Examen vragen Flashcards
Een kalf kan na de geboorte niet opstaan en heeft een buitje op zijn rug. Wat zou de afwijking kunnen zijn?
Spina bifida - gepleten/open ruggetje.
Het is een fout bij het sluiten van de caudale neuroporus. Dit betekend dat dit ter hoogte van de lendenen bevindt.
De neuralebuis is niet goed gesloten, waardoor structuren die hierin gevormd zijn naar buiten kunnen treden.
Je hebt verschillende degradaties: spina bifida occulta (het ruggenmerg is bedekt met huid) en aperta (open rug, waarbij de structuren niet bedekt zijn met huid). Het gaat hier over een vorm van occulta. Betreffende deze casus hebben we het hier niet over meningocoele, maar meningomyelocoele. De meningen en het ruggenmerg zijn naar buiten getreden, want de arcus vertebralis is niet gesloten.
In de normale ontwikkeling zal het notochord gevormd worden. Het notochord zal signalen naar het bovenliggende ectoderm gaan sturen, deze signalen zetten aan tot de vorming van de neuralebuis. Het ectoderm boven de neurale buis zal gaan verdikken, dit noemen we dan de neuraalplaat. Het ectoderm is dan gedifferentieerd in oppervlakte en neuraal ectoderm (=neuraalplaat). De verdikte structuur zal gaan inzakken en de randen zullen naar elkaar toe groeien terwijl de neurale buis verder inzakt. Als er een holle buis is gevormd (de neuraalbuis) zal het secundair ectoderm (oppervlakte ectoderm) erboven sluiten. Het fuseren van de neuraalbuis begint in het midden en zal naar caudaal en naar craniaal toe gaan sluiten, een beetje zoals een dubbele rits. De craniale neuroporus zal als eerste gaan sluiten, daarna de caudale neuroporus.
Een kitten heeft problemen met slikken, het verslikt zich steeds. Aan de buitenkant is er echter niks te zien aan de kitten. Bij het openen van de mond zie je een afwijking. Wat is deze afwijking en bespreek de normale ontwikkeling van deze structuur.
Palatoschisis (1)
Het gehemelte ontwikkelt zich uit 2 delen, nl. het primitief (0,25) en secundair gehemelte (0,25)
Het primitief gehemelte ontstaat uit oppervlakte-ectoderm, (0,25) nl. bij de cephale welving/ kromming gaan de mediale nasale prominentiae (0,25) met elkaar versmelten tot het intermaxillair segment (0,25), met aan de buitenzijde vorming van filtrum en aan de binnenzijde het primitief gehemelte.
Het secundair gehemelte ontstaat door uitgroei van de bilaterale maxillaire bogen naar de mediaanlijn toen (0,25). Op de versmeltingsplaats vinden we bij een volwassen individu nog altijd de raphe palatini terug (0,25). De maxillaire boog zelf ontstaat als een dorsale uitgroei van de 1ste kieuwboog (0,25).
Ter hoogte van de navel is bij een veulen een onderhuidse bult. Wanneer je hierop drukt, verdwijnt deze gedeeltelijk. Wat is de diagnose en verklaar dit embryologisch
Hernia umbilicalis
Uit het endoderm onstaat de oerdarm, na plooiing. Uit het caudale deel van de oerdarm onstaan de darmen. De darmen gaan toenemen in lengte waardoor ze tijdelijk de navelstreng in worden geduwd, het embryo is namelijk niet oneindig groot. Ze kunnen niet naar craniaal door de sterke proliferatie van de lever. Ze kunnen niet naar caudaal, omdat het embryo daar ook ophoudt. De darmen komen tijdelijk in een U vorm (ansa umbilicalis) in de navelstreng terecht (fysiologische navelbreuk). In navelstreng bevat de ductus vitellinus, bloedvaten, en het urachuskanaal. De fysiologische navelbreuk zal later weer verdwijnen doordat de expansie van de lever stopt waardoor de darmen weer naar binnen kunnen worden getrokken. Ze zullen een aantal draaiingen ondergaan om in de buikholte te passen. Ze zullen langs de a. vitellina draaien (deze bevindt zich in het dorsale mesenterium).
Als de darmen zich niet terugtrekken spreken we van een omphalocoele / navelbreuk / hernia umbilicalis.
De darmen zijn afkomstig van endoderm, ze zijn bedekt met mesenchym (splanchnopleura). De buikwand is bedekt met peritoneum (somatopleura).
Wat is een hernia diafragmaticus en hoe wordt dit normaal gevormd?
