Een Database Management Systeem (DBMS) is Flashcards

een softwaretoepassing die wordt gebruikt voor het beheren en organiseren van gegevens in databases. Hier zijn enkele voordelen van het gebruik van een DBMS en een uitleg van wat het is:

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een Database Management Systeem (DBMS) is

A

een softwaretoepassing die wordt gebruikt voor het beheren en organiseren van gegevens in databases. Hier zijn enkele voordelen van het gebruik van een DBMS en een uitleg van wat het is:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een database is

A

een georganiseerde verzameling van gegevens die op een gestructureerde manier is opgeslagen, zodat deze gemakkelijk kunnen worden beheerd en opgevraagd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het DBMS fungeert als

A

een tussenlaag tussen de gebruiker en de database en biedt functies voor het maken, wijzigen, bevragen en beheren van gegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Een DBMS zorgt ervoor dat
A

gegevensintegriteit wordt gehandhaafd, wat betekent dat de gegevens nauwkeurig en consistent blijven. Dit wordt bereikt door het opleggen van regels en beperkingen op de gegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DBMS biedt beveiligingsmechanismen om

A

ongeautoriseerde toegang tot gegevens te voorkomen. Toegangscontroles en versleuteling zijn enkele van de functies die de veiligheid van de gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • DBMS maakt het eenvoudig om
A

gegevens op te slaan, bij te werken en te verwijderen. Het biedt ook query-talen waarmee gebruikers gemakkelijk complexe vragen aan de database kunnen stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

DBMS zorgt voor een scheiding tussen

A

de fysieke opslag van gegevens en de manier waarop gebruikers toegang krijgen tot die gegevens. Dit betekent dat wijzigingen in de database-structuur geen invloed hebben op de programma’s die de gegevens gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DBMS-systemen zijn ontworpen om

A

te schalen, wat betekent dat ze kunnen omgaan met groeiende hoeveelheden gegevens en gebruikers. Ze optimaliseren ook de prestaties van de database door middel van indexering en query-optimalisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Soorten databases

A
  • Er wordt gesproken over gestructureerde en vrije vorm databases.
    • Gestructureerde databases hebben een uniforme indeling en worden vaak gebruikt voor specifieke doeleinden.
    • Vrije vorm databases zijn losse verzamelingen van informatie, zoals op het internet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voordelen van RDBMS

A
  • Verminderde redundantie: voorkomen van duplicatie van gegevens.
    • Beheersing van gegevensinconsistentie: zorgen dat gegevens consistent zijn.
    • Gedeelde gegevens: meerdere gebruikers hebben toegang tot dezelfde gegevens.
    • Gestandaardiseerde gegevens: het handhaven van standaarden voor opgeslagen gegevens.
    • Beveiliging van gegevens: waarborgen van gegevensbeveiliging en privacy.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Null-waarden en hun behandeling

A
  • Uitleg over null-waarden en hoe ze niet gelijk zijn aan nul; ze vertegenwoordigen “we weten het niet.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Database-elementen

A
  • Uitleg over tabellen, rijen, en kolommen (velden of attributen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is SQL?

A

SQL staat voor Structured Query Language en wordt gebruikt om met de database te communiceren. Dit is een standaardtaal die wordt gebruikt voor het uitvoeren van taken zoals het ophalen, bijwerken, invoegen en verwijderen van gegevens uit een database.
Standaard SQL-opdrachten zijn Selecteer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een databank?

A

Database is niets anders dan een georganiseerde vorm van gegevens voor gemakkelijke toegang, opslag, ophalen en beheer van gegevens. Dit wordt ook wel een gestructureerde vorm van gegevens genoemd die op vele manieren toegankelijk is.

Voorbeeld: Schoolmanagementdatabase, Bankmanagementdatabase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn tabellen en velden?

A

Een tabel is een set gegevens die in een model met kolommen en rijen zijn georganiseerd. Kolommen kunnen worden gecategoriseerd als verticaal en rijen zijn horizontaal. Een tabel heeft een gespecificeerd aantal kolommen die velden worden genoemd, maar kan een willekeurig aantal rijen bevatten dat record wordt genoemd.

