eco Flashcards

1
Q

soorten inkomsten

A

loon,winst en uitkering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

loon

A

ontvang je als je een dienst doet bij een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

winst

A

is je inkomsten al je een eigen bedrijf heb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitkering

A

ontvang je van de president

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

budget

A

het bedrag dat je kunt uitgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vaste lasten

A

zijn uitgaven die je met vaste regelmaat moet betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

huishoudelijke uitgaven

A

zijn de uitgaven voor je huishouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

incidentele uitgaven

A

zijn meestal grote uitgaven die je af en toe doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geld

A

is ongediffrentieerd koopkracht d.w.z met geld kunnen we van alles kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

directe ruil

A

goederen of diensten ruilen tegen andere goederen of diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

indirecte ruil

A

goeederen of diensten ruilen tegen geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

chartaaal geld

A

geld die je kuntvioel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

giraal geld

A

geld die je niet kunt zien of voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sparen

A

betekent dat je het niet gelijk uitgeeft maar bewaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sparen voor doel

A

je wilt iets kopen maar hebt daarvoor mu mog niet genoeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sparen voor rente

A

van de bank krijg je rente over je spaargeld

17
Q

sparen voor voorzorg

A

je zorgt ervoor dat je genoeg geld heb voor onverwachte kosten te kunnen betalen

18
Q

rente spaargeld

A

rente is een vergoeding die je van de bank krijgt voor je spaargeld

19
Q

lenen

A

geld gebruiken van iemand anders

20
Q

verschillende redens om te lenen

A
  • je wilt iets duurs hebben,maar heb niet genoeg geld.als je het nu al wilt gebruiken en niet wachten,kun je geld lenen om het nu te kopen
  • je hebt on verwacht dringend geld nodig,bv als je de reparratie van laptop moet betalen
21
Q

maandtermijn

A

bij een bank betaal je de leening terug met een vast bedrag per maand

22
Q

aflossing

A

de aflossing is het terugbetalen van een deel van het geleende geld

23
Q

rente lening

A

de rente bij een lening is een vergoeding die je aan de bank betaalt omdat je hun geld mag gebruiken

24
Q

onderhandse lening

A

waneer je geld leent van familie of vrienden