Dutch words Flashcards

1
Q

de bevolking

A

population

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

terwijl

A

whereas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het gebied

A

area

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bestaan uit

A

To consist of

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

delen

A

to share, to divide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

erin

A

In it

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in feite

A

In fact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beschouwen

A

To consider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geheel

A

Entity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de zee

A

The sea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

direct

A

Direct, immediately

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de haven

A

The harbor, port

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

toevallig

A

Coincidence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het vliegveld

A

Airport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behoren tot

A

Is amongst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zowel…als

A

Both

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het schip

A

Ship

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het vliegtuig

A

Airplane

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

vanuit

A

From

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de wereld

A

World

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hele/heel

A

Whole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

dus

A

Therefore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bereiken

A

To reach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het bedrijft/bedrijven

A

Business/es

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
om die reden
for that reason
26
vestigen
To locate
27
de bevolking
population
28
anfangen van
depends on it (e.g. hangt ervan af)
29
bekijken
to look at
30
de inwoner/inwoners
inhabitant/s
31
het aantal
number
32
de stad/steden
city/cities
33
het land
country
34
relatief
relative
35
dicht(e)
dense
36
gemiddeld
average
37
de kilometer
kilometer
38
de figuur
figure
39
afgelopen
last (as in time), e.g afgelopen zaterdag
40
nogal
quite a bit
41
zijn gegroeid
grown
42
groeien
to grow
43
vooral
mostly
44
steeds
increasingly
45
steeds langer
increasingly longer
46
steeds door
to keep going on
47
door
on
48
door gaan
goes on (e.g. gaat...door)
49
de oorzaak/oorzaken
cause/s
50
daarvan
of that
51
doordat
because
52
leven
to live
53
de immigratie
immigration
54
behoefte aan
need of, e.g. uit behoefte aan vrijheid
55
de vrijheid
freedom
56
de veiligheid
safety
57
anderen
other people
58
volgen
to follow
59
de liefde
love
60
verlaten
to leave (a place or person behind)
61
juist
on the contrary
62
de verklaring
explanation
63
daarvoor
for that
64
weer
again/whereas
65
vertrekken
to leave
66
zoeken
to look for
67
het geluk
luck
68
de regel/regels
rule/s
69
de ruimte
space
70
eigenlijk
actually
71
christelijk
Christian
72
protestants(e)
protestant
73
de kerk
church
74
officieel(officiële)
official
75
waren
were [zijn)
76
het recht/rechten
right/rights
77
godsdienst/en
religion/s
78
zoals
as/such as
79
de katholiek/en
Catholic/s
80
de jood/joden
Jew/s
81
zijn geschieden
divorced
82
schieden
to divorce
83
gelijk(e)
equal
84
het recht/rechten
right/s
85
afnemen
to decrease
86
zijn afgenomen
decreased
87
tegenwoordig
nowadays
88
geloven
to believe
89
vaststellen
to determine
90
op basis van
on the basis of
91
grootst(e)
biggest
92
volgens
according to
93
de verklaring
explanation
94
hebben bezocht
visited
95
hebben gegeven
gave
96
hebben ontmoet
met
97
ontmoeten
to meet
98
bezoeken
to visit
99
geven
to give
100
zijn gegaan
went
101
zijn begonnen
began
102
zijn gekomen
came
103
zijn gebleven
stayed
104
hebben geleerd
learned
105
hebben herhaald
repeated
106
hebben ondekt
discovered
107
hebben gewerkt
worked
108
hebben gekookt
cooked
109
hebben geluisterd
listened
110
hebben gefietst