Voorbeeld:.

Tabel: Medewerker.

Veld: Emp-ID, Emp-naam, Geboortedatum.

Gegevens: 201456, David, 11/15/1960.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een primaire sleutel?

A

A hoofdsleutel is een combinatie van velden die op unieke wijze een rij specificeren. Dit is een speciaal soort unieke sleutel en heeft een impliciete NOT NULL-beperking. Dit betekent dat primaire sleutelwaarden niet NULL kunnen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een unieke sleutel?

A

Een unieke sleutelbeperking identificeerde elk record in de database op unieke wijze. Dit zorgt voor uniciteit voor de kolom of set kolommen.

Voor een primaire sleutelbeperking is een automatische unieke beperking gedefinieerd. Maar niet in het geval van Unique Key.

Er kunnen veel unieke beperkingen per tabel zijn gedefinieerd, maar er kan slechts één primaire sleutelbeperking per tabel worden gedefinieerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een externe sleutel?

A

Een refererende sleutel is een tabel die gerelateerd kan worden aan de primaire sleutel van een andere tabel. Er moet een relatie worden gemaakt tussen twee tabellen door te verwijzen naar een externe sleutel met de primaire sleutel van een andere tabel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een join?

A

Dit is een trefwoord dat wordt gebruikt om gegevens uit meer tabellen op te vragen op basis van de relatie tussen de velden van de tabellen. Sleutels spelen een grote rol bij het gebruik van JOIN’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de soorten joins en leg ze allemaal uit?

A

Er zijn verschillende soorten deelname die kan worden gebruikt om gegevens op te halen en het hangt af van de relatie tussen tabellen.

Innerlijke verbinding.

Inner join retourneert rijen wanneer er ten minste één overeenkomst van rijen tussen de tabellen is.

Rechts meedoen.

Rechts samengevoegde retourrijen die gemeenschappelijk zijn tussen de tabellen en alle rijen van de rechterzijtabel. Het retourneert eenvoudigweg alle rijen uit de tabel aan de rechterkant, ook al zijn er geen overeenkomsten in de tabel aan de linkerkant.

Links meedoen.

Linker join retourrijen die gemeenschappelijk zijn tussen de tabellen en alle rijen van de linkerzijtabel. Het retourneert eenvoudigweg alle rijen uit de tabel aan de linkerkant, ook al zijn er geen overeenkomsten in de tabel aan de rechterkant.

Volledige deelname.

Volledige join-retourrijen wanneer er overeenkomende rijen in een van de tabellen voorkomen. Dit betekent dat alle rijen uit de tabel aan de linkerkant en alle rijen uit de tabel aan de rechterkant worden geretourneerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is normalisatie?

A

Normalisatie is het proces waarbij redundantie en afhankelijkheid worden geminimaliseerd door velden en tabellen van een database te organiseren. Het hoofddoel van Normalisatie is het toevoegen, verwijderen of wijzigen van velden die in één enkele tabel kunnen worden gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is denormalisatie?

A

DeNormalisatie is een techniek die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de gegevens van hogere naar lagere normale vormen van databases. Het is ook een proces waarbij redundantie in een tabel wordt geïntroduceerd door gegevens uit de gerelateerde tabellen op te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn al de verschillende normalisaties?

A

Database normalisatie kan gemakkelijk worden begrepen met behulp van een case study. De normale vormen kunnen worden onderverdeeld in 6 vormen, en deze worden hieronder uitgelegd -.

Database normale formulieren
Database normale formulieren

Eerste normaalvorm (1NF):.

Hierdoor zouden alle dubbele kolommen uit de tabel moeten worden verwijderd. Aanmaak van tabellen voor de gerelateerde gegevens en identificatie van unieke kolommen.

Tweede normaalvorm (2NF):.