Hernia diagfragmaticus is als het diafragma zich niet goed heeft gesloten meestal doordat er geen pleuriperitonale plooi is gevormd.
Hierdoor kan het kitten geen onderdruk krijgen om te ademen en kunnen structuren uit de buikholte de borstholte in migreren.
Het diafragma ontstaat uit verschillende delen. Allereerst ontstaat er vanuit ventraal een septum transversum dat naar dorsaal groeit en de helft van de
coeloomholte afsluit. Vanaf de dorsale zijde ontstaan de pleuripertinale plooien die naar de mediaan lijn toe groeien en versmelten met een deel van het dorsaal mesenterium. Er onstaat uit dorsaal mesenterium een tussenschot in de borstholte (mediastinum). Door ingroei van cervicale somieten in de pleuriperitonale plooien wordt het BW vervangen voor dwarsgestreepte spieren. Hierdoor bestaat het grootste gedeelte van het diafragma uit spier.
Pups die braken en bewustzijn verliezen bij het opnemen van vast voedsel. Bij het zogen was er geen probleem. Welke diagnose?
Diagnose = Rechter aorta boog is niet geregresseerd.
In het foetale stadium worden er bij een hond 2 slagaders aangelegd. Een van deze 2 slagaders verdwijnt in de laatste fase van de dracht, de andere blijft bestaan, dat is de lichaamsslagader (aorta). Een enkele keer echter komt het voor dat de andere slagader (rechter) ook aanwezig blijft. Deze ligt dan als een ring om de slokdarm heen en veroorzaakt een vernauwing. Bij vloeibaar voedsel (melk) gaat dit geen problemen opleveren. Bij vast voedsel drukt dit echter tegen de aortaboog, waardoor de hersenen tijdelijk geen zuurstof krijgen en de pup zijn bewustzijn verliest.
Via de navel van een kitten komt bruine ‘brei’ (lijkt op diarree) naar buiten. Hoe heet deze afwijking en bespreek de normale ontwikkeling van deze structuur. Start op het niveau van de kiembladen.
Ductus vitelinus persistens (1)
Tijdens de ontwikkeling van de oerdarm (0,25) zal deze zich gaan afgrenzen/afscheiden van de dooierzak (0,25), maar thv de navelstreng (0,25) blijft er tijdelijk nog een verbinding met de dooierzak, nl. het dooierkanaal/ductus vitelinus (0,25). Deze moet verdwijnen/regresseren (0,25), maar in sommige gevallen blijft deze verbinding in de navelstreng en zal er dus bij de geboorte en het doorknippen van de navelstreng (0,25) verteerd voedsel naar buiten treden via de navel. In essentie is de darm afkomstig van endoderm wat het epitheel betreft (0,25) en splanchnopleura voor de darmwand (0,25).
Bilateraal aan de zijkant van de nek van een kalf zitten twee knobbels. Wat zijn deze knobbels en hoe is dit embryologisch te verklaren?
Diagnose: Bronchiale cysten/cervicalicysten
Tweede kieuwboog geeft aanleiding tot weefselplooi aan laterale zijde, de plica opercularis. Dit wordt een uitstulping die verder groeit en een deksel vormt. De deksel sluit de sinus cervicalis af. Door de ingroei van spieren en bindweefsel verdwijnt de ruimte. Bij foute ingroei blijven er bobbels over aan de laterale zijdes van de hals, dit zijn overblijfsels van sinus cervicalis.
Bij een pasgeboren mannelijk veulen zitten onderaan de penis kleine gaatjes waaruit urine lekt. Het veulen is incontinent. Hoe heet deze afwijking en verklaar embryologisch
Hypospadie.
Hypospadie is een aangeboren afwijking van de penis, waarbij de plasbuis (urethra), de voorhuid en de onderzijde van de penis niet volledig ontwikkeld zijn. Daardoor bevindt de plasopening zich niet op de top van de penis – dat is meteen het hoofdkenmerk van hypospadie. Daarnaast vormt de voorhuid geen
volledige gesloten cirkel
Bij een pasgeboren vrouwelijk veulen lekt er ongecontroleerd urine uit de vagina. Het veulen is incontinent. Hoe heet deze afwijking en verklaar embryologisch
Afwijking: Ectopie van de urether
Normaal loopt de urether vanuit de pelvis renalis naar de urine blaas toe en mondt uit ter hoogte van het trigonum vesicae lumen. De urineblaas is afkomstig van endoderm en splanchopleura en de ureter van intermediare mesoderm. Het trigonum vesicae lumen wordt door een membraam dicht gedrukt wanneer de blaas zicht vult met urine. Bij incontinentie van een vrouwelijk veulen heeft de ureter zich verkeerd aangelegd. De urether mont dan te laag uit in de blaas of in sommige gevallen in de vagina. Ook komt het voor dat de ureter uitmond in de urethra of uterus.
