Eng - Ned 97 - 98 Flashcards
To enjoy
Genieten van
To enjoy oneself
Genieten
Urge
Drang / aandrang
Ordeal
Kwelling / beproeving
To boast / to brag
Opscheppen / pochen
Reluctantly
Met tegenzin
Reluctance
Tegenzin
Disgust
Walging / afschuw
Disgusting
Walgelijk
Hectic
Hectisch / erg druk
To embrace
Omhelzen
To hug
Omhelzen
A nuisance
Overlast
What a nuisance
Wat vervelend
Depressing
Deprimerend
Token
Teken / bewijs
Ruthless / remorseless
Meedogenloos
Fit
Aanval / vlaag
Excited
Opgewonden
Excitement
Opwinding
Exciting
Opwindend
Foreboding
Voorgevoel
Creepy
Griezelig / eng
Inhibited
Geremd
Inhibition
Remming
Staggered / bewildered
Verbijsterd / stomverbaasd
Bewilderment
Verbijstering
Paragraph
Alinea
According to
Volgens
To reach
Bereiken
To illustrate
Illustreren / duidelijk maken
To imply
Suggereren / laten doorschemeren
To make clear
Duidelijk maken
To explain
Uitleggen
To express
Uitdrukken
Aim / purpose
Doel
Main
Hoofd / hoofd- / voornaamste
Main point
Essentie / hoofdpunt
To serve
Dienen ertoe
To refer to
Verwijzen naar
To suggest
Suggereren
Statement
Bewering
To deal with
Gaan over
To replace
Vervangen
Attitude
Houding / opvatting
View
Mening
Point of view / viewpoint
Standpunt
Judging from
Te oordelen naar / op grond van
To sum up / to summarise
Samenvatten
To point out
Duidelijk maken
To describe
Beschrijven
To argue
Beweren
What is the point made about…?
Wat wordt er gezegd over …?
With regard to
Met betrekking tot
With respect to
Met betrekking tot
To insert
Tussenvoegen
To characterise
Typeren
To emphasise / to stress
Benadrukken
To account for
Verklaren
To conclude
Concluderen
To appear from
Blijken uit
To reflect
Weergeven
To amount to
Neerkomen op
Quotation
Citaat
To state
Beweren