Voldoet aan alle eisen van de eerste normaalvorm. Het plaatsen van de subsets van gegevens in afzonderlijke tabellen en het creëren van relaties tussen de tabellen met behulp van primaire sleutels.

Derde normaalvorm (3NF):.

Deze moet voldoen aan alle eisen van 2NF. Het verwijderen van de kolommen die niet afhankelijk zijn van primaire sleutelbeperkingen.

Vierde normaalvorm (4NF):.

Als geen enkele databasetabelinstantie twee of meer onafhankelijke en meerwaardige gegevens bevat die de relevante entiteit beschrijven, dan is deze in 4th Normale vorm.

Vijfde normaalvorm (5NF):.

Een tabel heeft alleen de 5e normale vorm als deze zich in 4NF bevindt en kan niet worden ontleed in een aantal kleinere tabellen zonder gegevensverlies.

Zesde normaalvorm (6NF):.

De 6e Normaalvorm is niet gestandaardiseerd, maar wordt al enige tijd besproken door database-experts. Hopelijk zouden we in de nabije toekomst een duidelijke en gestandaardiseerde definitie hebben voor de 6e normaalvorm…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is een weergave?

A

Een weergave is een virtuele tabel die bestaat uit een subset van gegevens in een tabel. Uitzichten zijn vrijwel niet aanwezig en er is minder ruimte nodig om op te slaan. In View kunnen gegevens van een of meer tabellen worden gecombineerd, en dit is afhankelijk van de relatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een index?

A

Een index is een prestatie-afstemmingsmethode van allowing sneller ophalen van records uit de tabel. Een index creëert een vermelding voor elke waarde en het ophalen van gegevens gaat sneller.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn alle verschillende soorten indexen?

A

Er zijn drie soorten indexen -.

Enkele index.

Door deze indexering kan het veld geen dubbele waarden bevatten als de kolom uniek is geïndexeerd. Unieke index kan automatisch worden toegepast wanneer de primaire sleutel is gedefinieerd.

Geclusterde index.

Dit type index herschikt de fysieke volgorde van de tabel en zoekt op basis van de sleutelwaarden. Elke tabel kan slechts één geclusterde index hebben.

Niet-geclusterde index.

NonClustered Index verandert de fysieke volgorde van de tabel niet en handhaaft de logische volgorde van de gegevens. Elke tabel kan 999 niet-geclusterde indexen bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is een cursor?

A

Een databasecursor is een besturingselement dat het doorlopen van de rijen of records in de tabel mogelijk maakt. Dit kan worden gezien als een verwijzing naar één rij in een reeks rijen. Cursor is erg handig voor het doorlopen, zoals het ophalen, toevoegen en verwijderen van databaserecords.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is een relatie en wat zijn ze?

A

Databaserelatie wordt gedefinieerd als de verbinding tussen de tabellen in een database. Er zijn verschillende databaserelaties, en deze zijn als volgt:

Eén op één relatie.
Eén op veel relatie.
Veel-op-één-relatie.
Zelfrefererende relatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is een zoekopdracht?

A

Een subquery is een query binnen een andere query. De buitenste query wordt aangeroepen als hoofdquery en de binnenste query wordt subquery genoemd. SubQuery wordt altijd als eerste uitgevoerd en het resultaat van de subquery wordt doorgegeven aan de hoofdquery.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Een veelgehoorde klacht van klanten bij de MyFlix Videotheek is het lage aantal filmtitels. Het management wil films kopen voor een categorie met het minste aantal titels.

Je kunt een query gebruiken zoals

A

SELECT category_name FROM categories WHERE category_id =( SELECT MIN(category_id) from movies);

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat zijn de soorten subquery’s?

A

Er zijn twee soorten subquery’s: gecorreleerd en niet-gecorreleerd.

Een gecorreleerde subquery kan niet als een onafhankelijke query worden beschouwd, maar kan wel verwijzen naar de kolom in een tabel in de FROM-lijst van de hoofdquery.