Tijdens de bevalling van een paard moet eerst de grote waterzak doorscheuren. Welke zak is dit en wat is de functie ervan? Zijn er ook diersoortverschillen?
Allantoïs (0,5)
Het allantoïs ontstaat als een caudaal divertikel van de oerdarm (0,25).
Het bestaat dus uit een endodermale binnenwand (0,25) en een splanchnopleurale mesoderm buitenwand (0,25).
Het groeit uit naar de navelstreng toe en bij onze huisdieren groeit die verder via het urachuskanaal (0,25) om zo samen met het chorion het belangrijkste vruchtvlies te vormen (allantochorion, waterblaas)
Bij primaten (incl. mens) groeit deze structuur niet door naar het extra-embryonaal coeloom en vormt het amnion (0,25) het belangrijkste vruchtvlies.
Bij de geboorte (het doorbreken van de navelstreng) zal het urachuskanaal zich sluiten en blijft de allantoïs bestaan als het belangrijkste deel van de urineblaas (0,25). Scheiding van de oerdarm wordt bekomen door het urorectale septum (0,25).
Wat is coloboma iridis en hoe kan dit embryologisch verklaard worden? Geef de embryonale ontwikkeling vanaf het niveau van de kiembladen. Geef aan waar het fout is gegaan.
Dit is een “sleutelgat”oog, namelijk een stuk iris dat afwezig is aan de ventrale zijde (0,5), door het niet sluiten van de fissura choroidea (0,25) in de oogsteel (0,25).
De oogsteel ontwikkelt zich uit het neuro-ectoderm (0,25), nl. bij het ontstaan van de hersenblaasjes zal er bilateraal een oogblaasje (0,25) ontstaan thv het prosencephalon dat zich bij verdere ontwikkeling bij de 5 hersenblaasjes thv het diencephalon (0,25) zal bevinden.
Door interactie met het bovenliggend oppervlakte-ectoderm (0,25) ontstaan de lensplacodes die op hun beurt de oogblaasjes doen omvormen tot oogbekers (0,25). Deze hebben ventraal in hun steel een groeve, nl. de fissura choroidea. Deze dient om belangrijke bloedvaten toe te laten (0,25). Bij verdere ontwikkeling dient deze zich te sluiten. Indien dit niet gebeurt, krijgen we coloboma iridis.
Een veulen heeft geen tong en kan dus niet zuigen bij de moedermerrie. Wat is er fout gegaan?
Tong is afkomstig van 3 verschillende kieuwbogen.
Apex en corpus wordem gevormd door de eerste kieuwboog deze vormt twee linguale zwellingen in de mondholte bodem. Met mediaal het tuberculum impar en bilateraal de linguale zwellingen. De tweede boog zal ook nog een kleine bijdragen geven tot het corpus.De tongwortel ontstaat uit de tweede en
derde kieuwboog, de derde kieuwboog zal ook aanlleiding geven tot het tongbeen.
Occipitale somieten zullen gaan inggroeien in de tong en zorgen voor de tongspieren (mesoderm) bezenuwing gebeurt door verschillende kopzenuwen die zijn gelinkt aan de kieuwbogen.
De tong heeft zich niet ontwikkeld tijdens de embryonale ontwikkeling. De tong is samengesteld uit verschillende structuren. Het grootste deel is afkomstig van het endoderm en ontstaat uit de bodem van de mondholte waar de kieuwbogen samenkomen. Zonder tong kan het veulen geen onderdruk creeren en dus niet zuigen bij de moeder. Het is ook mogelijk dat de larynx en epiglottis onderontwikkeld zijn en dus problemen bij het slikken opleveren
Bij de bevalling van een rund zal het water breken. Over welke structuren gaat dit. Hoe zijn deze ontwikkeld? Zijn er diersoortverschillen en verdwijnt de structuur bij een volwassen individu? Zo ja, hoe? Zo nee, wat blijft er van de structuur oveR?
