Engels zinnen N-E Flashcards
Je bent zo …!
You’re so …!
Hij is degene met de …
He is the one with the …
Hij ziet er altijd … uit.
He always looks …
Hij heeft een geweldig gevoel voor humor.
He’s got a great sense of humour.
Jij lijkt me een heel goede organisator.
You seem like a great organiser.
Je ziet er een beetje sip uit.
You look a bit down.
Je bent gewoonlijk altijd zo vrolijk.
You’re normally such an upbeat person.
Hij was niet erg spraakzaam.
He wasn’t very talkative.
Eén van hen zag er heel vrolijk uit.
One of them was really cheerful-looking.
De ander zag er de hele tijd heel geirriteerd uit!
The other one looked really fed up the whole time!
Het doel van … is om …
The aim of … is to…
Waar dacht je aan?
What sort of thing were you thinking of?
Bedoel je iets van …?
Do you mean something like …?
Het lijkt een beetje op …
It’s a bit like …
Het belangrijkste is om …
The important thing is …