Eco Hoofdstuk 1,2,3 Flashcards
Marketingmix
De manier waarop een bedrijf de verschillende marketinginstrumenten (de zes P’s) tegelijk gebruikt
Schaars
In de economie is een goed schaars als er (productie) middelen zijn opgeofferd om het product te maken
Bbp
Bruto binnenlands product. De totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land
Inkomen per hoofd van de bevolking
Het gemiddeld inkomen per inwoner van een land
Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit, zoals loon, rente, winst, huur en pacht
Personele inkomensverdeling
De verdeling van het totale inkomen van een land over de inwoners
Welvaart
De mate waarin je met je beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien
Inflatie
Een algemene prijsstijging van goederen en diensten
Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen
Loon-prijsspiraal
Het verschijnsel waarbij loonstijging voor inflatie zorgt, en de inflatie juist weer voor een verdere loonstijging
Nominaal inkomen
Het inkomen dat je in euro’s verdient
Prijscompensatie
De lonen stijgen net zo veel als de prijzen
Reëel inkomen
Je inkomen waarbij je rekening houdt met de inflatie
Cpi
Consumentenprijsindexcijfer. Een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumentenprijzen weergeeft
Geldfuncties
Geld kun je gebruiken als ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel
Beleggen
Je besteedt geld aan iets waarvan je verwacht dat het in waarde zal stijgen
Dividend
De winstuitkering die een bedrijf doet aan de aandeelhouders
Rente
Een vergoeding voor iemand die zijn geld beschikbaar stelt
Samengestelde rente
Rente die na elk jaar wordt bijgeschreven bij je spaartegoed. In het volgende jaar krijg je rente over het spaarbedrag plus de bijgeschreven rente (‘rente op rente’)
Sparen
Het niet uitgeven van een deel van je inkomen
Variabele rente
De bank kan het percentage op ieder moment wijzigen
Consumptief krediet
Een lening voor de aankoop van duurzame consumptiegoederen, zoals meubels of een auto
Hypothecaire lening
Hypotheek. Lening voor de aankoop van een huis, waarbij het huis als onderpand dient voor de bank
Kredietkosten
Alles wat je méér terugbetaalt dan je geleend hebt. De kosten bestaan uit rente en andere kosten.
Lenen
Het gebruikmaken van geld van een ander
Begroting
Budgetplan. Een overzicht van alle inkomsten en uitgaven voor de komende periode
Budgetteren
Je inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
Reserveren
Geld sparen om er incidentele uitgaven mee te kunnen betalen
Afschrijving
De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
Investeren
Bedrijven besteden geld aan productiemiddelen, zoals kapitaalgoederen