- Allantoïs
- De allantoïs ontstaat als een caudaal divertikel van de oerdarm. Het bestaat dus
uit een endodermale binnenwand en een splanchnopleurale mesoderm buitenwand. - Het gaat groeien naar de navelstreng toe en bij onze huisdieren groeit die verder
via het urachuskanaal door naar het extra-embryonaal coeloom om zo samen met
het chorion het belangrijkste vruchtvlies te vormen (allantochorion, waterblaas). - Bij primaten en de mens groeit deze structuur niet door naar het extra-
embryonaal coeloom en vormt het amnion het belangrijkste vruchtvlies. - Bij de geboorte (het doorbreken van de navelstreng) zal het urachuskanaal zich
sluiten en blijft de allantoïs bestaan als het belangrijkste deel van de urineblaas.
De scheiding van de oerdarm werd bekomen door het urorectale septum
Zoogdieren gaan over van een enkelvoudige naar een dubbele bloedsomloop bij de geboorte. Waarom is deze overgang? Bespreek alle structuren die hierbij betrokken zijn.
Waarom: Bij een embryo zijn de longen nog niet volledig ontwikkeld. Er is sprake van gemengd bloed en er is nog geen gasuitwisseling. Na de geboorte sluit de formane ovalis in het hart en komen de longen op gang waardoor er een dubbee bloedsomloop ontstaat. Indien dit niet gebeurt is er sprake van zuurstofnood en achterstand in ontwikkeling.
Structuren: Voor een dubbele bloedsomloop moet het zuurstof arme en zuurstof rijke bloed gescheiden blijven. Door septalisatie van het atrium komt het zuurstof arm bloed in de rechter atrium via de twee vena cavas. Wanneer er voor het eerst na de geboorte zuurstof rijk bloed door de aorta stroomt vernauwt de ductus van botali totdat alleen het ligamentum interarteiale overblijft. Door de druk van het zuurstofrijke bloed komen de septum primum en septum secundum tegen elkaar aan te liggen waardoor het foramen ovale gesloten wordt.
Bespreek de ontwikkeling van de longen van een puppy.
4 fases van de longontwikkeling (PCSA)
- Pseudoglandulaire fase hier beginnen blindzakken te vertonen op de bronchus door klierepitheelcellen die de diepte in dringen en lobben vormen.
- Canaliculaire fase vorming van respiratoire bronchiolen. Dus vertakkingen van de bronchiolen.
- Sacculaire fase afplatten van epitheelcellen op de plek alveolen komen op de terminale zakken van de respiratoire bronchiën. In de uitzakkingen zal kubisch/cilindrisch epitheel omgevormd worden tot plaveisel epitheel. De zaken zullen al dicht tegen de capillairen aanliggen.
- Alveolaire fase epitheel in contact met capilair. Verdere differentiatie van de zakken tot echte alveolen. Er zal intens contact met de capillairen ontstaan, zodat gasuitwisseling mogelijk is.
Het mesoderm om de alveole is afkomstig van het splanchnopleura. Dit vormt het stroma van de longen. De eerste 3 fasen vinden plaats tijdens de embryonale en foetale periode. De alveolen zijn pas postnataal functioneel.
Waarom sluit het foramen ovale pas postnataal? Benoem alle anatomische structuren die bijdragen tot deze sluiting
Als het individu geboren wordt, krijg je druk door bloed in je linker atrium. De druk daarvan worden de twee septi tegen elkaar gedrukt en daardoor wordt het interateriele septum volledig gevormd, en dus ook sluiting van de beide gaten.
Wat is een persisterende ductus arteriosus en hoe zou dit normaal gevormd worden?
Dit betekend dat de ductus arteriosus van Botalli zich niet heeft geregresseerd. Er blijft dus een verbinding bestaan tussen de truncus pulmonales en de aorta, wat voor mengbloed zorgt. Dit zorgt voor blauwziekte door te weinig zuurstof in het zuurstofrijke bloed.
De ductus van Botalli onstaat als een afsplitsing van de arterie van de zesde kieuwboog (deze arterie verdwijnt zelf). Deze hoort te regresseren tot een ligament (lig. van botalli) op het moment dat een dubbel circuit systeem wordt ingezet, en de ductus van botalli in contact komt met O2 rijk bloed.
Beschrijf de mantellaag. Zijn er regionale verschillen, zo ja, leg deze uit, zo nee, beschrijf de ontwikkeling van de mantellaag.