Een niet-gecorreleerde subquery kan worden beschouwd als een onafhankelijke query en de uitvoer van de subquery wordt vervangen door de hoofdquery.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is een opgeslagen procedure?

A

Opgeslagen procedure is een functie die uit veel SQL-instructies bestaat om toegang te krijgen tot het databasesysteem. Verschillende SQL-instructies worden geconsolideerd in een opgeslagen procedure en worden uitgevoerd waar en wanneer dat nodig is.

34
Q

Wat is een trigger?

A

Een DB-trigger is een code of programma’s die automatisch worden uitgevoerd als reactie op een gebeurtenis in een tabel of weergave in een database. Trigger helpt vooral om de integriteit van de database te behouden.

Voorbeeld: Wanneer een nieuwe student aan de studentendatabase wordt toegevoegd, moeten er nieuwe records worden aangemaakt in de gerelateerde tabellen, zoals de examen-, score- en aanwezigheidstabellen.

35
Q

Wat is het verschil tussen DELETE- en TRUNCATE-opdrachten?

A

De opdracht DELETE wordt gebruikt om rijen uit de tabel te verwijderen, en de WHERE-clausule kan worden gebruikt voor een voorwaardelijke set parameters. Commit en Rollback kunnen worden uitgevoerd na de verwijderinstructie.

TRUNCATE verwijdert alle rijen uit de tabel. De afkapbewerking kan niet worden teruggedraaid.

36
Q

Wat zijn lokale en globale variabelen en hun verschillen?

A

Lokale variabelen zijn de variabelen die binnen de functie kunnen worden gebruikt of bestaan. Ze zijn niet bekend bij de andere functies en deze variabelen kunnen niet worden doorverwezen of gebruikt. Variabelen kunnen worden gemaakt wanneer die functie wordt aangeroepen.

Globale variabelen zijn de variabelen die in het hele programma kunnen worden gebruikt of bestaan. Dezelfde variabele die in global is gedeclareerd, kan niet in functies worden gebruikt. Er kunnen geen globale variabelen worden gemaakt wanneer die functie wordt aangeroepen.

37
Q

Wat is een beperking?

A

Beperking kan worden gebruikt om de limiet voor het gegevenstype van de tabel op te geven. Beperking kan worden opgegeven tijdens het maken of wijzigen van de tabelinstructie. Voorbeeld van beperking zijn.

NIET NUL.
CONTROLEREN.
STANDAARD.
SINGLE.
HOOFDSLEUTEL.
VREEMDE SLEUTEL.
38
Q

Wat is gegevensintegriteit?

A

Data-integriteit definieert de nauwkeurigheid en consistentie van gegevens die in een database zijn opgeslagen. Het kan ook integriteitsbeperkingen definiëren om bedrijfsregels af te dwingen voor de gegevens wanneer deze in de applicatie of database worden ingevoerd.

39
Q

Wat is automatisch verhogen?

A

Met het trefwoord ‘Automatisch verhogen’ kan de gebruiker een uniek nummer creëren dat wordt gegenereerd wanneer een nieuw record in de tabel wordt ingevoegd. Het trefwoord AUTO INCREMENT kan worden gebruikt in Oracle en het trefwoord IDENTITY kan worden gebruikt in SQL SERVER.

Meestal kan dit trefwoord worden gebruikt wanneer PRIMARY KEY wordt gebruikt.

40
Q

Wat is het verschil tussen cluster- en niet-clusterindex?

A

Geclusterde index wordt gebruikt voor het eenvoudig ophalen van gegevens uit de database door de manier te wijzigen waarop de records worden opgeslagen. De database sorteert rijen op basis van de kolom die is ingesteld als geclusterde index.

Een niet-geclusterde index verandert niets aan de manier waarop deze is opgeslagen, maar creëert een volledig afzonderlijk object binnen de tabel. Na het zoeken verwijst het terug naar de oorspronkelijke tabelrijen.

41
Q

Wat is Datawarehouse?

