Engels sb les 2+3+4 leren voor de les Flashcards
arts and design
beeldende vorming
assembly
samenkomst
biology
biologie
corridor/hallway
gang
geography
aardrijkskunde
head teacher
school directeur
mathematics/maths
wiskunde
paragraph
alinea
(first) period
(eerste) uur
physical education PE
lichamelijke opvoeding/gym
secondary school
middelbare school
story
verhaal
to take notes
aantekeningen maken
to take out
pakken
to understand
begrijpen
year 7
brugklas, het eerste jaar van de middelbare school in Engeland
bureau
desk
denken/ nadenken
to think
docent
teacher
etui
pencil case
gum
eraser/rubber
huiswerk maken
to do homework
klasgenoot
classmate
klaslokaal
classroom
leerling
student
leren
to learn
leren/bestuderen
to study
leren/onderwijzen
to teach
les
lesson
pen
pen
potlood
pencil
schooltas
school bag
schrift
exercise book
tekstboek
textbook
vak
subject
to be related to
familie zijn van
to dislike
niet houden van
divorced
gescheiden
great-
over-
to look alike
op elkaar lijken
married
getrouwd
middle
middelste
oldest
oudste
only
enig
sibling
broer/zus
twins
tweeling
dochter
daughter
doodgaan
to die
geboren worden
to be born
gezin/ familie
family
grootouders
grandparents
jonger
younger
neef/nicht
cousin
neef
nephew
nicht
niece
oom
uncle
ouder
older
ouders
parents
stief-
step-
tante
aunt
wonen
to live
zoon
son
American
amerikaans
britisch
brits
canadian
canadees
common
gemeenschappelijk
commonwealth
gemenebest
dutch
nederlands
election
verkiezing
english
engels
french
frans
german
duits
italian
italiaans
nation
volk
national anthem
volkslied
population
bevolking
to represent
vertegenwoordigen
spanish
spaans
to unite
verenigen
accepteren
to accept
australië
australia
bellen
to call
duitsland
germany
engeland
england
frankrijk
france
het eens zijn
to agree
italië
italy
land
country
meedelen
to let (someone) know
nederland
the netherlands
spanje
spain
uitnodigen
to invite
verenigd koninkrijk
the united kingdom
verenigde staten
the united states of america
wereld
world