Entity Framework Deel 1 Flashcards

1
Q

Hoe spreek je een database aan volgens de klassieke API?

A
  1. Connectie openen
  2. Transactie starten
  3. Commando opbouwen en uitvoeren
    i. SQL Statement
    ii. Parameters
  4. Resultaat v/h commando verwerken
    i. Data omzetten naar objecten
  5. Transactie “ committen
  6. Connectie sluiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk Package gebruiken we hiervoor?

A

Microsoft.EntityFrameworkCore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke klasse is het aanspreekpunt vanuit je applicatie?

A

DbContext

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de dataProvider ‘SQLite’?

A

EF Core data provide voor SQLite

Microsoft.EntityFrameworkCore.Sqlite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef het verschil tussen code first en database first

A

Conceptueel model (code) -> Relationeel Model en vice versa voor database first

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf EF Code First

A
  1. Definieer models
  2. Definieer een database context
    - voorzie mappings (optioneel)
    - voorzie initializer seeding (optioneel)

=> Een DB schema wordt afgeleid van de models om de databank aan te maken!
- maakt gebruik van de data annotaties van het Validation Framework

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn models?

A

Beschrijft datastrucuren die staan voor ‘entiteiten’ binnen (een specifieke laag van) de applicatie

Bij het EF zijn dit objecten die direct gerelateerd zijn aan de opslag van data voor de applicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de restricities en conventies van models

A

Enkel classes, geen structs

Enkel public properties (met set accessor ) worden in acht genomen voor het afleiden van het DB schema

Properties , onderscheid
- scalar properties
bevatten effectieve waarden die bewaard moet worden (datatype: primitive en enum types)
- navigation properties
beschrijven relaties met andere models (datatype: andere model types)

Elk model moet een ‘ unique identifier ‘
hebben! (hier bestaan uitzonderingen op)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de DbContext?

A

Base class voor de entity container van de applicatie die dient als aanspreekpunt naar de databank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de Container klasse?

A

Een klasse die overerft van DbContext

Properties
- voor elk model een property van het type DbSet modelType

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly