Energetische stoffen Flashcards

1
Q

In welke 3 groepen kunnen de explosieve stoffen worden opgedeeld?

A
  • voortstuwende kruiten
  • springstoffen
  • pyrotechnische stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit lineaire brandsnelheid

A

Snelheid waarmee de chemische reactiezone zich in evenwijdige lagen door de explosieve stof verplaatst (m/s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef 3 mogelijke bewerkingen van het oppervlak van kruiten

A
  • gebruik van een inhibitor
  • gebruik van een restrictor
  • grafiteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de samenstelling van zwart kruit

A
  • 75% kalium nitraat (brandmiddel (oxydator/zuurstofdrager)
  • 15% houtskool (brandstof)
  • 10% zwavel (brandstof)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vertel iets meer over de gevoeligheid van zwart kruit

A
  • Weinig gevoelig aan schok
  • Zeer gevoelig aan vlam of wrijving
  • Gevoelig voor vonkjes zoals bij statische elektriciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke invloed heeft de korrelgrote van het zwart kruit op zijn lineaire brandsnelheid

A

Hoe groter de korrelgrootte hoe trager de lineaire brandsnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke invloed heeft het percentage zwavel op de lineaire brandsnelheid?

A

Hoe groter het percentage zwavel hoe trager de lineaire brandsnelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit welke bestanddelen bestaat RZK/TB

A
  • NC (nitrocellulose)
  • NG (nitroglycerine)
  • NGu (nitroguanidine)
  • oplosmiddelen en toevoegstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voordelen van RZK/TB?

A
  • Vermindering verbrandingstemperatuur door toevoeging NGu en vermindering NG
  • chemisch stabiel
  • Niet erg vochtopslorpend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor welke nadelen van ZK biedt RZK/EB een oplossing?

A
  • Oncontroleerbare verbranding
  • Grote rookvorming
  • Vaste verbrandingsproducten (60% vaste deeltjes in het gas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit detonatiegolf

A

Een detonatiegolf is een voortschrijdende reactiezone bij detonatie; Een schokgolf, wordt gevoed door de vrijgekomen energie van de snelle chemische reactie (3000-9000 m/s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de soorten springstoffen op basis van hun gevoeligheid?

A

Van meest naar minst gevoelig

  • Inleispringstof
  • Overgangsspringstof
  • Ladingsspringstof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onder welke externe invloeden kan een inleispringstof detoneren?

A
  1. Vlam
  2. Wrijving
  3. Mechanische schok
  4. Elektrische schok
  5. schokgolf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit explosieketen:

A

Een explosieketen is een opeenvolging van een aantal explosieve stoffen, waarvan elke door de voorgaande wordt ontstoken, beginnend met een kleine hoeveelheid gevoelige springstof en eindigende met een grote hoeveelheid gering gevoelige springstof (=hoofdlading)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg uit pyrotechnisch mengsel

A

Is een explosieve stof met explosieve verbranding (deflagratie). Verloopt bij lage druk en gasvorming is een bijkomstig ongewenst effect. De lineaire brandsnelheid is laag (mm/sec), Dient bijgevolg nooit om een voorwerp versnelling te geven.

Bestaat uit:

  1. Oxydatiemiddel (zuurstofdrager)
  2. Reductiemiddel (brandstof)
  3. Andere stoffen (bindmiddel, kathalisator, vertrager, ..)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat muriatisch poeder?

A
  • Kaliumchloraat
  • Antimoonsulfide
17
Q

Geef de verschillende effecten van een pyrotechnsiche hoofdlading

A
  1. Traan
  2. Rook
  3. Licht
  4. Brand
  5. Spoor
  6. Sein

“Tine Rookt LICHT BRuine SPOOk SEINen”

18
Q

Welk chemisch element wordt vaak gebruikt om wit licht voort te brengen bij verbranding?

A

Magnesium

19
Q

Welk kleur wordt er verkregen bij de verbranding van Bariumzout?

A

Groen

20
Q

Welk chemisch element moet verbrand worden om geel licht te krijgen?

A

Natriumzout

21
Q

Welk soort zout moet er verbrand worden om blauw licht te verkrijgen?

A

Koperzout

22
Q

Zijn chemische stoffen explosieve stoffen?

A

Neen, hun uitwerking begint nadat ze werden verspreid door middel van een springstoflading (Burster)

23
Q

Teken een typevoorbeeld van een relais en een delay

A
24
Q

Is een mengsel op basis van Chlorohenzol malonitrite (CS) giftig

A

nee

25
Q

Benoem de letters en cijfers hieronder

A
26
Q

Benoem de onderdelen van de holle lading

A
  1. Omhulsel (Aerodynamisch)
  2. Lege ruimte
  3. Conische bekleding (wordt een pseudoprojectiel)
  4. Ontstekingsdispositief + Booster
  5. Springstof
  6. Piezo-Elektrische sensor
27
Q

Geef de verschillen tussen de volgende explosieve stoffen op basis van hun doel

  • voortstuwende kruiten
  • springstoffen
  • pyrotechnische stoffen
A
  • pyrotechnische stoffen: een gewenst effect bekomen
  • springstoffen: brisantie, verscherving
  • voortstuwende kruiten: versnelling geven aan een projectiel
28
Q

Geef de twee soorten pyrotechnische stoffen

A
  • Aanzetmengsels
  • Hoofdlading
29
Q

Leg de werking van een holle lading uit

A
  • werking met een concave massa
    • het weerstandsbiedende omhulsel zorgt voor de versterkte uitwerking van de holle lading
    • Drukgolven lopen samen (convergeren) in de richting van de schoots-as of vlak
    • de conische bekleding zal een pseudoprojectiel vormen
    • schootsafstand moet voldoende zijn om het pseudoprojectiel tijd te geven om zich te vormen
30
Q

Geef de drie uitwerkingen van een holle lading

A
  • schokgolf
  • kinetische energie
  • afgestane hitte
31
Q

Wat is de invloed van de temperatuur op springstoffen?

A

Door temperatuursstijging gaat de springstof uitzwetten waardoor zijn gevoeligheid stijgt.

32
Q

Welke invloed hebben de dichtheid en het vochtgehalte van de springstof op de gevoeligheid?

A
  • Door stijgende dichtheid, daalt de gevoeligheid
  • Door stijgende vochtigheidsgraad daalt de gevoeligheid
33
Q

Geef de onderverdeling bij de voortstuwende kruiten

A
34
Q

Geef de schematische onderverdeling van Pyrotechnische stoffen

A
35
Q

Geef de schematische onderverdeling van springstoffen

A
36
Q

Geef het volledige schema van actieve stoffen

A
37
Q

Teken een elek DET en een knalkoker en duidt de verschillende onderdelen aan.

A
38
Q

Welk kruit zou je gebruiken voor een AIe stuk met lange loop? en waarom?

A

Voor een lange loop is een langzaam en progressief kruit nodig. De gemakkelijkste manier om dit te verkrijgen is door de vorm en de grootte van de korrels aan te passen.

  • een minderlevendig kruit wordt verkregen door de verhouding soortelijke oppervakte/ volume (het specifiek oppervlak) klein te houden
  • voor een progressief kruit zijn korrels mogelijk met meerdere buisjes. hierbij zal namelijk de verhouding soortelijke oppervlakte/ volume stijgen bij verbranding. zie schema hieronder