Examen December Flashcards

1
Q

Geef me 3 voorbeelden waarin koolstofverbindingen voorkomen

A
  • wijn
  • bier
  • kaas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 voorbeelden van fossiele brandstoffen

A
  • aardgas
  • aardolie
  • steenkool
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Samengestelde elementen voorbeeld + uitleg

A

Een kaars bestaat uit C-atomen, maar deze komen alleen vrij als we het lontje aansteken .
Verklaring; een kaars bestaat uit vetachtige, als men het lontje aansteekt, dan smelt het vet en wordt het in een koort gezogen, in de hogere delen wordt het vet door verdamping en ontleding gasvormig en verbrand het , licht en warmte worden ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn organische stoffen?

A

Organische stoffen zijn stoffen waarin het element koolstof ( C ) voorkomt, maar ook elementen H , N en O kunnen aanwezig zijn. Enkele uitzonderingen hierop zijn koolstofmonoxide ( CO ) , koolstofdioxide ( CO2 ) en de carbonaten ( CO ^2- _3 )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oefening 1 ; CO ( organisch , anorganisch ? Wat weet je ?

A

anorganisch, uitzondering en giftig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oefening 1 ; C_6 H_6

A

organisch, kankerverwekkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oefening 1; Na_2 CO_3

A

Anorganisch, soda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oefening 1; NH_3

A

Anorganisch, want geen C , giftig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oefening 1; MgCO_3

A

Anorganisch, maagtabletten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oefening 1 ; C_2 H_2 O_4

A

Organisch, chocolade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oefening 1; H_2 SO_4

A

Anorganisch, zwavelzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oefening 1; CH_4

A

Organisch, hoofdbestanddeel van aardgas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oefening 1; HCl

A

anorganisch, sterk zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Chemische verbindingen hebben geen invloed op?

A

Fysische en chemische eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

C-atoom en verbindingen : koolstof zeal steeds … bindingen aangaan

A

4 covalente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bepaal je een sterisch getal?

A

Dit is de som van het aantal bindingspartners ( atomen die rechtstreeks aan je atoom hangen ) en het aantal vrije elektronenparen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Door wie wordt het sterisch getal bepaald?

A

Door de bindingspartners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe kunnen de koolstofwaterstoffen voorkomen ? Structuren en verbindingen?

A

Als ketenstructuur -> acyclische verbinding

Als ringstructuur-> cyclische structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe noemen we een dubbele en/of drievoudige covalante binding?

A

Onverzadigde verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geen dubbele en/of drievoudige binding in de molecule?

A

Verzadigde verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een onverzadigde verbinding?

A

Dubbele en/of drievoudige covalente binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een verzadigde verbinding?

A

Geen dubbele en/of drievoudige binding in de molecule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de alkanen + vb ?

A

Zijn acyclische verzadigde koolstofwaterstoffen. De molecule bestaat uit een ketenstructuur waarin er alleen maar enkelvoudige bindingen voorkomen , vb ; Methaan ( hoofdbestandsdeel van aardgas )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef me de 1ste 10 alkanen + formule

A
  1. Methaan CH_4
  2. Ethaan C ( +1 ) en H ( +2 )
  3. Propaan
  4. Butaan
  5. Pentaan
  6. Hexaan
  7. Heptaan
  8. Octaan
  9. Nonaan
  10. Decaan C_10 H_22
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een isomeer?

A

Een isomeer is een molecule net dezelfde bruto formule maar met andere structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is het hoofdbestandsdeel van aardgas?

A

Methaan maar ook ethaan, propaan, butaan en methylpropaan komen erin voor.

27
Q

Voor wat worden ethaan, Methaan, propaan, butaan en methylpropaan gebruikt?

A

Brandstof

28
Q

Vaseline wordt gemaakt uit?

A

Verschillende paraffines

29
Q

Voor wat wordt paraffine gebruikt?

A

Zalf en kaarsen

30
Q

Wat wordt er gemaakt uit verschillende paraffines?

A

Vaseline

31
Q

Wat is het octaan getal ?

A

Octaangetal: -> Heptaan 0. Ontbrandt nooit
-> ISO-octaan 100. Ontbrandt altijd

32
Q

Fysische eigenschappen : welke 4 alkanen zijn gasvormig?

A

De 1ste 4; Methaan , ethaan , propaan en butaan

33
Q

Chemische eigenschappen ; hoe werden de alkanen vroeger genoemd?

A

Paraffinen

34
Q

Wat kunnen alkanen makkelijk?

