Eindtoets Flashcards

1
Q

Hormonale veranderingen gedurende de zwangerschap

A
  • Toename hCG

- Toename Progesteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de gevolgen van de toename van hCG gedurende de zwangerschap?

A
  • Ptyalisme
  • Zwangerschapsmisselijkheid 1e semester
  • Aanhoudende reflux ->refluxoeshofagutes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de gevolgen van progesteron gedurende de zwangerschap?

A
  • Houdt corpus luteum in stand

- gladde spierverslappend -> vasodilatatie -> hyperdynamische circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de belangrijkste metabole verandering tijdens de zwangerschap?

A
  • Basale metabolisme omhoog

- Insuline resistentie -> diabetes mellitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Belangrijkste respiratoire veranderingen tijdens zwangerschap

A

-toename ademminuutvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Urogenitale veranderingen tijdens de zwangerschap

A

-Verhoogde kans op UWI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Manieren van termijnbepaling

A
  • crown-rump-length meting

- ELM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Adrenarche

A

Herstart androgeen productie van de bijnieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het effect van oestrogeen in de puberteit bij vrouwen?

A
  • Borstontwikkeling
  • Vet en verdeling
  • Genitale veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het effect van androgeen in de puberteit bij vrouwen?

A
  • Genitale beharing
  • Talg en zweetklieren
  • Groei clitoris en labia minora
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het effect van androgeen in de puberteit bij mannen?

A
  • Genitale en gonadale groei
  • Genitale beharing en gezichtsbeharing
  • Talg en zweetklieren
  • Groei clitoris en labia minora
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functie van FSH in de mannelijke puberteit?

A

-Testes groei door tubuli seminiferi en Sertoli cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de leeftijdsgrenzen voor pubertas preacox

A
  • Meiden <8 jr

- Jongens <9 jr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Premature thelarche

A

Het te laat uitschakelen van de foetale FSH secretie waardoor Pubertas Preacox ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Centrale Pubertas Preacox

A

Aangestuurd door Hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pseudo PP (bijnieren

A

Autonome geslachtshormoon productie door bijnieren

  • Geen borst- of testesgroei
  • oorzaak: premature adrenarche
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pseudo PP (gonaden)

A

Autonome geslachtshormoon productie door gonaden

  • Testes groei en borstontwikkeling
  • oorzaken bij meiden: McCune Allbright of Granulosa tumor
  • Oorzaken bij jongens: Leydigcel tumor of testotoxicose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leydigcel

A

Produceren testosteron in testes oiv LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Theca cellen

A

Maakt testosteron in vrouwen oiv LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Granulosa cellen

A

Maken oestrogeen oiv FSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Sertoli cel

A

Vormen sperma en inhibine. Geactiveerd door FSH

22
Q

Welke hormonen werken op de G-proteïne Adenylyl Cyclase receptor?

A

GHRH->Gas
Somatostatine->Gai
LH en FSH -> Gas

23
Q

Welke hormonen werken op de G-proteïne phospholipase C receptor?

A

Ghrelin

GnRH

24
Q

Welke hormonen werken op de tyrosine kinase receptor?

A

IGF-1

25
Q

Welke hormonen werken op de tyrosine kinase geassocieerde receptor?

A

GH

26
Q

Wat is testotoxicose?

A

Een fout in de G-proteine adenylyl Cyclase receptor wat zorgt voor constante productie van testosteron in de Leydigcellen

27
Q

Wat is McCune Allbright Syndroom?

A

Wanneer Gas constant aanstaat in de Granulosa cellen en er hierdoor autonome oestrogeen productie is

28
Q

Waar gaat het longvocht naartoe bij de neonatale transitie?

A

Het interstitium

29
Q

Wat doet surfactant secretie gedurende de neonatale transitie?

A

Oppervlaktespanning van de longblaasjes

30
Q

Wat is de ductus arteriosus

A

Een verbinding tussen de truncus pulmonalis en de arcus aortae

31
Q

Wat is de ductus venosus?

A

Neonatale verbinding tussen de placenta en de vena cava inferior

32
Q

Wat is het foramen ovale?

A

Neonatale verbinding tussen de 2 atria

33
Q

Onder invloed van wat sluit de ductus arteriosus?

A

Stijging van de saturatie

34
Q

Onder invloed van wat sluit het foramen ovale?

A

Drukverschil in de atria

35
Q

Onder invloed van wat treedt de ductus venosus in regressie?

A

Gebrek aan flow

36
Q

Op basis waarvan wordt de APGAR score bepaalt?

A
  1. Hartfrequentie
  2. Ademhaling
  3. Spiertonus (hoe slap/sterk)
  4. Reactie op prikkels
  5. Kleur

Score 0-2
Totaal 0-10

37
Q

Bij welke apgar scores is actie nodig?

A

Na 1 min<3=reanimatie
Na 5 min<3=asfyxie
>7 is normaal

38
Q

Wat is het wet lung syndroom?

A

Wanneer het longvocht niet goed wordt geresorbeerd

-Prognose is goed

39
Q

Wat houdt meconium aspiratie in?

A

Wanneer een foetus meconium heeft ingeademd

40
Q

Waar wordt testosteron gemaakt?

A

Leydig cellen

41
Q

Waar wordt AMH gemaakt?

A

Sertoli cellen

42
Q

Waar ontstaat het urogenitaal uit?

A

Intermediar mesoderm

43
Q

Wat zijn de 4 typen mesoderm?

A

Intermediar, paraxiaal, axiaal (chorda) en lateraal

44
Q

In welke week begint de ontwikkeling van de pronefros?

A

Week 4

45
Q

In welke weken produceert de mesonefros urine?

A

6-10

46
Q

In welke week begint de ureterknop te vormen?

A

Week 5

47
Q

In welke week start de regressie van de mesonefros

A

Week 8

48
Q

Welke delen ontstaan uit de metanefros?

A

Kapsel v Bowman (eptheliale glomerulus)
Proximale tubulus
Lus v Henle
Distale tubulus

49
Q

Wat is de weg die urine aflegt naar de blaas?

A

Kapsel v Bowman - proximale tubulus - Lus v Henle -Distale tubulus - verzamelbuis - nier papil - calyx minor - calyx major - pyelum - ureter

50
Q

Waar ontstaan de genitaliën uit en wat vormen deze cellen?

A

Primordiale kiemcellen die de genitale richel vormen

51
Q

Wat kun je toedienen als GnRH agonist?

A

Decapeptyl