E Flashcards
1
Q
Toujours
A
Altijd, nog steeds
2
Q
Il y a dix ans
A
Tien jaar geleden
3
Q
Enfin
A
Uiteindelijk, ten slotte
4
Q
Le voleur
A
De dief
5
Q
Le magasin
A
De winkel
6
Q
La mer
A
De zee
7
Q
Insolite
A
Ongewoon
8
Q
Le roi
A
De koning
9
Q
La reine
A
De koningin
10
Q
La vue
A
Het uitzicht