A

Alkanen branden makkelijk en ze oxideren makkelijk

35
Q

Verbranden Alkenen met? En je bekomt altijd?

A

Reactie met O_2 en bij alkanen onstaat er altijd H2O en CO2

36
Q

Geef me een toepassing van dichloormetaan ( CH2Cl2 )

A

Om koffie cafeïne vrij te maken

37
Q

Wat zijn halogeenalkanen?

A

Alkanen waarbij 1 of meerdere H-atomen vervangen zijn door halogeen ( kolom 7a )

38
Q

Wat is trichloormethaan ?

A

CHCl3 , een verdovend middel

39
Q

Wat is tetrachloormethaan?

A

CCl4 , een solvent die nu zeer kankerverwekkend is

40
Q

Wat zijn alkenen?

A

Zijn onderzadigde koolstofwaterstoffen, ze hebben minstens 1 meervoudige binding.

41
Q

De grootste hoeveelheden alkenen op industriële schaal worden echter bekomen…

A

Door het kraken van petroleum

42
Q

Wat is het kraken van petroleum?

A

= het katalytisch breken van lange koolstofketens zodat er kortere ketens ontstaan

43
Q

Door ethyn te laten reageren met HCl ontstaat er?

A

Monochlooretheen

44
Q

Monochlooretheen kunnen we laten polymeriseren en er ontstaat …

A

PVC , polyvinylchloride

45
Q

Ethyl kan je bereiden met?

A

Calcium carbide en water

46
Q

Alcoholen; wat is methanol en voor wat te gebruiken?

A
  • zeer giftig

- wordt gebruikt als oplosmiddel en voor het maken van biodiesel

47
Q

Wat is ethanol en voor wat wordt het gebruikt?

A
  • giftig

- wordt gebruikt als auto brandstof en als schoonmaak- en oplosmiddel

48
Q

Geef me de algemene definitie van zuren

A

Zuren zijn stoffen die bij oplossen in water een zure oplossing geven HZ waarbij H = waterstofatoom en Z = zuurrest

49
Q

Welke soort bindingen gaan zuren aan ?

A

Atoombindingen en covalente bindingen

50
Q

Wat is het verschil tussen een ionbinding en een atoombinding?

A
  • Ionbinding ; is tussen een M en een NM en hierbij worden er elektronen opgenomen en afgestaan.
  • Atoombinding ; worden de elektronen gedeeld , dit is bij een molecule die bestaat uit 2 of meer NM
51
Q

Hoe vorm je een binaire zuur?

A

Naam = voorvoegsel + waterstof + ide

52
Q

Zuren + zuurrest ;

  1. HCl
  2. HBr
  3. HF
  4. HI
  5. H2S
A
  1. Waterstofchloride
  2. Waterstofbromide
  3. Waterstoffluoride
  4. Waterstofjodide
  5. Diwaterstofsulfide
53
Q

Geef me een andere naam voor ternaire zuren

A

Oxozuren

54
Q

Wat is een ternaire zuur?

A

Bestaat uit 3 NM , waarvan de 1ste waterstof en de laatste zuurstof is.

55
Q

Wat komt er vrij als je een zuur laat reageren met een onedel metaal?

A

Diwaterstof

56
Q

Geef me 3 vb van edelmetaal;

A
  • goud
  • zilver
  • platina
57
Q

Wat zijn hydroxiden ? En de algemene formule?

A

Hydroxiden of basen zijn ionverbindingen. Het positief ion is een metaalion en het negatieve ion is een hydroxideion, algemene formule-> MOH

58
Q

Wat zijn zouten ?

A

Zouten vormen een ionbinding , het M geeft ionen af aan het NM
De M vormen de positieve ionen, doen ze door elektronen af te staan.
De NM vormen de negatieve ionen, doen ze door elektronen op te nemen.
Besluit van het negatieve ion van een zout, ze zijn afkomstig van een zuur, we noemen die de zuurrestion

59
Q

Geef de algemene formule van zout ;

A

MZ waarbij M^+ = metaalion en Z^- = zuurrestion

60
Q

Ammoniak zouten , geef me de algemene formule

A

NH3

61
Q

Ammoniak + water -> ?

A

Er ontstaan een base

62
Q

Ammoniak + zuur -> ?

A

Er ontstaat ammoniumzuur

63
Q

Waar zit ammoniumchloride in? ( 2 )

A
  • batterijen

- snoepjes

64
Q

Wat zijn zure zouten ?

A

H- atomen worden door metaalionen vervangen