Examen Datums Flashcards

1
Q

Karel V wordt heerser over een groot deel van de Nederlanden

A

1515

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Karel heeft alle Nederlanden in handen

A

1543

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Filips ll erft de Nederlanden

A

1555

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beeldenstorm

A

1566

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De hertog van Alva komt aan in de Nederlanden

A

1567

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De watergeuzen ontketenen de opstand in Holland en Zeeland

A

1572

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Luther verschijnt voor de rijksdag in Worms

A

1521

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Instelling 3 collaterale raden door Karel V

A

1531

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Instellingen van de bloedpakkaten door Karel V

A

1550

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Smeekschrift der edelen

A

1566

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De watergeuzen nemen Den Briel in

A

1572

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alva verlaat de Nederlanden

A

1573

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontzet van Leiden

A

1574

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pacificatie van Gent

A

1576

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Alteratie van Amsterdam

A

1578

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Unie van Utrecht

A

1579

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Plakkaat van verlatinghe

A

1581

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Willem van Oranje wordt vermoord

A

1584

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De noordelijke Nederlanden gaan verder als zelfstandig republiek

A

1588

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De Spaanse Armada wordt verslagen

A

1588

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De VOC wordt opgericht

A

1602

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Begin van het twaalfjarige bestand

A

1609

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Coen verplaatst het bestuurscentrum van de VOC naar Batavia

A

1619

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Johan van Oldenbarnevelt wordt onthoofd

A

1619

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Einde van het twaalfjarige bestand

A

1621

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Bouw Partugees-Joodse synagoge in Amsterdam

A

1639

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

In het verdrag van Münster erkent Spanje de Republiek

A

1648

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Einde Frans-Duitse oorlog

A

1871

29
Q

Stichting van het Duitse keizerrijk

A

1871

30
Q

Conferentie van Berlijn

A

1884-1885

31
Q

Wilhelm ll wordt keizer

A

1888

32
Q

Eerste vlootwet

A

1889

33
Q

Slag bij de Marne-> begin van de 1e wereldoorlog

A

1914

34
Q

1 wereldoorlog

A

1914-1918

35
Q

Ontstaan van de Duitse Weimar Republiek

A

1918

36
Q

Vrede van Versailles

A

1919

37
Q

Spartakusopstand

A

1919

38
Q

Economische en politieke crisis na wo1

A

1923

39
Q

Dawesplan

A

1924

40
Q

Amerikaanse beurskrach

A

1929

41
Q

Rijksdagbrand-> Hitler rijkskanselier

A

1933

42
Q

Instelling rijkscultuurkamer en ingebruikneming van concentratiekamp dachau

A

1933

43
Q

Neurenberg wetten

A

1935

44
Q

Conferentie van Müchen

A

1938

45
Q

Duitse inval Polen

A

1939

46
Q

Duitse inval Sovjet-Unie

A

1941

47
Q

Wannseeconferentie

A

1942

48
Q

Geallieerde doorbraak in west-europa

A

1944

49
Q

Einde wo2 -> inname Berlijn door de Sovjet-Unie

A

1945

50
Q

Conferentie van Potsdam

A

1945

51
Q

Atoombom op Hiroshima

A

1945

52
Q

Marshallplan

A

1947

53
Q

Blokkade van Berlijn

A

1948-1949

54
Q

oprichting NAVO

A

1949

55
Q

Redevoering van senator McCarthy

A

1950

56
Q

Dood Stalin

A

1953

57
Q

Oprichting Warschaupact

A

1955

58
Q

Oprichting Warschaupact en BRD in NAVO

A

1955

59
Q

Hongaarse opstand

A

1956

60
Q

Begin bouw berlijnse muur

A

1961

61
Q

Cubacrisis

A

1962

62
Q

Ich bin ein berliner toespraak Kennedy

A

1963

63
Q

Praagse lente

A

1968

64
Q

Salt 1 ondertekend

A

1972

65
Q

Demonstratie kernwapen Amsterdam

A

1981

66
Q

Amerikaanse SDI-project

A

1983

67
Q

Gorbatsjov leider van de Sovjet-Unie

A

1985

68
Q

Val berlijnse muur

A

1989

69
Q

Einde commusitische bewind sovjet-unie

A

1991