elektriciteit Flashcards
1
Q
verhouding stroom en spanning met lading
A
1 A = 1 C/s
1 V = 1 J/C
1
Q
1 kWh = ? J
A
1 kWh = 3,6MJ
2
Q
verhouding weerstand stroom
A
hoe minder weerstand hoe meer stroom
3
Q
verhouding weerstand lengte draad
A
hoe langer het draad hoe meer weerstand
4
Q
verhouding weerstand dikte draad
A
hoe dikker het draad hoe minder weerstand
5
Q
verhouding weerstand temperatuur
A
hangt af van het draad
6
Q
diode
A
laat stoom in 1 richting door= doorlaatrichting
andere richting = sperrichting
gaat na een bepaalde tijd open = drempelwaarde
7
Q
LDR
A
hoe meer licht hoe minder weestand
8
Q
PTC
A
hoe hoger de temperatuur hoe meer weerstanf
9
Q
NTC
A
hoe hoger de temperatuur hou kleiner de weerstand