A

Datawarehouse is een centrale opslagplaats van gegevens uit meerdere informatiebronnen. Deze gegevens worden geconsolideerd, getransformeerd en beschikbaar gesteld voor de mijnbouw en online verwerking. Magazijngegevens hebben een subset van gegevens die Data Marts worden genoemd.

42
Q

Wat is Self-Join?

A

Self-join is ingesteld als een query die met zichzelf wordt vergeleken. Dit wordt gebruikt om waarden in een kolom te vergelijken met andere waarden in dezelfde kolom in dezelfde tabel. ALIAS ES kan voor dezelfde tabelvergelijking worden gebruikt.

43
Q

Wat is Cross-Join?

A

Cross join wordt gedefinieerd als een cartesiaans product waarbij het aantal rijen in de eerste tabel wordt vermenigvuldigd met het aantal rijen in de tweede tabel. Als u veronderstelt dat de WHERE-clausule wordt gebruikt in cross join, werkt de query als een INNER JOIN.

44
Q

Wat zijn door de gebruiker gedefinieerde functies?

A

Door de gebruiker gedefinieerde functies zijn de functies die zijn geschreven om die logica te gebruiken wanneer dat nodig is. Het is niet nodig om dezelfde logica meerdere keren te schrijven. In plaats daarvan kan de functie worden aangeroepen of uitgevoerd wanneer dat nodig is.

45
Q

Wat zijn alle soorten door de gebruiker gedefinieerde functies?

A

Er zijn drie soorten door de gebruiker gedefinieerde functies.

Scalaire functies.
Inline Tabel gewaardeerde functies.
Functies met meerdere verklaringen.

Scalaire retourneringseenheid, variant definieerde de retourclausule. Andere twee typen retourneren een tabel als retour.

46
Q

Wat is sorteren?

A

Sortering wordt gedefinieerd als een reeks regels die bepalen hoe tekengegevens kunnen worden gesorteerd en vergeleken. Dit kan worden gebruikt om A- en andere taaltekens te vergelijken en is ook afhankelijk van de breedte van de tekens.

De ASCII-waarde kan worden gebruikt om deze tekengegevens te vergelijken.

47
Q

Wat zijn alle verschillende soorten sorteergevoeligheid?

A

Following zijn verschillende soorten sorteergevoeligheid -.

Hoofdlettergevoeligheid – A en a en B en b.
Accentgevoeligheid.
Kana-gevoeligheid – Japanse Kana-tekens.
Breedtegevoeligheid – Teken van één byte en teken van dubbel byte.
48
Q

Wat is online transactieverwerking (OLTP)?

A

Online Transaction Processing (OLTP) beheert op transacties gebaseerde applicaties die kunnen worden gebruikt voor gegevensinvoer, gegevens ophalen en gegevensverwerking. OLTP maakt gegevensbeheer eenvoudig en efficiënt. In tegenstelling tot OLAP-systemen is het doel van OLTP-systemen het aanbieden van realtime transacties.

Voorbeeld – Banktransacties op dagelijkse basis.

49
Q

Wat is CLAUSULE?

A

De SQL-clausule is gedefinieerd om de resultatenset te beperken door voorwaarden aan de query op te geven. Meestal worden hierdoor enkele rijen uit de hele set records gefilterd.

Voorbeeld: query met de WHERE-voorwaarde

Zoekopdracht met de voorwaarde HAVING.

50
Q

Wat is een recursieve opgeslagen procedure?

A

Een opgeslagen procedure die zichzelf aanroept totdat een bepaalde randvoorwaarde wordt bereikt. Deze recursieve functie of procedure helpt programmeurs dezelfde set code een willekeurig aantal keren te gebruiken.

51
Q

Wat zijn Union-, minus- en Interact-opdrachten?

A

De UNION-operator wordt gebruikt om de resultaten van twee tabellen te combineren en dubbele rijen uit de tabellen te elimineren.

De MINUS-operator wordt gebruikt om rijen uit de eerste query te retourneren, maar niet uit de tweede query. Overeenkomende records van de eerste en tweede zoekopdracht en andere rijen uit de eerste zoekopdracht worden als resultatenset weergegeven.

