eigenschappen v stallucht en wand Flashcards

1
Q

absolute vochtigheid

A

massa waterdamp uitgedrukt per massa droge lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

relatieve vochtigheid = dampspanning/verzadigingdampspanning

A

hoeveelheid vocht opgenomen in de lucht t.o.v de maximale capaciteit om water op te nemen bij een bepaalde temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dauwpunt

A

dit is de temperatuur waarbij condensatie optreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als de lucht word verwarmd …. de RV. Als de lucht word afgekoeld … de RV

A

daalt stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

soortelijk gewicht v koude lucht is ….. dan van warme lucht. en soortelijk gewicht v vochtige lucht is …. dan van droge lucht

A

hoger, lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

enthalpie v vochtige lucht geeft de energie inhoud weer, is constant = … + ….

A

sensiebele warmte + latente warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

RV kun je laten dalen door …. en door ….

A

T te laten stijgen, vocht te verwijderen - ventileren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

drogend vermogen

A

hoeveelheid water de lucht nog kan opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sensibele warmte

A

warmte die je voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

latente warmte

A

energie die word opgenomen bij de omzetting van vloeibaar water naar waterdamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

RV … door opname v water - meer water moleculen die moeten verdampen - latente warmte …. - sensibele warmte ….. - temperatuur …..

A

stijgt, stijgt, daalt, daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

koude brug

A

deel van de wand is niet geisoleerd - T daalt - RV stijgt - condensatie - schimmel - slechte isolator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

warmte geleidingscoefficient = ….. = ….

A

conductie, labda waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

goede isolator heeft een …. labda waarde

A

lage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

warmte overgangscoefficient: wat is dat? gebeurd door? wat is hiervoor nodig? hoe hoger deze is hoe slechter de isolator, waar of niet

A

hoe snel de overgang is van warmte van een gas/vloeistof naar vaste fase. convectie, radiatie. temperatuurgradient. waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

warmteovergangsweerstand: berekent met? hoe hoger deze is hoe beter de isolator, waar of niet?

A

1/alpha

waar

17
Q

warmtedoorgangscoefficient is en bevat

A

U. labda, dikte vd wand, Ri en Re, temperatuurverschil

18
Q

warmtedoorgang= … x …

A

U*temperatuurgradient

19
Q

thermocomfort word bepaald door de gevoelstemperatuur

A

T in de thermoneutralezone = (Twand+Tlucht)/2

20
Q

nat materiaal heeft een hogere labda waarde

A

waar

21
Q

warmte verlies door

A

gem U waarden, opp v wanden, Tverschil, soortelijke warmte, ventilatiedebiet

22
Q

compromis moet er worden gesloten tussen isoleren, stevigheid, warmte capaciteit van het materiaal.

A

waar

23
Q

warmte stroom door een wand is afhankelijk van de …, …. en …

A

warmtegeleidingscoefficient, warmte-overgangsweerstand, warmte-overgangscoefficient

24
Q

dampscherm

A

isolatiemateriaal omgeven door plastic zodat deze niet nat kan worden

25
Q

koude val

A

warme lucht komt tegen koude wand- T daalt - soortelijk gewicht stijgt - daalt naar beneden

26
Q

warmte productie moet gelijk zijn aan het warmteverlies.

A

waar

27
Q

warmteproductie word bepaald door

A

warmteproductie dieren, warmteproductie verwarmingstoestel

28
Q

warmteverlies word bepaald door

A

gemiddelde U waarden wanden, opp van de wanden, delta T, soortelijke warmte v vochtige lucht, ventilatiedebiet

29
Q

warmteproductie door de dieren = ….. + ….. . gemeten resultante is de ….

A

sensibele warmte, latente warmte. binnentemperatuur.

30
Q

sensibele warmte

A

conductie, convectie, radiatie

31
Q

latente warmte

A

evaporatie

32
Q

basisventilatie

A

verse koude lucht word opgewarmd met vieze warme binnen lucht door middel van een plaatjeswisselaar. in de zomer kan de plaatjeswisselaar worden gebypassed.

33
Q

2/3 warmte verlies word veroorzaakt door …. 1/3 van de warmte verliezen word veroorzaakt door … 2/3 hiervan is via het ….

A

ventilatie, conductie, dak