Energt Flashcards

1
Q

Welke voedingstoffen zijn belangrijk?

A

Eiwitten vetten en koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke energiestof gebruiken de spieren voor de contracties?

A

ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de afkorting van ATP

A

Adenosinetriphosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de afkorting van ADP

A

Adenosinediphosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de afkorting van CP

A

Creatinephosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekend aeroob

A

Met zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekend anaëroob

A

Zonder zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is lactaat

A

Eindproduct bij de anaerobe dissimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Over welke energierijken stoffen beschikt het lichaam

A

ATP & CP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is glycogeen

A

Reservesuiker in lever en spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is creatine

A

Afbraakproduct van CP dat we uitplassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel seconde levert het phosfaatsysteem aan energie

A

Tot 20 sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heet het eerste energierijke systeem?

A

Phosfaatsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet het 2e energyrijke systeem

A

Lactaat systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet het 3e energierijke systeem

A

Zuurstof systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke afvalstoffen worden er bij een rustige duurloop geproduceerd

A

C02 & h20

17
Q

Andere term voor omslagpunt is

A

Anaërobe drempel

18
Q

Welke atleten trainen vooral het phosfaatsysteem

A

Sprinters

19
Q

Welke atleten trainen vooral het lactaat systeem

A

400 en 800 M lopers

20
Q

Welke voedingstof vormt de belangrijkste energiebron bij uitputtende belasting?

A

Koolhydraten

21
Q

Wat ontbreekt er bij de volgende volume? …. > ATP + C ?

A

ADP + CP

22
Q

Wat ontstaat er wanneer er ATP word afgebroken?

A

ADP + P + ENERGIE

23
Q

Welk systeem is anearoob lactisch

A

Phosfaatsysteem

24
Q

Welk systeem is anearoob lactisch

A

Lactaat systeem

25
Q

Welk energiesysteem is aeroob

A

Zuurstofsysteem

26
Q

Wanneer noemen we inspanning anaeroob

A

Wanneer er geen zuurstof nodig is

27
Q

Als het zuurstof verbruik gelijk is aan de zuurstofopname dan is er sprake van

A

Steady state

28
Q

Een verhoogd zuurstof systeem na inspanning noemen we

A

EPOC

29
Q

Welke zuurstof hebben wij in ons voorraad

A

ADP & CP

30
Q

Melkzuurtolorantie training is hetzelfde als

A

Interval training

31
Q

Het trainen van de phosfaatbattetij doe je door

A

Sprint of snelheidtraining

32
Q

Het trainen van het zuurstofsysteem doe je vooral door

A

Duurtraining

33
Q

Welke stoffen zorgen voor verzuring

A

H+ ionen