examen pasen Flashcards
sinus
de sinus van een scherpe hoek van een rechthoekige driehoek is gelijk aan de verhouding van de lengte van de overstaande rechthoekszijde van die hoek tot de lengte van de schuine zijde
cosinus
de cosinus van een scherpe hoek van een rechthoekige driehoek is gelijk aan de verhouding van de lengte van de aanliggende rechthoekszijde van die hoek tot de lengte van de schuine zijde
tangens
de tangens van een scherpe hoek van een rechthoekige driehoek is gelijk aan de verhouding van de lengte van de overstaande rechthoekszijde van die hoek tot de lengte van de aanliggende rechthoekszijde
grootheid
een grootheid is een kenmerk waarvan je de waarde kan bepalen door te meten of te tellen
eenheid
een eenheid is de maat waarin je de grootheid meet of telt
onafhankelijke variabele
een onafhankelijke variabele is de variabele waarvoor je de waarde kiest
afhankelijke variabele
de afhankelijke variabele is de variabele waarvan je de waarde berekend
functie
een functie is het verband tussen twee variabelen waarbij voor elke waarde van de onafhankelijke variabele hoogstens een waarde voor de afhankelijke variabele bestaat
reële functie
een reële functie is een functie waarbij de waarden van de variabelen reële getallen zijn
functievoorschrift
een functievoorschrift is de formule die het verband tussen variabelen die een functie zijn weergeeft
invoerwaarde
de invoerwaarde van een functie is een waarde van de onafhankelijke variabele
functiewaarde
de functiewaarde van een functie is een waarde van de afhankelijke variabele
domein
het domein van een functie f is de verzameling van alle invoerwaarden van de functie waarvoor een functiewaarde bestaat
bereik
het bereik van een functie f is de verzameling van alle functiewaarden van de functie
nulwaarde
een nulwaarde is een invoerwaarde met als functiewaarde nul