De INTERSECT-operator wordt gebruikt om rijen te retourneren die door beide query’s worden geretourneerd.

52
Q

Wat is een ALIAS-commando?

A

ALIAS-naam kan aan een tabel of kolom worden gegeven. Er kan naar deze aliasnaam verwezen worden WHERE-clausule om de tabel of kolom te identificeren.

Voorbeeld-.

Select st.StudentID, Ex.Result from student st, Exam as Ex where st.studentID = Ex. StudentID

53
Q

Wat is het verschil tussen TRUNCATE- en DROP-instructies?

A

TRUNCATE verwijdert alle rijen uit de tabel en kan niet worden teruggedraaid. De DROP-opdracht verwijdert een tabel uit de database en de bewerking kan niet worden teruggedraaid.

54
Q

Wat zijn aggregatie- en scalaire functies?

A

Geaggregeerde functies worden gebruikt om wiskundige berekeningen te evalueren en afzonderlijke waarden te retourneren. Dit kan worden berekend uit de kolommen in een tabel. Scalaire functies retourneren een enkele waarde op basis van de invoerwaarde.

Voorbeeld -.

Aggregeren – max(), aantal – Berekend ten opzichte van numeriek.

Scalair – UCASE(), NOW() – Berekend met betrekking tot tekenreeksen.

55
Q

Hoe kun je van een bestaande tabel een lege tabel maken?

A

Select * into studentcopy from student where 1=2

Hier kopiëren we de studententabel naar een andere tabel met dezelfde structuur, zonder gekopieerde rijen.

56
Q

Hoe haal ik gemeenschappelijke records uit twee tabellen op?

A

Gemeenschappelijke recordresultaten kunnen worden bereikt door -.

Select studentID from student INTERSECT Select StudentID from Exam

57
Q

Hoe haal ik alternatieve records uit een tabel?

A

Records kunnen worden opgehaald voor zowel de oneven als de even rijnummers.

Om even getallen weer te geven-.

Select studentId from (Select rowno, studentId from student) where mod(rowno,2)=0

Om oneven getallen weer te geven-.

Select studentId from (Select rowno, studentId from student) where mod(rowno,2)=1

from (Selecteer rowno, studentId van student) waarbij mod(rowno,2)=1.[/sql]

58
Q

Hoe selecteer ik unieke records uit een tabel?

A

Selecteer unieke records uit een tabel met behulp van het trefwoord DISTINCT.

Select DISTINCT StudentID, StudentName from Student.

59
Q

Wat is het commando dat wordt gebruikt om de eerste 5 tekens van de string op te halen?

A

Er zijn veel manieren om de eerste vijf tekens van de string - op te halen.

Select SUBSTRING(StudentName,1,5) as studentname from student

Select LEFT(Studentname,5) as studentname from student

60
Q

Welke operator wordt gebruikt bij het zoeken naar patroonmatching?

A

De LIKE-operator wordt gebruikt voor patroonafstemming en kan worden gebruikt als -.

% – Komt overeen met nul of meer tekens.
_(Onderstrepingsteken) – Komt overeen met precies één teken.

Voorbeeld -.

Select * from Student where studentname like ‘a%’

Select * from Student where studentname like ‘ami_’

61
Q

what can sql do

A

You can use SQL statements to store, update, remove, search, and retrieve information from the database. You can also use SQL to maintain and optimize database performance.

62
Q

To process an SQL statement, a DBMS performs the following five steps:

A

The DBMS first parses the SQL statement. It breaks the statement up into individual words, called tokens, makes sure that the statement has a valid verb and valid clauses, and so on. Syntax errors and misspellings can be detected in this step.

The DBMS validates the statement. It checks the statement against the system catalog. Do all the tables named in the statement exist in the database? Do all of the columns exist and are the column names unambiguous? Does the user have the required privileges to execute the statement? Certain semantic errors can be detected in this step.

