Endo 2 Flashcards

1
Q

Divergente platen

A

De platen bewegen uit elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Convergente platen

A

De platen bewegen naar elkaar toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Transversale platen

A

De platen bewegen langs elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan een transversale breuk ontstaan?

A

Verspringing van mid-oceanische ruggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar kan subductie in overgaan

A

Continent-botsing, waardoor er een plateau kan ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De continentale korst is lichter dan de oceanische dus?

A
  1. De korst recyclet niet zo makkelijk terug de mantel in

2. Omdat de korst zwakker is zijn de plaatgrenzen complexer dan met oceanische korst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor is het magnetisme van de aarde te merken?

A
  1. De ijzer in het magma wijst permanent op de huidige pool, dus het geeft het magnetisch veld op dat moment weer
  2. De magnetische velden draaien relatief vaak om
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan je met het aardmagnetisme?

A

Berekenen hoe oud de zeebodem is en hoe snel de zeebodem beweegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een passieve plaatgrens?

A

Een overgang van oceanische naar continentale korst

Een plaat die niet ten opzichte van een andere beweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het gevolg van een passieve plaatgrens?

A

Er ontstaat oceanische lithosfeer, omdat de platen van elkaar weg trekken .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar komen aardbevingen voor?

A

Geconcentreerd langs plaatgrenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaan plaatgrenzen?

A

Het breken en verplaatsen van aardkorsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met aardbevingen in subductiezones?

A

De haard kan tot 600 km diep ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom kan de aardbevingshaard zo diep ontstaan in subductiezones?

A

Doordat een stuk lithosfeer die onder een andere plaat duikt lang koud blijft, maar door de druk en de warmte ontstaan er nieuwe mineralen die voor instortingen zorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar ontstaat Vulkanisme?

A

Bij divergente en convergente plaatgrenzen, en door mantelpluimen niet op een plaatgrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de eigenschappen van de lithosfeer?

A

De lithosfeer vast en bros.

17
Q

Wat is de geothermische gradiënt

A

De temperatuurverloop met de diepte

18
Q

Wat is adiabatisch afkoelen?

A

afkoelen omdat de druk afneemt

19
Q

Waarom koelen gesteenten moeilijk af in de Lithosfeer?

A

De lithosfeer is vast dus het moet afkoelen door geleiding

20
Q

Wat zijn de eigenschappen van de asthenosfeer

A

Plastisch, maar zwak en heeft een hoge elektrische geleidbaarheid

21
Q

Wat zijn de eigenschappen van de mesosfeer?

A

Sterk door de druk

22
Q

Waarom kan de droge solidus opschuiven?

A

1ppm water kan ervoor zorgen dat de droge solidus opschuift

23
Q

Wanneer gaat de droge solidus over in de natte solidus?

A

Bij 1000 ppm water, dan schuift de natte solidus op en wordt 250C kouder

24
Q

Waar bestaat de mantel uit?

A

Peridodiet = Olivijn (Fe, Mg) + Pyroxeeen (Fe, Mg) (is wat elastischer agv een beetje water)

25
Q

Hoe diep komt er water vrij?

A

Rond de 120-220 km (natte solidus)

26
Q

Wanneer komt er water vrij?

A

Als er geen water meer in de mineralen past dan komt er water vrij, zolang er water in de mineralen zit dan verzwakt het gesteente niet.

27
Q

Wat gebeurt er als er water vrij komt?

A

De mantel smelt, er is hogere elektrische geleidbaarheid, een lagere seismische snelheid, zwakker gesteente

28
Q

Wat drijft de plaattektoniek?

A

De zwaartekracht d.m.v ridge push en slab pull

29
Q

Wat is ridge push?

A

De plaat glijd vanaf de MOR naar beneden

30
Q

Wat is slab pull?

A

Subductie, de relatief koude en zware mantel valt de mantel in en zwaartekracht trekt de plaat naar beneden

31
Q

Waar zijn deze krachten

A

Onder de mantel

32
Q

Verder van de MOR is een plaat?

A

Oud, koud, dik en rigide

33
Q

Dichtbij de MOR is een plaat

A

Jong en warm, op de MOR ontstaat nieuwe mantel