epg periode 2 Flashcards

1
Q

Belemmering

A

Alle obstakels gezien vanaf de grond worden als belemmeringen aangeduid, om het effect
van beschaduwing te kunnen bepalen. Zij belemmeren de zonnestraling bij een zonnestand
onder een bepaalde hoogte. Het betreft alleen belemmering van het eigen gebouw en/of
perceel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bouwlaag

A

Deel van een gebouw, dat bestaat uit een of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de
afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 meter in
hoogte verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Collectieve (gebouw)installatie

A

Gemeenschappelijke gebouwgebonden installatie die warmte, koude, ventilatielucht,
warmtapwater en/of elektriciteit levert aan twee of meer wooneenheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Combitoestel (installatie)

A

Toestel of samenstel van toestellen waarin de functies voor verwarming en
warmtapwaterbereiding zijn gecombineerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Energieprestatievergoeding (EPV)

A

De EPV is er voor woningcorporaties en
andere verhuurders van sociale huurwoningen. Verhuurders kunnen een vergoeding van
huurders vragen voor (bijna) nul-op-de-meter-woningen (NOM). Ze krijgen dan een deel
terug van hun investeringen om van sociale huurwoningen NOM-woningen te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gebouwinstallatie

A

De installatie is vast verbonden met het gebouw;
- De installatie is overwegend gericht op het scheppen van de juiste condities voor het
verblijven of werken in het gebouw;
- De gebouwinstallatie is niet gericht op het productieproces van het bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gebouwtype

A

Eengezinswoningen: een gebouw met daarin de woonfunctie bestemd voor slechts
één huishouden waarbij de toegang aan het aansluitende terrein ligt (en dus niet via
een gemeenschappelijke verkeersroute moet worden bereikt);
- Woongebouw: gebouw of gedeelte daarvan met meer dan één woonfunctie (en
nevenfuncties van de woonfuncties), waarin meer dan één woonfunctie ligt die is
aangewezen op een gemeenschappelijke verkeersroute.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gebruiksfunctie

A

Gedeelten van een gebouw die dezelfde gebruiksbestemming hebben (kantoorfunctie,
bijeenkomstfunctie, winkelfunctie, woonfunctie, etc.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gebruiksoppervlakte

A

Oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau tussen
de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten
omhullen, zoals uitgewerkt in paragraaf 4.5 van NEN 2580:2007.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gemeenschappelijke ruimte

A

Ruimte van een gebouw die ten dienste staat van twee of meer gebruiksfuncties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Grote installatie

A

Collectieve of individuele installatie die warmte, koude, ventilatielucht en/of warmtapwater
levert aan een totale gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2
. Alleen de energieprestatieplichtige gebouwdelen worden meegenomen bij het bepalen van de totale
gebruiksoppervlakte waaraan de installatie levert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoofdgebruiksfunctie

A

Hoofdcategorie van een gebouw, bijvoorbeeld een woongebouw, waarin naast woningen
ook werkunits aanwezig zijn. De gebruiksfunctie met de grootste energieprestatie-plichtige
gebruiksoppervlakte in het gebouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hulpenergie

A

Elektrische energie - gebruikt door gebouwinstallaties voor verwarming, koeling, ventilatie,
bevochtiging, warmtapwaterbereiding en elektriciteitsopwekking - ter ondersteuning van
energietransformatie die nodig is om de energiebehoefte te dekken. Dit omvat energie voor
hulpventilatoren, pompen, elektronica, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rechtens verkregen niveau

A

Het rechtens verkregen niveau in het kader van de energieprestatie is de kwaliteit van (eisen
aan) het bouwwerk zoals vastgelegd in de oorspronkelijke bouwvergunning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kleine installatie

A

Collectieve of individuele installatie die warmte, koude, ventilatielucht en/of warmtapwater
levert aan een totale gebruiksoppervlakte van minder dan 500 m2
.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Recirculatie (van lucht)

A

Niet-verse retourlucht uit de rekenzone die opnieuw in de rekenzone wordt ingebracht. Bij
recirculatie wordt altijd een mengsel van recirculatielucht en verse (buiten)lucht toegevoerd.

17
Q

Rekenzone

A

Gebouw of gedeelte van een gebouw dat voor de berekening van het energiegebruik voor
verwarming, koeling, bevochtiging en ventilatie als één geheel moet worden beschouwd.

18
Q

Thermische zone

A

Gebouw of groep gebouwdelen waarvoor de energieprestatie wordt berekend.

19
Q

Vloerverwarming

A

Vloerverwarming
Bij vloerverwarming onderscheiden we twee soorten systemen:

  • Natsysteem: de leidingen van de vloerverwarming zijn in de afwerklaag opgenomen;
  • Droogsysteem: de leidingen van de vloerverwarming zijn verzonken in isolatie met
    daarop een afwerklaag.
20
Q

Woningpositie

A

Tussenwoning
- Hoekwoning
- vrijstaande woning
- twee-onder-een-kap woning
- vakantiewoning
- woonboot
- woonwagen.

21
Q

Woonfunctie

A

We onderscheiden twee soorten woonfuncties:
- Zelfstandige woonfunctie: woonfunctie die beschikt over een eigen toilet- en
badruimte en een eigen opstelplaats voor een kooktoestel (= keuken);
- Niet-zelfstandige woonfunctie: woonfunctie waarbij men een gezamenlijke
badruimte, toilet en/of opstelplaats voor een kooktoestel gedeeld wordt. Een
woonfunctie waar alleen de badruimte deelt, is dus ook een nietzelfstandige
woonfunctie

22
Q

Woongebouw

A

Gebouw of gedeelte daarvan met uitsluitend woonfuncties of nevenfuncties daarvan, waarin
meer dan één woonfunctie ligt, die is aangewezen op een gemeenschappelijke
verkeersroute.

23
Q

geluid

A

Geluid is een trilling van de lucht die door je oren wordt waargenomen en waarvan je je bewust wordt via je hersenen.

24
Q

oorzaak trilling

A

een geluidsbron

25
Q

5 soorten geluid

A

contactgeluid: bal die valt op de vloer
luchtgeluid: pratende mensen, muziek
omloopsgeluid: 2 ramen die openstaan
flankerend geluid: geluid via de constructie. een dunne wand, een wand die doorloopt naar meerdere verdiepingen
geluidslek: een kier onder een deur door, muur die niet helemaal doorloopt