Eerste Indruk Flashcards
1
Q
Wat is het eerste dat je doet?
A
Mouwen opstropen en handen wassen
2
Q
Wat benoem je in het algemene deel?
A
- Geslacht (benoem wat je voor je ziet)
- Biologische leeftijd (Vragen naar leeftijd en zeggen dat deze overeenkomt met de leeftijd van PT)
- Afkomst (caucasies)
- Uiterlijke verzorging (Ik zie een verzorgde patient voor mij)
- Lichaamsgeur (Ik ruik geen vreemde lichaamsgeuren)
3
Q
Wat benoem je voor het brein?
A
- Bewust zijn (AVPU)
- Orientatie (vragen waar PT is en welke dag het is; Ik zie een georienteerde PT in plaats tijd en persoon)
- Gemoedstoestand (ik zie een PT in goeie gemoedstoestand
4
Q
Wat benoem je bij mate van
A
- Ziek zijn (Ik zie geen acuut zieke patient voor mij)
- Pijn (Heeft u pijn op dit moment? De patient heeft geen pijn)
- Kortademing (Bent u op dit moment benauwd? PT is niet kortademing