De cellen in de neurale buis gaan prolifereren naar de periferie toe. Er ontstaan 3 lagen. De binnenste stamcellaag (=germinale laag), de middelste mantellaag en de buitenste marginale laag (wit). De cellen in de mantellaag zijn de neuroblasten en glioblasten. De neuroblasten gaan axonen afgeven richting de marginale laag zodat die er wit uit gaat zien. De marginale laag is dus de witte stof. In het ruggenmerg is dit de buitenste laag die om de grijze stof heen zit. In de hersenen bevindt de grijze stof (mantellaag) zich juist aan de buitenkant
Beschrijf de coeloomholte. Bestaat deze nog bij een volwassen individu?
Het coeloom is de oerlichaamsholte (0,25), deze gaat ontstaan bij de plooivorming van het embryo (0,25), en ontstaat uit lateraal plaatmesoderm aan de binnenkant (0,25), en de buitenkant van de oerlichaamsholte is oppervlakte ectoderm (0,25). Het lateraal plaatmesoderm gaat zich opsplitsen in splanchnopleura tegen de ingewanden (0,25) en somatopleura aan de borst- en buikwand. Het gaat hier over de somatopleura.
De oerlichaamsholte deelt zich op in borst- en buikholte (0,25) door de ontwikkeling van het diafragma (0,25). Het diafragma bestaat uit het septum transversum (0,25) en de twee pleuroperitoneale membranen (0,25), het mediastinum centrale en de ingroei van de cervicale somieten (0,25).
Cheiloschisis bij een pup aan de linkerkant. Geef de embryonale ontwikkeling vanaf de kiembladen.
Cheiloschisis is een probleem bij de versmelting van het primair gehemelte met gespleten lip tot gevolg.
Er bestaan meerdere varianten:
- Unilaterale gespleten lip door slechte versmelting van axillaire prominent met mediale nasale prominentia
- Unilateraal gespleten lip dat doorloopt in primair gehemelte, intermaxillair segment, is dus ook niet goed aangelegd (cheilopalatoschisis)
We hebben het hier dus over een unilateraal gespleten lip aan de linkerkant.
De versmelting van de axillaire prominentia met mediale en nasale prominentia is niet juist verlopen. Hierdoor blijft er een opening
Een pup heeft 2 venae cavae caudalis. Hoe komt dit en wat is de ontwikkeling hiervan (vanaf de kiembladen)?
Vena cava caudalis wordt gevormd door 4 structuren. De rechter vene vitelline, de rechter sub cardinale verne, de rechter supra cardinale vene en de vena cardinalis dexter. Nrmaal verdwijnt de linkerkant alles. Doordat de linker cardinale vene niet geregresseerd is wordt er ook een linker vena cava aangelegd waardoor er 2 vena cava caudalis zijn.
Vorming van de pancreas
Op de oerdarm komen 2 divertikels namelijk een ventraal en een dorsaal. Deze vormen pancreas. Door de maagdraaiing komen deze twee samen. De ventrale lob naar dorsaal draaien en daar vergroeien. Afhankelijk van de diersoort 1 of 2 afvoerkanalen.
Functioneel weefsel van de klieren is endodermaal. Bindweefsel en parenchymcellen zijn mesodermaal.
Ontstaan van de larynx
De derde en de vierde kieuwboog zijn het belangrijkst voor de larynx. De 5e & 6e kieuwboog leveren ook nog een bijdrage, maar dit is vrij rudimentair.
Oorspronkelijk erg kort en verlengd bij het groeien van de hals. De larynx is afkomstig van de oerdarm en dus endodermaal.
Ontstaan van de tong
Wordt samengesteld uit verschillende structuren. Is het meest afkomstig van endoderm, ontstaat uit de mondholte bodem, plaats waar de kieuwbogen langs beide kanten samenkomen. Bodem is afgelijnd met endoderm.
1ste KB vormt het corpus + apex. Mediale verdikking in de mondholte bodem = tuberculum impar. Lateraal en craniaal van het tuberculum impar liggen 2 laterale linguale zwellingen. Deze gaan versmelten en geven zo aanleiding tot de tong. Op de grens tussen 1ste en 2de KB ligt het foramen caecum – juist caudaal van tuberculum impar
2de KB: zal ook nog een kleine bijdrage geven tot het corpus
3de KB vormt de radix van de tong + een stukje van de 4de
4de KB: vormt een stukje van de radix van de tong en draagt bij tot de larynx.
5de en 6de KB geven aanleiding tot de larynx
Bezenuwing gebeurd door verschillende kopzenuwen welke allemaal gelinkt zijn aan een bepaalde KB. Occipitale somieten gaan de tong ingroeien en zorgen voor de tongspieren (=mesoderm)