Ecuador Handig Flashcards
0
Q
Smaken als
A
Saber a
1
Q
Smaken
A
Saborear
2
Q
Chocola
A
Chocolate
3
Q
Aardbei
A
Fresa
4
Q
Vanille
A
Vainilla
5
Q
Citroen
A
Limón
6
Q
Honing
A
Miel
7
Q
Suiker
A
Azúcar
8
Q
Koffie
A
Café
9
Q
Ruiken
A
Oler
10
Q
Ik ruik
A
Huelo
11
Q
Het ruikt naar vanille
A
Huele a vainilla
12
Q
Het ruikt goed
A
Huele bien
13
Q
Zich terugtrekken
A
Recogerse
14
Q
Baai
A
Bahía
15
Q
Pillen voor zeeziekte
A
Pastillas para el mereo
16
Q
Medicijnen tegen hoogteziekte
A
Remedios contra la presión baja
17
Q
Zeeziek worden
A
Marearse
18
Q
Remmen
A
Frenar
19
Q
Kauwen
A
Masticar
20
Q
Rauw
A
Crudo