Examen Tweede Jaar Zomer Flashcards

1
Q

Wat is een heterotroof?

A

Een heterotroof is een organisme dat zich om te overleven voedt met andere organismen om aan energierijke stoffen te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een organisme dat om om te overleven zich voedt met andere organismen?

A

Een heterotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noemt men een consument?

A

Een heterotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een autotroof?

A

Een autotroof is een organisme dat zich voedt met zelf aangemaakte energierijke stoffen,want ze kunnen enkel energiearme stoffen uit hun omgeving op nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een organisme dat zich voedt met zelf aangemaakte energierijke voedingsstoffen,omdat ze enkel energiearme stoffen uit hun omgeving kunnen opnemen?

A

Een autotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een ander woord voor een producent?

A

Een autotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In celonderdeel vindt fotosynthese plaats?

A

In de bladgroenkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welk celonderdeel vindt celademhaling plaats?

A

In de mitochondria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk proces vindt plaats in de mitochondria?

A

In de mitochondria vindt het proces van celademhaling plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke proces vindt plaats in de bladgroenkorrels?

A

In de bladgroenkorrels vindt het proces van fotosynthese plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke benodigdheden zijn er nodig voor fotosynthese?

A

Koolstofdioxide (co2) en water (h2o)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de eindstoffen bij de stof/energie omzetting van fotosynthese?

A

Zuurstofgas (o2) en glucose (c6h12o6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke benodigdheden zijn er nodig bij het proces van celademhaling?

A

Zuurstofgas (o2) en glucose (c6h12o6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de eindstoffen bij de energie/stofomzetting van celademhaling?

A

Koolstofdioxide (co2) en water (h2o)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 4 voorwaarden bij fotosynthese?

A

Licht,water,warmte,koolstofdioxide (co2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer kan fotosynthese plaatsvinden? (Tijdstip)

A

Enkel overdag als er aan de 4 voorwaarden van voldoende licht,warmte,water en koolstofdioxide co2 voldaan is.

17
Q

Wanneer kan celademhaling plaats vinden?

A

Celademhaling kan zowel overdag als ‘s nachts dit komt omdat er niet aan abiotische factoren moet voldaan worden.

18
Q

Wat zijn de 5 macroscopische aanpassingen die een plant heeft om aan fotosynthese te doen? (Delen van de plant)

A

De wortel,de stengel,de vaatbundels,het blad en de huidmondjes

19
Q

Wat is de functie van een wortel in de macroscopische aanpassingen die een plant heeft om aan fotosynthese te doen?

A

Een wortel neemt water en opgeloste stoffen op en vervoert ze naar andere delen van de plant.

20
Q

Wat is de functie van een stengel in de macroscopische aanpassingen die een plant heeft om aan fotosynthese te doen?

A

Een stengel zorgt voor het opwaarts transport van water met en mineralen tot in de bladeren en een stengel zorgt voor het neerwaarts transport van sappen van de plant.

21
Q

Wat is de functie van de vaatbundels in de macroscopische aanpassingen die een plant heeft om aan fotosynthese te doen?

A

De vaatbundels zorgen voor het op- en neerwaartse transport van water en opgeloste stoffen.

22
Q

Wat is de functie van blad in de macroscopische aanpassingen die een plant heeft om aan fotosynthese te doen?

A

Een blad zorgt voor een groter oppervlak waardoor er meer bladgroenkorrels in een blad zijn en de fotosynthese beter verloopt.

23
Q

Wat is de functie van de huidmondjes in de macroscopische aanpassingen die een plant heeft om aan fotosynthese te doen?

A

De huidmondjes zorgen voor waterverdamping via de onderkant van het blad en voor de gasuitwisseling van de plant= de opname van koolstofdioxide (co2) en de afgaven van zuurstof (o2).

24
Q

Waarom is een groot worteloppervlak handig om aan fotosynthese te doen?

A

Een groot worteloppervlak zorgt ervoor dat een een beter opname van water en mineralen is wat de fotosynthese ten goede komt.

25
Q

Waarom is een groot bladoppervlak handig om aan fotosynthese te doen?

A

Een groot bladoppervlak zorgt voor een beter opvang van licht en van koolstofdioxide (co2) wat de fotosynthese ten goede komt.

26
Q

Waarom is een groot aantal bladeren handig om aan fotosynthese te doen?

A

Een groot aantal bladeren zorgt ervoor dat er een beter opvang van licht een koolstofdioxide (co2) is wat de fotosynthese van de plant ten goede komt.

27
Q

Waarom zijn verdikte plantendelen handig om aan celademhaling te doen?

A

Verdikte plantendelen zorgen ervoor dat er een opslag plek is voor glucose als reservevoedsel dit komt de celademhaling van de plant ten goede want deze kan in tijden dat er moeilijk aan fotosynthese gedaan kan worden verder werken op dit reservevoedsel.