welke fase dan ook.

A

a) spieren
b) contracturen

62
Q

Welke van de volgende is een aangeboren aandoening?

a) plica synovialis
b) discoïde meniscus
c) ligamentaire letsels
d) Sinding-Larsen-Johansson

A

b) Discoïde meniscus

63
Q

de aandoening Sinding Larsen Johansson komt vaker voor bij …a)… tussen de leeftijd van ….b)… jaar.

A

a) jongens
b) 10-15

64
Q

Wat wordt gezien als de gouden standaard behandeling voor patellapees tendinitis?

a) Diepe dwarse fricties
b) Concentrische training
c) Excentrische training
d) Q-ceps stretching

A

c) Excentrische training

65
Q

Om pijn te verminderen bij Osgood-Schlatter en terug te keren naar ADL worden …a)…, …b)…. en ….c)… voorgeschreven.

A

a) Rust
b) Spierversterkende oefeningen
c) stretching

66
Q

Welke methode is momenteel de meest geschikte voor het evalueren van een beenlengte verschil?

a) plankjesmethode
b) MRI
c) Teleoroentgenogram
d) Orthoroentgenogram

A

c) Teleoroentgenogram

67
Q

Wat zijn de beste behandelmethodes om een beenlengteverschil van 4 centimeter te corrigeren?

A

Via een langdurige externe fixator of een intramedullaire nagel.

68
Q

Wat zijn de 3 basisprincipes van Bobath?

A
  • Plasticiteit van het zenuwstelsel
  • Kwaliteit van bewegen
  • Vroegtijdige behandeling
69
Q

Welk pricipe staat het meest tegenover Bobath?

A

Petö

70
Q

Welke testen positief bij heupdysplasie?

A
  • passieve abductie L-R asymmetrisch
  • barlow
  • galeazzi
  • ortolani
71
Q

Wat is Bottom-up?

A
  • proces-georiënteerde interventies
  • Motorische vaardigheden ontwikkelen
72
Q

Wat is top-down?

A

– taak-georiënteerde interventies
- Motorische vaardigheden worden geleerd

73
Q

Je wil gewichtsstransfers en rotatie faciliteren, in welke uitgengshouding doe je dit?

A

In zit, met een oef. waar je kind laat rijken naar een bepaalde zijde en zo de gewrichtstranfer aanlokt, kan altijd schuin zodat je eveneens roteert en verlengt aan de juiste
kanten.

74
Q

Wat is juist? vul aan indien nodig.

HSP is:
- centraal/perifeer
- is een aandoening in de hersenen/spieren/ruggenmerg
- de etiologie is…….
- 2 hoofdkenmerken zijn: spierzwakte/ urinaire problemen/ abnormale tonus/ progressieve spierzwakte
- lijkt het meeste op Dystonische CP/ Unilaterale CP/ Bilaterale spastische CP

A
  • Centraal
  • Ruggenmerg
  • Genetisch
  • Urinaire problemen & progressieve spierzwakte
  • Bilaterale spastische CP
75
Q

Stiff knee:

  • komt door welke spier?
  • tijdens welke fase heeft de patiënt probblemen met stappen?
  • Welke chirurgische ingreep wordt uitgevoerd en hoe gaat het gangpatroon hierdoor veranderen?
A
  • Rectus femoris
  • zwaaifase (swing)
  • verleggen van rectus femoris naar dorsaal om hier een knieflexor van te maken; doordat de spier nu een flexor is, wordt de zwaaifase vergemakkelijkt.
76
Q

Staccato curve hoort bij:

A

Dysfunctional voiding

77
Q

Geef 3 kenmerken van een underactive bladder

A
  • Intra-abdominale druk verhogen om te starten met plassen of plassen
    vol te houden tot het einde, straining
  • Weinig frequent plassen of net frequent door onvolledige blaaslediging
  • Meestal onderbroken (intermittent) mictie
78
Q

Wat is het verschil tussen non- en monosymptomatic enuresis nocturna?

A

non-monosymptomatic:
- andere plasproblemen
- bedplassen+ vaak ook overdag urineverlies

monosymptomatic:
- enkel bedplassen
- geen andere urinaire symptomen

79
Q

Tijdens dysfunctional voiding gaat de blaas …a)… en de externe urethrale sfincter …b)… .

A

a) samentrekken
b) samentrekken

80
Q

Bij een congenitale malformatie heb je meestal:

A

continue incontinentie

81
Q

Spina bifida S1, kind van 11, zit in normaal onderwijs bij haar eigen leeftijd, heeft moeite met balans… welke test ga je doen en waarom?

A
  • kids best test
  • lft 7-14, betrouwbaar, omdat ze een goede cognitieve functie heeft
82
Q

Geef de 3 aspecten van Psychomotoriek

A
  • Motoriek
  • cognitief
  • sociaal affectief
83
Q

Variabiliteit bij mictie komt door 3 factoren… welke 3 zijn dit?

A
  • leeftijd
  • diurese
  • vochtinname