Evolution & genes Flashcards
hoeveel chromosomen hebben wij
46 chromosomen 22 paar
genome
De hele genetische informatie van de mens
chromosome
lange streng DNA gewikkeld om histonen
Centromere
wordt gebruikt om het chromosoom te verdelen over elke zustercel tijdens het mitose- en meiose proces (celdeling)
Telomere
is het einde van het chromosoom, bestaande uit een herhaalde DNA sequentie, welke eindigt in het mitose proces.
Histones
zijn proteïne die worden gebruikt om het DNA op te vouwen waardoor het niet met elkaar vervlochten raakt. hier omheen zitten dus de chromosomen.
Autosomaal dominant
wanneer op het moment dat een van de kinderen er een gen van heeft, de ziekte zich ontwikkelt. VB. huntington-ziekte.
X-linked recessive inheritance
Dit betekend dat het gen op het X chromosoom zit en dus niet op Y.
Als je 2 varianten hebt, dan heb je er last van of je hebt er 1 en er staat niks tegenover.
Je kunt dus Drager zijn, dan heb je het gen maar komt het niet tot uiting. Ook kun je affected zijn, dan ben je drager en komt het tot uiting. En je kunt het alleen in het X chromosoom hebben dus komt bij man sowieso tot uiting en bij vrouw alleen als het in allebei de allelen zit, anders is een vrouw drager. Dit is ook te zien in het plaatje hierboven.
Waar gebeurt translatie?
cytoplasma
waar gebeurt transcriptie?
nucleus
Hoe wordt een eiwit gemaakt?
Van DNA tot protein.
Cel → nucleus → chromosomes → DNA daar omheen zit histone (proteïnen) → genen bevat info over het maken van proteïne → RNA polymerase → mRNA wordt gemaakt uit bases. De DNA code beslist in welke volgorde de basen zijn koppelt aan het mRNA. Dit wordt transcriptie genoemd. Voordat het mRNA kan worden gebruikt als een template voor de productie van proteïnen moet het verwerkt worden. Dit heeft betrekking op het verplaatsen en toevoeging van secties van het RNA. De mRNA gaat uit de nucleus in het cytoplasma. Proteïne fabrieken in het cytoplasma worden ribosomen genoemd, binden zich aan het mRNA.
De ribosoom leest de code in het mRNA om een ketting van aminozuren te maken. Transfer RNA moleculen vervoeren de aminozuren naar het ribosoom. Het mRNA leest 3 basen tegelijkertijd. Wanneer iedere base gelezen is levert het tRNA een gecorrespondeerd aminozuur. Dit wordt toegevoegd aan een groeiende ketting aminozuren. Wanneer het laatste aminozuur is toegevoegd valt de ketting in een 3D vorm en wordt het een protein.
wat doen proteines?
- Het bouwen van blokken van je lichaam, spiervezels zijn proteïne.
- Ze kunnen een deel van het celmembraan worden om receptoren te vormen voor neurotransmitters of hormonen
- Ze zijn deel van de cel structuur en functie, cytoskelet, spiersamentrekking en het verbinden van cellen
- Gecombineerd met andere proteïne en ijzer transporteren ze zuurstof (haemoglobin) in rode bloedcellen
- Ze vormen ribosomen zodat ze nieuwe proteine kunnen maken
- Ze kunnen producten zijn van het immuunsysteem om indringers te vermoorden
- Sommige functioneren als hormonen of zelfs als neurotransmitter
- !Ze kunnen een enzyme worden om chemische reacties te metaboliseren (cellulaire lijm of scharen)
- Ze kunnen als brandstof dienen voor energie en hitte productie.
Uit welk aminozuur wordt serotonine aangemaakt?
L-Tryptophan