eiwitsynthese

Question 1

wat is het doel van elke cel?

Answer 1

eiwitten maken

Question 2

wat zijn nucleïnezuren?

Answer 2

• het zijn verbindingen in celkernen
• = bipolymeren
• ze zijn opgebouwd uit repeterende bouwstenen of monomeren nl. nucleotiden

Question 3

molecuultypes nucleïnezuren:

Answer 3

DNA en RNA

Question 4

bouwstenen eiwitten:

Answer 4

aminozuren

Question 5

DNA volledige benaming:

Answer 5

desoxyribonucleïnezuur

Question 6

RNA volledige benaming:

Answer 6

ribonucleïnezuur

Question 7

DNA vorm:

Answer 7

dubbele helix

Question 8

waaruit bestaan de strengen v d helix van DNA?

Answer 8

een opeenvolging van nucleotiden

Question 9

samenstelling v e nucleotide:

Answer 9

3 componenten:
- fosfaatgroep
- organische base
- suikermolecule = desoxyribose

Question 10

welke soorten basen kan een nucleotide bevatten?

Answer 10

• Cytosine (C)
• Guanine (G)
• Adenine (A)
• Thymine (T)

Question 11

waaruit wordt de ruggengraat v e streng gevormd?

Answer 11

een opeenvolging van fosfaatgroepen en desoxyribose

Question 12

hoe worden de 2 DNA strengen samengehouden?

Answer 12

door waterstofbruggen tussen de organische basen

Question 13

complementaire basen (DNA):

Answer 13

(A - T)
(C - G)

Question 14

Wat is de plaats van DNA i d cel?

Answer 14

i d celkern en in mitochondria

Question 15

Wat is de plaats van RNA i d cel?

Answer 15

I d celkern en in cytoplasma

Question 16

RNA vorm:

Answer 16

enkele helix

Question 17

chemische structuur van DNA:

Answer 17

A
C
T
G

Question 18

chemische structuur van RNA:

Answer 18

A
C
U
G

Question 19

hoe worden nucleïnezuren gevormd?
+ uitleg

Answer 19

door polymerisatie van nucleotiden

= er vormt zich een fosfodiësterbinding tussen de 5’ -fosfaat op het ene nucleotide en de 3’ -hydroxyl op het andere nucleotide

Question 20

in welke volgorde zit de genetische code i d DNA-moleculen?

Answer 20

in de volgorde v d basen

Question 21

waaruit zijn eiwitten opgebouwd?

Answer 21

aminozuren

Question 22

uit welke stappen bestaat eiwitsynthese?

Answer 22

1. transcriptie (= DNA -> m-RNA)
   - vindt plaats i d kern
   - = overschrijven v d genetische code
2. translatie (= m-RNA -> eiwit)
   - vindt plaats i h cytoplasma
   - effectief opbouwen v h eiwit

Question 23

transcriptie betekenis:

Answer 23

overschrijven v d erfelijke info op een RNA-molecule

Question 24

promotor betekenis:

Answer 24

= sequentie waaraan speciale eiwitten (transcriptiefactoren) zich kunnen binden

-> zij zorgen ervoor dat RNA-polymerase a h DNA zal binden

Question 25

algemene uitleg transcriptie:

Answer 25

na herkenning v d promotor opent het enzym RNA-polymerase een aantal pasenparen i h DNA RNA-polymerase koppelt complementaitre RNA-nucleotide aan DNA-nucleotide enzym schuift door en koppelt ene nucleotide aan de andere -> fofodiësterbindingen zodra enzymencomplex over DNA gelopen is sluit de helix en komt gekopiërde RNA los

Question 26

translatie betekenis:

Answer 26

effectief opbouwen van eiwitten

Question 27

algemene uitleg translatie

Answer 27

translatie vindt plaats i h cytoplasma een ribosoom begint bij het startcodon en leest het mRNA af , zodat tRNA’s kunnen binden aan het mRNA via hun complementaire anticodons waardoor ze de juiste aminozuren aandragen ribosoom koppelt deze aminozuren aan elkaar om een eiwit te laten ontstaan. dit proces stopt wanneer het ribosoom een stopcodon tegenkomt

Question 28

startcodon:

Answer 28

AUG

Question 29

stopcodons

Answer 29

UAG, UAA, UGA

Question 30

polypeptide betekenis:

Answer 30

verbinding van meerdere gekoppelde aminozuren

Question 31

Wat is een gen?

Answer 31

deel v h DNA dat de info in zich draagt voor de aanmaak v e eiwit of van RNA