The DBMS generates an access plan for the statement. The access plan is a binary representation of the steps that are required to carry out the statement; it is the DBMS equivalent of executable code.

The DBMS optimizes the access plan. It explores various ways to carry out the access plan. Can an index be used to speed a search? Should the DBMS first apply a search condition to Table A and then join it to Table B, or should it begin with the join and use the search condition afterward? Can a sequential search through a table be avoided or reduced to a subset of the table? After exploring the alternatives, the DBMS chooses one of them.

The DBMS executes the statement by running the access plan.
63
Q

What is atomicity in database?

A

What is atomicity in database?
Atomicity means that multiple operations can be grouped into a single logical entity, that is, other threads of control accessing the database will either see all of the changes or none of the changes.

64
Q

wat is consistentie

A

Een begrip dat nauw met integriteit samenhangt is consistentie. Gegevens in een database moeten betrouwbaar zijn. Betrouwbaarheid van de database betekent enerzijds dat een vraag om bepaalde gegevens uit de database, ongeacht de wijze waarop die benaderd wordt, altijd hetzelfde antwoord oplevert.

Als een informatiesysteem bijvoorbeeld zowel een klantenadministratie als een debiteurenadministratie heeft, mogen er geen tegenstrijdige gegevens op te vragen zijn. Klant X woont in beide systemen op adres Y.

65
Q

wat is isolation in database

A

In database systems, isolation determines how transaction integrity is visible to other users and systems. A lower isolation level increases the ability of many users to access the same data at the same time, but also increases the number of concurrency effects (such as dirty reads or lost updates) users might encounter. Conversely, a higher isolation level reduces the types of concurrency effects that users may encounter, but requires more system resources and increases the chances that one transaction will block another.[1]

Isolation is typically defined at database level as a property that defines how or when the changes made by one operation become visible to others. On older systems, it may be implemented systemically, for example through the use of temporary tables. In two-tier systems, a transaction processing (TP) manager is required to maintain isolation. In n-tier systems (such as multiple websites attempting to book the last seat on a flight), a combination of stored procedures and transaction management is required to commit the booking and send confirmation to the customer.[2]

Isolation is one of the four ACID properties, along with atomicity, consistency and durability.

66
Q

wat is durability in database

A

In databasesystemen is duurzaamheid de ACID-eigenschap die garandeert dat de effecten van gepleegde transacties permanent blijven bestaan, zelfs in het geval van storingen, inclusief incidenten en catastrofale gebeurtenissen.

67
Q

wat is ER Model

A

Het entity-relationship-model of entity-relationship diagram is een model of diagram voor het inzichtelijk maken van een conceptueel datamodel. Het is een visuele weergave van de entiteiten, relaties en regels die gelden of aanwezig zijn in een logisch ontwerp.

68
Q

Entiteitsrelatieschema’s worden gebruikt

A

in de software engineering tijdens de planningsfasen van het softwareproject. Ze helpen om verschillende systeemelementen en hun relaties met elkaar te identificeren. Het wordt vaak gebruikt als basis voor data flow diagrammen of DFD’s zoals ze algemeen bekend zijn.

69
Q

een inventarisatiesoftware die in een winkel wordt gebruikt, zal een database hebben die elementen

A

zoals aankopen, artikel, artikeltype, artikelbron en artikelprijs bewaakt

70
Q

Er zijn drie basiselementen in een ER-diagram

A

entiteit, attribuut, relatie. Er zijn meer elementen die gebaseerd zijn op de belangrijkste elementen. Ze zijn een zwakke entiteit, een meervoudig gewaardeerd attribuut, een afgeleid attribuut, een zwakke relatie en een recursieve relatie. Kardinaliteit en ordinaliteit zijn twee andere notaties die in ER-diagrammen worden gebruikt om relaties verder te definiëren.

