EXAMEN 1 Flashcards

1
Q

W

A

Arbeid
J
J:s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

J

A

joule
N•m
Of
(kg•m^3):s^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Def energie

A

Energie is de mogelijkheud om een verandering te veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Grootheid energie & uitgedrukt

A

Grootheid: energie
Symbool: E

Grootheid: Joule
symbool: J of N•m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

8 energievormen

A

Zwaarte energie Ez
Kinetische energie Ek
Elastische energie Ev
Chemische energie
Thermische energie
Stralings energie
Kern energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zwaarte energie formule

A

Ez=m•g•h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kinetische energie formule

A

Ek=1:2 •m•v^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Elastische energie formule

A

Ev = 1:2 • k • 🔼l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

m

A

Massa (kg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

V

A

volume (m^3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

A

A

Opp
m^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

🔼x

A

Afstand (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

h

A

Hoogte (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

🔼

A

Tijdsduur
(s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

v

A

Snelheid (m/s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

k

A

Veerconstante (N/m)

17
Q

🔼l

A

Uitrekking van veer
(m)

18
Q

F

A

Kracht
(N)

19
Q

g

A

Zwaarteveldsterkte
N/kg
9,81

20
Q

E

A

Energie
J

21
Q

W

A

Arbeid
J

22
Q

η

A

Rendement (%)

23
Q

Fz

A

Zwaartekracht (N)

24
Q

P

A

Vermogen W

25
Q

Arbeid def

A

Arbeid is de energie die nodig is om een voorwerp met een bepaalde kracht over een bepaalde afstand te bewegen

26
Q

Arbeid grootheden

A

Grootheid: arbeid
Symbool: W
Grootheid: Joule
Symbool: J

27
Q

Arbeid formule

A

W=F•Δx•cos

28
Q

Arbeid alfa 0°

A

cos 0 ° = 1
Iets duwen

29
Q

Arbeid α= 180 °

A

Tegenwind op fiets, als je niet trapt
cos 180 ° = -1

30
Q

Arbeid α = 90 °

A

cos 90 ° = 0

31
Q

Arbeid geen verplaatsing

A

Duwen met rem
W=F•Δ • cos α
W=F•0m•cos α
W= 0J

32
Q

α

A

Hoek tussen kracht en verplaatsing °

33
Q

Wet van behoud van energie

A

De totale energie in een geïsoleerd systeem blijft altijd constant

34
Q

Wet behoud van energie voorwaarden

A

• geïsoleerd systeem
• kan geen materie of energie uitwisselen met omgeving
• energie kan nie onstaan of verdwijnen
kan wel omgezet worden van vorm of overgedragen van een systeem

35
Q

Wet van behoud van energie formule

A

Etot(A)=Etot(B)

36
Q

Rendement def

A

Het rendement= η = E nuttig/ E totaal
J/J = %
Ligt altijd tussen 0 & 100%

37
Q

Gemiddeld vermogen DEF

A

Het gem vermogen is de hoeveelheid energie die per sec word omgezet in een andere energievorm

-> gem vermogen is een maat voor de snelheid waarmee een energie omzetting gebeurt

38
Q

Gem vermogen formule

A

P= Δ E/ Δ t
J/s = watt (W)

39
Q

Grootheden gem vermogen

A

Gr: gemiddeld vermogen
Sym: P
Gr: watt
Sym: W