Eigenschappen Flashcards
Wat maakt een stof hydrofiel? (goed oplosbaar in water)
Als er zich veel OH- en NH- groepen in een molecuul bevinden, kunnen er veel waterstofbruggen gevormd worden. H-bruggen zorgen ervoor dat een stof hydrofiel is.
Wat zijn de eigenschappen van een zuiver metaal?
Metaalbindingen (bindingen tussen positieve atoomresten en vrije elektronen), maken een metaal hard doordat de positieve en negatieve deeltjes elkaar sterk aan trekken. Zuiver metaal is ook goed vervormbaar, doordat de laag metaalatomen in een metaalrooster goed langs elkaar kunnen schuiven. De metaalbindingen blijven hierbij intact
Wat zijn de eigenschappen van keramiek?
De bekendste vorm van keramiek is aardewerk, gemaakt van klei.
Natte klei bestaat uit platen met daartussen watermoleculen en metaalionen. Hierdoor kunnen de platen langs elkaar bewegen en is de klei vervormbaar.
Bij het opdrogen van de klei verdampt het water, waardoor de klei niet meer vervormbaar is. De afstand tussen de platen blijft gelijk. Hierdoor is de klei bros en kan de klei weer gemakkelijk water opnemen en zacht worden.
Bij het bakken van de klei kunnen de kleiplaatjes naar elkaar toe bewegen door de toegenomen energie. Hierbij vormen zich sterke ionbindingen tussen de negatieve groepen in de plaatjes en de positieve metaalionen tussen de plaatjes. Het materiaal kan geen water meer opnemen en is blijvend hard geworden.
Wat zijn de eigenschappen van een legering?
Metaalbindingen (bindingen tussen positieve atoomresten en vrije elektronen), maken een metaal hard doordat de positieve en negatieve deeltjes elkaar sterk aan trekken.
Een legering is in tegenstelling tot een zuiver metaal niet goed vervormbaar. Doordat er in een legering meerdere soorten metaaldeeltjes zijn, kunnen ze door hun verschil in diameter niet zo goed langs elkaar schuiven. Hierdoor zijn legeringen harder dan zuivere metalen.
Een korte polymeerketen …
is de vanderwaalsbinding zwakker, waardoor het materiaal zachter is.
Bij een lange polymeerketen …
is de vanderwaalsbinding sterker, waardoor het materiaal harder is.
polymerisatiegraad
molaire massa repeterende eenheid
Bij veel zijketens …
zijn de vanderwaalskrachten zwakker, waardoor het materiaal zachter is.
Bij weinig zijketens …
zijn de vanderwaalskrachten sterker, waardoor het materiaal harder is.
Bij veel OH- zijketens …
kunnen er veel waterstofbruggen gevormd worden, waardoor het materiaal sterker is. Polymeren met veel OH- ketens zijn sterker dan polymeren zonder zijketens.
amorf
De extreem lange polymeermoleculen liggen door elkaar gekronkeld, vergelijkbaar met een bord spaghetti.
kristallijn
De polymeermoleculen liggen parallel langs elkaar, als een doos ongekookte spaghetti.
weekmakers
kleine moleculen die zich tussen polymeermoleculen nestelen, waardoor de afstand tussen de polymeermoleculen groter wordt en de vanderwaalsbindingen worden verzwakt. Ze kunnen namelijk gemakkelijker langs elkaar bewegen.
Thermoplast
polymeermoleculen kunnen langs elkaar bewegen
smeltbaar
lineaire structuur (geen crosslinks
Thermoharder
polymeermoleculen kunnen niet langs elkaar bewegen
niet smeltbaar
netwerkstructuur (veel crosslinks)
Elastomeer
Een elastomeer is elastisch. Een elastomeer heeft crosslinks, maar niet zo veel als thermoharders. (weinig crosslinks)
UV licht zorgt voor …
meer crosslinks of ketenbreuk.
Bij veel zwavel …
kunnen er veel zwavelbruggen worden gevormd, waardoor het materiaal harder is.
Bij weinig zwavel …
kunnen er niet zo veel zwavelbruggen worden gevormd. waardoor het materiaal zachter is.
verzadigde vetzuren
vetzuren zonder dubbele binding
onverzadigde vetzuren
vetzuren met 1 of meer dubbele binding
Waarom is een olie vloeibaar op kamertemperatuur?
Olie bestaat uit onverzadigde vetzuren. De koolstofketens in onverzadigde vetzuren vormen een knik bij de dubbele binding. Hierdoor is het contactoppervlak tussen de vetzuurmoleculen kleiner en vormen ze onderling minder sterke vanderwaalsbindingen. Het smeltpunt van dit onverzadigd vetzuur is hierdoor lager dan van een verzadigd vetzuur met dezelfde lengte. Hierdoor is een olie vloeibaar op kamertemperatuur.
Waarom is een vet vast op kamertemperatuur?
vetten bestaan uit verzadigde vetzuren. De koolstofketens in verzadigde vetzuren vormen geen knik omdat er geen dubbele binding is. Hierdoor is het contactoppervlak tussen de vetzuurmoleculen groter en vormen ze onderling sterke vanderwaalsbindingen. Het smeltpunt van dit verzadigd vetzuur is hierdoor hoger dan van een onverzadigd vetzuur met dezelfde lengte. Hierdoor is een vet vast op kamertemperatuur.