71
Q

Een entiteit kan een

A

persoon, plaats, gebeurtenis of object zijn dat relevant is voor een bepaald systeem. Een schoolsysteem kan bijvoorbeeld bestaan uit studenten, docenten, grote cursussen, vakken, vergoedingen en andere zaken. Entiteiten worden in ER-diagrammen weergegeven door een rechthoek en benoemd met behulp van enkelvoudige zelfstandige naamwoorden.

72
Q

Een zwakke entiteit is

A

een entiteit die afhankelijk is van het bestaan van een andere entiteit. In meer technische termen kan het worden gedefinieerd als een entiteit die niet aan de hand van haar eigen kenmerken kan worden geïdentificeerd. Het maakt gebruik van een buitenlandse sleutel in combinatie met zijn toegeschreven aan de primaire sleutel te vormen. Een entiteit zoals een bestelitem is hier een goed voorbeeld van. Het bestelitem heeft geen betekenis zonder een bestelling, dus het hangt af van het bestaan van de bestelling.

73
Q

Een attribuut is

A

een eigenschap, eigenschap of kenmerk van een entiteit, relatie of een ander attribuut. Het attribuut Inventory Item Name is bijvoorbeeld een attribuut van de entiteit Inventory Item. Een entiteit kan zoveel attributen hebben als nodig is. Ondertussen kunnen attributen ook hun eigen specifieke kenmerken hebben. Bijvoorbeeld, het attribuut “klantadres” kan het attribuutnummer, de straat, de stad en de staat hebben. Deze worden samengestelde attributen genoemd. Merk op dat sommige ER-diagrammen op het hoogste niveau geen attributen tonen omwille van de eenvoud. In degenen die dat wel doen, worden de attributen echter weergegeven door ovale vormen.

74
Q

Als een attribuut meer dan één waarde kan hebben, wordt het

A

een multi-gewaardeerd attribuut genoemd. Het is belangrijk om op te merken dat dit anders is dan een attribuut met eigen kenmerken. Zo kan een leerkrachtentiteit bijvoorbeeld meerdere vakwaarden hebben.

75
Q

Afgeleid attribuut

A

Een attribuut gebaseerd op een ander attribuut. Dit komt zelden voor in ER-diagrammen. Voor een cirkel kan bijvoorbeeld het gebied worden afgeleid uit de straal.

76
Q

Een relatie beschrijft hoe

A

entiteiten op elkaar inwerken. De entiteit “Timmerman” kan bijvoorbeeld gerelateerd zijn aan de entiteit “tabel” door de relatie “bouwt” of “maakt”. Relaties worden weergegeven door middel van diamantvormen en worden gelabeld met behulp van werkwoorden.

77
Q

Als dezelfde entiteit meer dan eens deelneemt aan een relatie wordt dit

A

een recursieve relatie genoemd. In het onderstaande voorbeeld kan een werknemer een supervisor zijn en onder toezicht staan, zodat er sprake is van een recursieve relatie.

78
Q

Kardinaliteit en ordelijkheid

A

Deze twee definiëren de relaties tussen entiteiten verder door de relatie in de context van getallen te plaatsen. In een e-mailsysteem kan een account bijvoorbeeld meerdere contacten hebben. De relatie volgt in dit geval een “één op veel” model. Er zijn een aantal notaties die gebruikt worden om kardinaliteit in ER-diagrammen te presenteren. Chen, UML, Crow’s foot, Bachman zijn enkele van de populaire notaties. Creately ondersteunt Chen, UML en Crow’s foot notaties. Het volgende voorbeeld gebruikt UML om kardinaliteit te tonen.

79
Q

Hoe teken je ER-diagrammen

A
  1. Identificeer alle entiteiten in het systeem. Een entiteit mag slechts één keer in een bepaald schema voorkomen. Maak rechthoeken voor alle entiteiten en geef ze een goede naam.
  2. Identificeer relaties tussen entiteiten. Verbind ze met behulp van een lijn en voeg een diamant toe in het midden die de relatie beschrijft.
  3. Attributen toevoegen voor entiteiten. Geef zinvolle attribuutnamen zodat ze gemakkelijk te begrijpen zijn.
80
Q
A