examen overzicht Flashcards

1
Q

organische chemie

A

stoffen gevormd door levende wezens->visvitalis bv eiwitten suikers en vetten
atoomsoorten C H O N S P
nu: synthese in labo bevatten c= koolstofchemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anorganische chemie

A

=mineralen chemie

materie van niet-levende natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

anorganische stoffen

A

stoffen die geen c bevatten + de uitzonderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef me de soorten bindingen

A

covalente binding
metaal binding
ion binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een covalente binding

A

zijn twee niet metalen die met elkaar gaan verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef me de soorten bindingen

A

covalente binding
metaal binding
ion binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een metaalbinding

A

zijn 2 metalen die met elkaar gaan verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een ion binding

A

1 niet metalen en 1metaal die met elkaar gaan verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten structuur C-atomen

A
  • tetragonaal
  • trigonaal
  • digonaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten bindingen

A

Moleculair

ionair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn koolwaterstoffen

A

Koolwaterstoffen zijn organische verbindingen van uitsluitend waterstof (H) en koolstof (C).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bindingsmogelijk heden

A

tetraedriche structuur 109*
trigonaal120*
linear 180*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

brutoformules voor een alkaan

A

Cn H2n+2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

naamgeving van de alkanen

A

methaan, ethaan, propaan, butaan, pentaan,hexaan, heptaan, octaan, nonaan, decaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn (keten) isomeren

A

zijn molecule met dezelfde bruto formule en fysische eigenschappen maar verschillen bij het structuurformule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de fysische eigenschappen bij alkanen waarvan ze 4 C hebben

A
zijn gasvormig
kort van het lengte
molecuulmassa is zeer klein
kookpunt is laag
vluchtigheid is heel groot
brandbaarheid is heel groot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de fysische eigenschappen van alkanen met 5 tot en met 16 C atomen

A
zijn vloeibaar 
hebben een toenemende ketenlengte
molecuul massa is toenemend
afnemend kookpunt
toenemend vluchtigheid 
afnemende brandbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn de fysische eigenschappen van alkanen vanaf 17C atomen tot en met …

A
zijn vast
lange ketenlengte
groot molecuulmassa
hoge kookpunt
kleine vluchtigheid
zijn niet brandbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is een subsitutiereactie

A

waterstofatomen vervangen door andere atomen of atomengroepw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is een kraakprocess

A

zijn lange alkaanketens verhitten in een anarobe omgeving

21
Q

geef vb van alkanen

A

kerosine diesel of stookolie

22
Q

wat is een additieprocess

A

zijn dubbele of 3 dubbele verbindingen verbreken tot een tetraedriche structuur

23
Q

wat is een polymerisatiereactie

A

afschakelingen van vele andere onverzadigde bouwsteen tot een verzadigde molecule

24
Q

wat PET

A

polyethyleentereftalaat

25
Q

wat is PE

A

polyetheen

26
Q

toepassing van PVC

A

is polypropeen wordt vaak gebruikt in het maken van ramen

27
Q

wat zijn cfk’s

A

zijn halogeenalkanen= chloorfluorkoolwaterstoffen

28
Q

wat is een methaan

A

methaan is een aardgas dat geur en kleur- loos zijn voegt er mercaptanen voor een sterke geur=organische verbinding

29
Q

wat is butaan

A

wordt gebruikt als een aansteker wordt verkocht in stalen flessen

30
Q

wat zijn alkenen

A

zijn koolwaterstoffen met een dubbele verbindingen

31
Q

bruto formule van alkeen

A

Cn H2n

32
Q

wat zijn plaatsisomeren

A

duiden de dubbele of 3 dubbele verbinding aan op een structuurformule

33
Q

wat is PP

A

pp is aanschakelen van propeen tot polypropeen

34
Q

wat zijn alkynen

A

zijn onverzadigde koolwaterstoffen waar ze een meervoudige binding hebben in hun structuurformule

35
Q

bruto formule van alkynen

A

Cn H2n-2

36
Q

wat zijn methanol en ethanol

A

OH slaat op een hydroxylgroep worden alcoholen genoemd

37
Q

methanol

A

is een alkaan (CH3 OH) is vloeibaar bij kamer temp
is giftig
wordt gebruikt als brandstof ingezet in biobrandstof

38
Q

wat is biobrandstof

A

brandstoffen die uit de biomassa worden uitgenomen dus planten produceren deze biobrandstoffen

39
Q

ethanol

A

(C2 H5 OH) is een additie van etheen
wordt gebruikt als gisting product drinkbaar alcohol
en wordt gebruikt als ontsmettingsmiddel en biobrandstof

40
Q

wat zijn oxiden

A

zijn verbindingen van 0² met een andere element

41
Q

stofklasse van oxiden in de anorganische chemie

A

vast vorm: Al²O3: korund of robijn of saffier
vloeibaar vorm: H²O: water
gas vorm: CO²: koolstofdioxide

42
Q

niet-metaaloxiden

A

hebben een covalente verbinding
NM(x) O(y)
is niet m + Grieks+ oxide

43
Q

metaaloxiden

A

hebben een ion binding
M(x) O(y)
naam+ oxide
Zn+ en Ag2+ kennen

44
Q

hydroxiden

A

ion binding
naam + hydroxide
en naam (+lading) hydroxide voor B groepen

45
Q

amoniumion (NH+ )

4

A

NH+(4) heeft een positieve lading, polyatomische ion bestaat uit stikstof waarvan de wateratomen covalent zijn verbonden

46
Q

verbrandings reactie van ethyn

A

2C² H² + 5O²-> 4CO² + 2H²O (+energie)

47
Q

toepassingvan alkynene

A

brandstof bv gassmeltlassen trivale naam is acetyleen

48
Q

achtervoegsel van alkynen

A

is plaatsisomeer +yn

49
Q

wat is de alkanen, alkeen, alkynen structuurformule

A

is een ethaan tetraedriche
etheen dubbele met schuine waterstofatomen
ethyn drie dubbele met waterstoffen gebonden