eigenschappen van magneten Flashcards

1
Q

geografisch noordpool is gelijk aan

A

magnetisch zuidpool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

op wat oefenen magnetiet energie uit

A

ijzer, kobalt en nikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een magnetiet heeft twee polen

A
  • zuidpool
  • noordpool
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oefenen polen een kracht uit op elkaar?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gelijknamige polen

A

stoten elkaar af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ongelijknamige polen…

A

trekken elkaar aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn materialen die als je ze dicht bij een magneet houdt magnetisch worden?

A

magnetiseerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

magnetiseerbare materialen

A

ijzer, staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 soorten magnetiseerbare materialen

A
  • harde magnetiseerbare materialen
  • zachte magnetiseerbare materialen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hard magnetiseerbaar materiaal

A

behoud magnetische eigenschappen nagenoeg volledig na magnetisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zacht magnetiseerbaar materiaal

A

magnetisme verdwijnt praktisch volledig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly