Europa - H1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van arbeidsmigratie?

A

Voordelen: goedkoper voor de werkgever, groter aanbod op de internationale markt.
nadelen: niet genoeg woningen, mensen uit eigen land raken mogelijk hun baan kwijt omdat de migrant het voor minder salaris doet.

Voor een persoon:
Nadeel is dat je in een onbekend land gaat werken en dat je moet wennen aan een nieuwe economie en nieuwe maatregelen in een land. Voordeel is dat het vaak gaat om beter betaald werk “

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de oorzaken voor internationale handel?

A

In de basis komt het doordat het ene land iets heeft wat de ander niet heeft, of beter kan maken dan een ander land. De oorzaken daarvan zijn:

(1) Natuurlijke omstandigheden bijv olie, wijn, hout
(2) Loonkosten per product Afhankelijk van loonkosten per uur & arbeidsproductiviteit. Arbeidsproductiviteit hangt weer af van scholing, technologische ontwikkeling, innovatie.
(3) Kwaliteit van het product – ook afhankelijk van scholing, innovatie
(4) Infrastructuur - van belang voor aanleveren van grondstoffen en/of transporteren van eindproducten
(5) (Politieke) stabiliteit - in sommige landen is het politieke / sociale / maatschappelijke klimaat niet stabiel genoeg om consistent te kunnen produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een open/ gesloten economie?

A

In een open economie vindt handel in goederen en diensten plaats met andere mensen en bedrijven in de internationale gemeenschap. en in een gesloten economie zal je geen internationale handel en grensoverschrijdende geldstromen zal aantreffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor kunnen productiviteitsverschillen tussen landen ontstaan?

A

Opleiding, infrastructuur, politieke stabiliteit, innovatie, automatisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is arbeidsproductiviteit?

A

arbeidsproductiviteit is het aantal producten dat 1 werknemer produceert in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verband tussen innovatie en arbeidsproductiviteit?

A

Innovatie heeft grote invloed op de economische groei. Innovatie zorgt voor verbeterde machines om mee te werken, die zorgen voor hogere arbeidsproductiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom zijn de loonkosten per product een belangrijke factor op de (internationale) concurrentiepositie te bepalen?

A

Als de kostprijs per product omhoog gaan wordt het moeilijker om te concurreren met andere landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de vier factoren die van invloed zijn op de keuze of een land zich gaat specialiseren?

A

de natuurlijke omstandigheden, de loonkosten, infrastructuur, klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn non-tarifaire maatregelen, noem twee voorbeelden.

A

De maatregelen die de overheid kan invoeren om, zonder een tarief te rekenen, om de import van bepaalde goederen te beperken zover het kan. Zoals: technische voorschriften en douanevoorschriften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het vrijhandelsverdrag TTIP in en waar zorgt dit voor?

A

Het staat voor transatlantische trade & investment partnership. Het is een handelsverdrag tussen de EU en Amerika met TTIP willen ze het volgende bereiken: verbeteren van elkaar markten en het onnodige wegnemen dus regels en en standaarden van producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit wanneer het aantrekkelijk is om te exporteren/ importeren.

A

Bij lage wisselkoers, veel export. Bij hoge wisselkoers, veel import

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is protectionisme?

A

economisch beleid dat de eigen markt afschermt voor buitenlandse concurrenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly