Epilepsie Flashcards

1
Q

Wat is epilepsie?

A

een aandoening waarbij de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen is verstoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 soorten epilepsie?

A
  • Niet actieve epilepsie

- Actieve epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Niet- actieve epilepsie?

A

Behandeling werkt goed. Geen aanvallen meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Actieve epilepsie?

A

Wel epileptische aanvallen of med. moet te gebruiken om aanvallen te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een aura?

A

Verschijnselen die je voorafgaand aanval kan voelen zoals opstijgend gevoel maag, lichtflitsen, vreemde smaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is prodroom?

A

Ander aanwijzingen aanval, zoals niet lekker voelen, hoofdpijn, buikpijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soorten aanvallen?(2)

A
  • Partiële aanvallen

- Gegeneraliseerde aanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een partiële aanval?

A

Bij een gedeelte van de hersenen is de overdracht elektrische prikkels verstoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Epileptische focus?

A

Plek van kortsluiting in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Soorten partiële aanval?(3)

A
  • Eenvoudige partiële aanval
  • Complexe partiële aanval
  • Secundair gegeneraliseerde aanval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een eenvoudige partiële aanval?

A

Kortsluiting op 1 plek in de hersenen en patiënt is bij bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een complexe partiële aanval?

A

Kortsluiting op 1 plek in hersenen. Patiënt daling van bewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een secundair gegeneraliseerde aanval?

A

Als een aanval begint als een partiële aanval en overgaat in een secundaire aanval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een gegeneraliseerde aanval?

A

Kortsluiting in beide hersenhelften. Vaak grote aanvallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Soorten gegeneraliseerde aanval?(5)

A
  • Tonisch clonisch
  • Tonisch
  • Clonisch
  • Atonisch
  • Absences
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Tonisch clonisch

?

A

Grand mal, oftewel grote aanval met verkramping en schokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is tonisch?

A

Verkrampend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is clonisch?

A

Schokkend.

19
Q

wat is atonische aanval?

A

Patiënt verslapt, schokt of verkrampt niet. Verslappen is plotseling.

20
Q

Wat is absence?

A

Daling bewustzijn.

21
Q

hoe lang duurt een epileptische aanval meestal?

A

Paar minuten.

22
Q

Wat is een status epilepticus?

A

Aanval duurt langer dan 5 min. of meerdere aanvallen kort na elkaar.

23
Q

Soorten status epilepticus?(3)

A
  • Convulsieve status
  • non convulsieve status
  • Serie aanvallen
24
Q

Wat is en convulsieve status?

A

Patiënt gedaald bewustzijn en trekkende bewegingen. Patiënt kan niet goed ademhalen.

25
Q

Wat is non convulsieve status?

A

Gedaald bewustzijn, geen trekkingen. Kan doorademen.

26
Q

Wat is serie aanvallen?

A

Snel opvolgende aanvallen. Tussendoor wel goed ademhalen.

27
Q

Kenmerken herstelfase?(5)

A
  • Verwardheid
  • Vermoeidheid
  • Verlaagd bewustzijn
  • Hoofdpijn
  • Spierpijn
28
Q

Tijd herstelfase?

A

Meestal niet langer dan 30 min, soms uren.

29
Q

Niet epileptische aanvallen?(9)

A
  • Spierschokken
  • Flauwvallen
  • Hypoglykemie
  • Migraine
  • Nacrolepsie
  • Hartritmestoornissen
  • TIA
  • Hyperventilatie
  • Psychogene niet-epileptische aanvallen
30
Q

Oorzaken?(2)

A
  • Beschadiging/afwijking hersenen

- Erfelijkheid

31
Q

Oorzaken beschadiging hersenen?(7)

A
  • Zuurstoftekort geboorte
  • Infectie hersenen
  • Herseninfarct
  • Hersenbloeding
  • Hersentumor
  • Afwijkend bloedvat hersenen
  • Stofwisselingstoornis
32
Q

Uitlokkende factoren?(8)

A
  • Tekort slaap
  • Heftige emoties
  • Alcoholmisbruik
  • Bepaalde soorten drugs
  • Schommelingen in hormonen
  • Temp. schommelingen
  • Zien van lichtflitsen
  • Niet innemen med. tegen epilepsie.
33
Q

Welke vorm epilepsie vaak bij ouderen?(1)

A

Complexe partiële aanvallen.

34
Q

Welke vorm vaak bij verstandelijke beperkten?(2)

A
  • Tonische aanvallen

- Complex partiële aanvallen

35
Q

Diagnose?(3)

A
  • EEG
  • CT scan
  • MRI scan
36
Q

Behandeling?(1)

A

-Anti epileptica

37
Q

Veel voorkomende bijwerkingen anti epileptica?(3)

A

-Duizeligheid
-Misselijkheid
-Slaperigheid
Meestal alleen de 1e weken.

38
Q

Wat is farmacotherapieresistente epilepsie?

A

Medicatie werkt niet.

39
Q

Andere behandel mogelijkheden?(3)

A
  • Operatie
  • Geven van stroomstootjes
  • Dieet
40
Q

Epilepsiechirurgie?

A

Epileptische focus wordt uitgeschakeld of verwijderd.

41
Q

Wat is nervus vagus stimulatie?

A

Apparaatje onder huid onder sleutelbeen geeft stroomstootjes

42
Q

Wat is deep brain stimulation?

A

Elektrode die stroomstootjes geeft op thalamus.

43
Q

Dieet om frequentie aanvallen te verlagen?

A

Ketogeen dieet, weinig koolhydraten.

44
Q

Wanneer medicatie geven?

A

Als de aanval niet binnen 2 min stopt.