Elektrisch potentiaal Flashcards

1
Q

wat bezit een voorwerp in het zwaarteveld aarde

A

potentiële energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er als het voorwerp valt

A

de potentiële energie wordt vrijgegeven, en omgezet naar andere vormen van energie: bv. kinetische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formule potentiële energie

A

m x g x h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel bedraagt de potentiële energie op de grond

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de arbeid verricht door de zwaartekracht

A

= de tegengestelde van de verandering van potentiële energie
W = -∆Epot
=> ∆ = begin - eind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

elektrisch veld dat we gebruiken bij potentiaal

A

veld tussen 2 metalenplaten met even grote en tegengestelde ladingen.
veld = homogeen = elektrische veldlijnen evenwijdig = elektrische veldsterkte overal hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de coulombkracht die de testlading uitoefent?

A

Fc = E x Qt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is er met W> 0

A

de testlading bezit elektrische potentiële energie.
deze energie evenredig met de grootte van de testlading, de elektrische veldsterkte E en de afstand x tot de negatieve plaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De potentiële energie van een lading in punt P

A

gelijk aan de arbeid die door de coulombkracht verricht wordt op de lading Qt als deze zich verplaatst van P naar een gekozen referentiepunt
Epot = Qt x E x X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

elektrisch potentiaal def

A

de waarde van Epot/ Qt is enkel afhankelijk van:
de grootte van het elektrisch vel en de positie in dat elektrisch veld. = potentiaal V in een bepaald punt.
V= Epot/ Qt = E.x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

van wat hangt het potentiaal in een bepaald punt af?

A

van de elektrische veldsterkte en de positie van dat punt
=> NIET van de testlading

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tegengestelde lading of

A

condensator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

potentieel in homogeen elektrisch veld neemt evenredig toeneemt met de

A

afstand tot de negatieve plaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

potentiaalverschil ∆V tussen de 2 platen:

A

elke positieve lading die zich op punt x = d bevindt, heeft meer potentiële energie dan in punt x = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

volgens welke regels gebeurt het spontane verspreiden van ladingen in een geleider

A
  • positieve ladingen gaan van hoge naar lage potentiaal
  • negatieve ladingen gaan van lage naar hoge potentiaal
    => elektrische stroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

elektrische stroom =

A

de hoeveelheid lading die per tijdseenheid een bepaalde doorsnede van de geleider passeert
I = Q/∆t
I in Ampère (A)

17
Q

elektrische spanning

A

ontstaat tussen 2 punten in een elektrisch veld met een verschillende potentiaal

18
Q

spanning U

A

het potentiaalverschil

19
Q
A