ecologie Flashcards
planten hebben nodig om te groeien:
- water
- mineralen
- zonlicht
- CO2
hoe beïnvloeden organismen het milieu?
- begrazing
- bemesting
- betreding
2 soorten planten bij licht
- lichtminnende planten
- schaduwplanten
gevolg versnippering
verbrokkeling en verstoring van dieren hun leefgebied
biotische en abiotische factoren
biotisch = levend abiotisch = niet - levend
producent
stoffen omzetyen
consument
voeden met andere organismen
detrivoor
voeden met plantaardigen en dierlijken
herbivoor
voeden met plantaardigen
reducent
organisch materiaal omzetten in mineralen
omnivoor
alleseter
bekijk 3 voedselslopen
kringloop, web, keten
negatieve invloed van de mens op de biodiversiteit:
- invoer exoten
- versterkt broeikaseffect
- zwerfafval
positieve invloed van de mens op de biodiversiteit:
- bescherming en herstel van habitat
- zorgen dat dieren zich veilig kunnen verplaatsen
duurzame ontwikkeling + het doel ervan
je houdt rekening met de ecologische, sociale en economische gevolgen als je iets doet
doel: zorgen dat iedereen nu voldoende heeft, zonder dat alles geconsumeerd wordt en de volgende generatie in de problemen komt
waarom is biodiversiteit zo belangrijk voor de mens?
het levert ons diensten en producten
+ en - korte duur
jager - prooi
+ en - lange duur
parasitisme
+ en 0 lange duur
commensalisme
+ en + lange duur
mutualisme
soorten signalen om te communiceren
chemische ( geuren), visuele, auditieve, tactiele
functie signalen
voortplanting, herkenning, waarschuwing, verdediging
misleidende communicatie
- doen alsof je er niet bent
- doen alsof je gevaarlijk bent
- doen alsof je iets anders bent
- doen alsof je dood bent