engels Flashcards
1
Q
scenery
A
landschap
2
Q
glowworm
A
gloeiworm
3
Q
cave
A
grot
4
Q
volcano
A
vulkaan
5
Q
erupt
A
uitbarsten
6
Q
cross
A
oversteken
7
Q
approximately
A
ongeveer
8
Q
Remind
A
Eraan herinneren
9
Q
Permitted
A
toegestaan
10
Q
scenic
A
Met mooie uitzichten
11
Q
gorge
A
kloof
12
Q
carriage
A
rijtuig
13
Q
In advance
A
Van tevoren
14
Q
inhabitant
A
inwoner
15
Q
trilogy
A
trilogie