Eiwitten en genen Flashcards
HIF1alpha
Angiogene groeifactor
VHL
Angiogenese remmer: bij binding aan H1F alpha wordt H1Falpha afgebroken
VEGF
Angiogene groeifactor: heeft direct effect op endotheel
OGG1
Een DNA glycosylae: herkent DNA-schade en creëert abasische plaats door base flipping
AP endonuclease
Herkent abasische plaats –> maakt esDNA-breuk aan 5’-kant
XPC+CETN12+RAD23B
Eiwitcomplex dat DNA op beschadigingen scant (onderdeel van NER globaal genoom)
UV-DDB
Bindt aan XPC’ eiwitcomplex zodra er laesie is gevonden (NER GG)
TFIIH
Bindt zodra RAD23B verwijderd is (NER zowel TG als GG)
CSA en CSB
Herkennen signaal als RNA-polymerase vastloopt (NER TG)
XPD en XPB
Ontwinden DNA (NER)
XPA
Controleert op laesie (NER)
XPF
Knipt 5’-kant van laesie (point of no return NER)
XPG
Knipt 3’-kant van laesie (NER)
KU70/80
Herkent breuk in DNA (NHEJ)
RAG1/RAG2
Verantwoordelijk voor creëeren dsDNAbreuken in immunoglobuline locus –> voor variabiliteit in anitilichamen