eco 2 Flashcards

1
Q

economische groei

A

De groei van de productie in een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mobiliteit

A

De mogelijkheden voor het vervoer van goederen en personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

concurrentiepositie

A

vermogen om beter of goedkoper te kunnen produceren dan concurrenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

maatschappelijke baten

A

Voordelen van de productie en consumptie voor de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

maatschappelijke kosten

A

Nadelen van de productie en consumptie voor de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

duurzame productie

A

Productie die zonder milieuproblemen in de toekomst kan worden voortgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

biologische productie

A

Milieu-en diervriendelijke productie zonder gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

maatschappelijke verantwoord ondernemen (MVO)

A

Manier van ondernemen waarbij een bedrijf rekening houdt met natuur, mens en maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

milieusubsidie

A

Geld dat de overheid uitkeert aan consumenten of produceren om milieuvriendelijk gedrag te stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

milieuheffing

A

Geld dat de overheid vraagt van consumenten of producenten om milieuonvriendelijk gedrag af te remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

recycling

A

Terugwinnen van bruikbare materialen uit afval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

keurmerk voor duurzaamheid

A

Bewijs dat een product niet schadelijk is voor het milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly