epg periode 2 Flashcards
Belemmering
Alle obstakels gezien vanaf de grond worden als belemmeringen aangeduid, om het effect
van beschaduwing te kunnen bepalen. Zij belemmeren de zonnestraling bij een zonnestand
onder een bepaalde hoogte. Het betreft alleen belemmering van het eigen gebouw en/of
perceel.
Bouwlaag
Deel van een gebouw, dat bestaat uit een of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de
afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 meter in
hoogte verschillen.
Collectieve (gebouw)installatie
Gemeenschappelijke gebouwgebonden installatie die warmte, koude, ventilatielucht,
warmtapwater en/of elektriciteit levert aan twee of meer wooneenheden.
Combitoestel (installatie)
Toestel of samenstel van toestellen waarin de functies voor verwarming en
warmtapwaterbereiding zijn gecombineerd.
Energieprestatievergoeding (EPV)
De EPV is er voor woningcorporaties en
andere verhuurders van sociale huurwoningen. Verhuurders kunnen een vergoeding van
huurders vragen voor (bijna) nul-op-de-meter-woningen (NOM). Ze krijgen dan een deel
terug van hun investeringen om van sociale huurwoningen NOM-woningen te maken.
Gebouwinstallatie
De installatie is vast verbonden met het gebouw;
- De installatie is overwegend gericht op het scheppen van de juiste condities voor het
verblijven of werken in het gebouw;
- De gebouwinstallatie is niet gericht op het productieproces van het bedrijf.
Gebouwtype
Eengezinswoningen: een gebouw met daarin de woonfunctie bestemd voor slechts
één huishouden waarbij de toegang aan het aansluitende terrein ligt (en dus niet via
een gemeenschappelijke verkeersroute moet worden bereikt);
- Woongebouw: gebouw of gedeelte daarvan met meer dan één woonfunctie (en
nevenfuncties van de woonfuncties), waarin meer dan één woonfunctie ligt die is
aangewezen op een gemeenschappelijke verkeersroute.
Gebruiksfunctie
Gedeelten van een gebouw die dezelfde gebruiksbestemming hebben (kantoorfunctie,
bijeenkomstfunctie, winkelfunctie, woonfunctie, etc.).
Gebruiksoppervlakte
Oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau tussen
de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten
omhullen, zoals uitgewerkt in paragraaf 4.5 van NEN 2580:2007.
Gemeenschappelijke ruimte
Ruimte van een gebouw die ten dienste staat van twee of meer gebruiksfuncties
Grote installatie
Collectieve of individuele installatie die warmte, koude, ventilatielucht en/of warmtapwater
levert aan een totale gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2
. Alleen de energieprestatieplichtige gebouwdelen worden meegenomen bij het bepalen van de totale
gebruiksoppervlakte waaraan de installatie levert.
Hoofdgebruiksfunctie
Hoofdcategorie van een gebouw, bijvoorbeeld een woongebouw, waarin naast woningen
ook werkunits aanwezig zijn. De gebruiksfunctie met de grootste energieprestatie-plichtige
gebruiksoppervlakte in het gebouw.
Hulpenergie
Elektrische energie - gebruikt door gebouwinstallaties voor verwarming, koeling, ventilatie,
bevochtiging, warmtapwaterbereiding en elektriciteitsopwekking - ter ondersteuning van
energietransformatie die nodig is om de energiebehoefte te dekken. Dit omvat energie voor
hulpventilatoren, pompen, elektronica, etc.
Rechtens verkregen niveau
Het rechtens verkregen niveau in het kader van de energieprestatie is de kwaliteit van (eisen
aan) het bouwwerk zoals vastgelegd in de oorspronkelijke bouwvergunning.
Kleine installatie
Collectieve of individuele installatie die warmte, koude, ventilatielucht en/of warmtapwater
levert aan een totale gebruiksoppervlakte van minder dan 500 m2
.
Recirculatie (van lucht)
Niet-verse retourlucht uit de rekenzone die opnieuw in de rekenzone wordt ingebracht. Bij
recirculatie wordt altijd een mengsel van recirculatielucht en verse (buiten)lucht toegevoerd.
Rekenzone
Gebouw of gedeelte van een gebouw dat voor de berekening van het energiegebruik voor
verwarming, koeling, bevochtiging en ventilatie als één geheel moet worden beschouwd.
Thermische zone
Gebouw of groep gebouwdelen waarvoor de energieprestatie wordt berekend.
Vloerverwarming
Vloerverwarming
Bij vloerverwarming onderscheiden we twee soorten systemen:
- Natsysteem: de leidingen van de vloerverwarming zijn in de afwerklaag opgenomen;
- Droogsysteem: de leidingen van de vloerverwarming zijn verzonken in isolatie met
daarop een afwerklaag.
Woningpositie
Tussenwoning
- Hoekwoning
- vrijstaande woning
- twee-onder-een-kap woning
- vakantiewoning
- woonboot
- woonwagen.
Woonfunctie
We onderscheiden twee soorten woonfuncties:
- Zelfstandige woonfunctie: woonfunctie die beschikt over een eigen toilet- en
badruimte en een eigen opstelplaats voor een kooktoestel (= keuken);
- Niet-zelfstandige woonfunctie: woonfunctie waarbij men een gezamenlijke
badruimte, toilet en/of opstelplaats voor een kooktoestel gedeeld wordt. Een
woonfunctie waar alleen de badruimte deelt, is dus ook een nietzelfstandige
woonfunctie
Woongebouw
Gebouw of gedeelte daarvan met uitsluitend woonfuncties of nevenfuncties daarvan, waarin
meer dan één woonfunctie ligt, die is aangewezen op een gemeenschappelijke
verkeersroute.
geluid
Geluid is een trilling van de lucht die door je oren wordt waargenomen en waarvan je je bewust wordt via je hersenen.
oorzaak trilling
een geluidsbron