eigenschappen van magneten Flashcards
1
Q
geografisch noordpool is gelijk aan
A
magnetisch zuidpool
2
Q
op wat oefenen magnetiet energie uit
A
ijzer, kobalt en nikkel
3
Q
een magnetiet heeft twee polen
A
- zuidpool
- noordpool
4
Q
oefenen polen een kracht uit op elkaar?
A
ja
5
Q
gelijknamige polen
A
stoten elkaar af
6
Q
ongelijknamige polen…
A
trekken elkaar aan
7
Q
wat zijn materialen die als je ze dicht bij een magneet houdt magnetisch worden?
A
magnetiseerbaar
8
Q
magnetiseerbare materialen
A
ijzer, staal
9
Q
2 soorten magnetiseerbare materialen
A
- harde magnetiseerbare materialen
- zachte magnetiseerbare materialen
10
Q
hard magnetiseerbaar materiaal
A
behoud magnetische eigenschappen nagenoeg volledig na magnetisering
11
Q
zacht magnetiseerbaar materiaal
A
magnetisme verdwijnt praktisch volledig