Epithelen Flashcards
Soorten epithelen
Bedekkend epitheel
Klierepitheel
Gespecialiseerd epitheel
Keratine-eiwitten
Alle epitheelcellen produceren keratine-eiwitten
Functies vnl
> Keratinisering
> Verhoorning
Intermediaire filamenten
Keratine-eiwitten kunnen intermediaire filamenten vormen
= keratinefilamenten
> Bepalen morfologie van het cytoskelet
Celpolariteit
Vrij apicaal domein
Lateraal domein
Basaal domein
> Functionele verschillen
Zonula occludens
Tight junction
= Meest apicaal gelegen verbinding tussen epitheelcellen
Richels en groeven die in elkaar grijpen
Basale membraan
Dunne grenslaag van extracellulair materiaal (PAS+)
> Lamina basalis
Lamina reticularis
Lamina basalis
EM: donkere laag van 20-100 nm
Lamina densa
Ligt centraal in lamina basalis
> Collageen type IV
> Proteoglycanen
Lamina lucida
Grenst lamina densa af aan bovenzijde
> Glycoproteïne: laminine
Hemidesmosomen
Hechtstructuren tussen epitheelcellen en lamina basalis
> Hechting met cytoskelet
Hechting lamina basalis op bindweefsel
Collageen type VII
Lamina reticularis
Collagene vezels
Ankervezels hechten hieraan vast
> Afgezet door fibroblasten tegen lamina basalis
Opbouw lamina basalis
Lamina densa
Lamina lucida
Functies lamina basalis
Hechtende functie Filterfunctie Regulerende functie > Celdeling > Differentiatie epitheelcellen
Beschadigingen
Enkel epitheel
> Omringende cellen schuiven op
> Later deling van nieuwe epitheelcellen
Ook bindweefsel
> Herstel door fibroblasten
> Vorming van litteken
Verbindingsstructuren
- Occludensverbindingen
- Adhaerensverbindingen
- Nexusverbindingen
Occludensverbindingen
Afsluiting van intercellulaire ruimten
Adhaerensverbindingen
Aanhechting
Nexusverbindingen
Communicatie
Macula
Ronde of puntvormige verbinding
Zonula
Bandvormige verbinding
Fascia
Onregelmatig verbreide verbinding
Passage macromoleculen door epitheelcellen
Transcellulair of transcytotisch
Passage water en ionen door epitheelcellen
Afhankelijk van het aantal groeven en richels in de tight junctions
Zonula adhaerens
Ondersteuning door transmembranaire adhesiemoleculen = cadherinen
CAMs
Cell adhesion molecules
Aan cytoplasmatische zijde
Verbonden met cadherinen
Macula adhaerens
= Desmosoom
Bestaat uit cadherinen
Attachment plaque
Cytoplasmatisch
Verbindt desmosomen met intermediaire filamenten
Gap junctions
Nexusverbindingen
Bestaan uit intramembraneuze eiwitpartikels (connexinen)
Uitwisseling van
> Water, ionen
> Aminozuren, suikers
Connexon
Rangschikking van connexinen in de plasmamembraan
Vormen communicatiekanaaltjes
Microvilli
Vingervormige uitsteeksels
Lengte van 1 micrometer
Diameter 80 nanometer
> Oppervlaktevergroting
Bedekt met glycocalix
Borstelzoom
= Staafjeszoom
Zoom van microvilli
Terminal web
Apicaal gelegen web
Rol bij aanhechting microvilli
Verbonden met CAMs
Stereociliën
Variant van microvilli
Langer en soms vertakt
> Zintuigfuncties
GEEN slagbeweging
Ciliën
Trilharen
Lengte 5-10 micrometer
Diameter 0,2 micrometer
Gehecht op basaal lichaampje op terminal web
> Slagbeweging
Verplaatsing van slijm of stoffen
Flagellen
Enkel bij spermatozoa
Zelfde structuur als ciliën, maar veel langer
Neuro-epitheelcellen
Gespecialiseerd in sensorische functies
vb reukepitheel
Myo-epitheelcellen
Bevatten actine- en myosinefilamenten, waardoor ze kunnen samentrekken (rond klierbesjes)
Eencellige klier
Slijmbekercel in de darm en luchtwegen
Exocriene klier
Secretoir gedeelte en afvoergang(en)
Endocriene klier
Secreet afgegeven aan bloedbaan
- Strengen van kliercellen tussen capillairen
- Kliercellen rondom een holte
Merocriene secretie
Exocytose
Holocriene secretie
Uitscheiding van secreet met gehele cel tegelijk
Apocriene secretie
Uitscheiding van secreet met gedeelte van de cel tegelijk
Sereuze kliercellen
Ronde celkern
Secreet is vnl eiwitrijk
Granula snoeren af van Golgi (eiwitten in de granula)
Dan rijping (condenseren in EM)
Opslag tot signaal voor secretie (exocytose)
Muceuze kliercellen
Afgeplatte kern tegen basale membraan aan
Secretiegranula met glycoproteïnen
Exocytose