Erosie- en sedimentlandschappen Flashcards
(Marien erosie) Schoorwal =
Een lang uitgerekt, zandig schiereiland.
(Marien erosie) Strandwal =
Landschap met veel zandbanken voor de kust die permanent boven het wateropp uitsteken.
(Marien erosie) Kwelders =
Begroeide stukken land waar aan de landkant schoorwallen/ strandwallen zijn.
(Marien erosie) Langune =
Een soort meer dat door land wordt afgesloten door een schoorwal.
(Marien erosie) Waddenkust =
Ontstaan in ondiepe kusten.
(Eolische erosie) Hoe ontstaan duinen?
Doordat de wind zand en schelpfragmenten wegblaast.
Wat is de alluviale vlakte?
De zone aan weerszijden van de oevers van en rivier waar puin wordt afgezet bij overstromingen.
Wat is de puinkegel?
De zona aan de voet van een helling waar puin is opgehoopt.
Waneer ontstaat een delta? (8.9)
Als een rivier uitmond in een zee met weinig getijdenwerking ontstaat er aan de monding vertraging. = Extra veel puin afgezet = rivier wordt gehinderd door eigen afzetting en vormt verschillende vertakkingen.
Wat is een meander? (8.10
Een bocht in een rivier.
> Bocht heeft gevolgen voor erosie.
Aan buitenkant van rivier stroomt het sneller = meer erosiekracht. = Rivier zal stukken van de vallei en rivierbodem wegschuren. => Waar water traag stroomt wordt materiaal afgezet…Wat is het gevolg hiervan?
Dit proces blijft doorgaan = rivier verandert steeds meer van vorm.