Être Flashcards
1
Q
ik ben
A
je suis
2
Q
wij waren
A
nous étions
3
Q
zij zullen zijn
A
ils seront
4
Q
jij zou zijn
A
tu serais
5
Q
zij zijn
A
ils sont
6
Q
jullie zijn geweest
A
vous avez été
7
Q
hij was geweest
A
il avait été
8
Q
ik zal zijn
A
je serai
9
Q
wij zouden zijn geweest
A
nous aurions été
10
Q
jij bent
A
tu es
11
Q
wij zijn geweest
A
nous avons été
12
Q
hij was
A
il était
13
Q
zij zouden zijn
A
ils seraient
14
Q
jullie zijn
A
vous êtes
15
Q
ik zou zijn
A
je serais
16
Q
zij waren geweest
A
ils avaient été
17
Q
jij zal zijn
A
tu seras
18
Q
jullie waren geweest
A
vous aviez été