biked
111
hebben gegeten
ate
112
zijn aangekomen
arrived
113
zijn geweest
was
114
zijn gestopt
stopped
115
zijn gekomen
came
116
de helft
halfway
117
hard
hard
118
sinds
since
119
het hoofdstuk
chapter
120
beginnen
to begin
121
allerlei
all kinds of
122
het onderwerp/ onderwerpen
topic/s
123
hebben gehad
had
124
de familie
family
125
het seizoen/seizoenen
season/s
126
het eten
meal/food
127
inmiddels
by now
128
vast
certainly
129
hebben gemerkt
noticed
130
merken
to notice
131
moeilijk
difficult
132
gemakkelijk
easily (formal)
133
makkelijk
easy (informal)
134
taal/talen
language/s
135
trouwens
actually
136
ondanks
despite
137
behoorlijk
fairly
138
snel
fast
139
ongeveer
more or less
140
verklaren
to explain
141
simpel
simple
142
de reden/ redenen
reason/s
143
het deel
part
144
daarvan
of that
145
regelmatig
regularly
146
de rest
rest
147
nauwelijks
hardly at all
148
het aantal
number
149
het woord/ woorden
word/s
150
zeggen
to say
151
de grammatica
grammar
152
lijken
to seem
153
lastig
difficult
154
immers
after all
155
weinig
little/few
156
de regel/ regels
rule/s
157
de fout
error
158
door
by
159
verdwijnen
to disappear
160
zulke
such
161
in de loop van de tijd
over time
162
tellen
to count
163
rekenen
to do math
164
vragen.. aan (aanvragen)
to ask/to apply for
165
min
minus
166
plus
plus
167
ondanks
despite
168
het feit
fact
169
slechts
only
170
het cijfer/cijfers
grade/s
171
eerlijk
honestly
172
gezegd
spoken
173
zeggen
to say
174
daar...me
with that
175
gewoon
simply
176
proberen
to try
177
makkelijker
easier
178
hebben gedaan
done
179
de tekst
text
180
zowat
almost
181
onthonden
to remember
182
inderdaad
indeed
183
beste
best
184
herhallen
to repeat
185
voldoende
enough
186
besteden aan
spend on
187
de discussie
discussion
188
de mening
opinion
189
tevreden
satisfied
190
bang
anxious/afraid
191
binnen
inside
192
dansen
dancing
193
meestal
mostly/generally
194
Ik ben het daar mee eens.
I agree
195
nooit
never
196
kennen
to know
197
de cursus
course
198
vaak
often
199
de methode
method
200
wanneer
when
201
Kijk maar!
look! (maar makes it nicer)
202
Eet maar!
eat! (maar makes it nicer)
203
fouten
errors
204
trouwen
to marry
205
trouwde
married
206
samenwonen
to live together
207
liever
rather
208
alleen
alone
209
blijven
to stay
210
hebben gemist
missed
211
de les
class
212
de vriend
friend/boyfriend
213
gingen (ging)
went
214
de getuige
witness
215
kon
could
216
het gemeentehuis
city hall
217
het deel
part
218
verplicht
obligated
219
de ambtenaar
civil servant
220
vertelde
told
221
de dienst
service
222
maakte
made
223
de indruk
impression
224
beloofden
promised
225
altijd
always
226
elkaar
each other
227
zorgen voor (voor...zorgen)
to take care
228
eigenlijk
actually
229
beloven
to promise
230
huwelijken
marriages
231
eindigt/endingen
end/s
232
de scheiding
divorce
233
vond
found
234
geweldig
great
235
ooit
at some point
236
zo
that way
237
het feest
party
238
de zaal
the hall
239
helemaal
totally
240
vol
full
241
waren
were
242
de gast/gasten
guest
243
aanwezig
present
244
vertelden
told
245
het lied
song
246
natuurlijk
naturally
247
wat
something
248
gezellig(e)
entertaining/pleasant/intimate/snug/homey/cozy
249
vinden
to find
250
vreselijk
horrible
251
zon
would (zullen)
252
zullen
shall
253
het doel
goal
254
de opleiding
education
255
afmaken [af te maken]
to finish
256
pas
only
257
de relatie
relationship
258
de zaak/zaken
thing/things
259
regelen
to arrange
260
registreren
register
261
het recht/rechten
right/s
262
het huwelijk
wedding/marriage
263
apart
separately
264
lijken
to seem
265
heerlijk
lovely
266
rustig
quiet
267
prachtig
beautiful
268
het symbool
symbol
269
de band
bond
270
de traditie/tradities
tradition/s
271
de samenleving
society
272
de rol
role
273
toch
nevertheless
274
Het ben het daar mee eens.
I agree
275
Ik ben het er mee eens.
I agree.
276
de ouder/ouders
parent/s
277
belangrijk
important
278
zo lang als
as long as
279
misschien
maybe
280
het voordeel/voordelen
advantage/s
281
een belofte
a promise
282
tijd
time
283
trouwfeest
wedding party
284
de baan/banen
job/s
285
nieuw(e)
new
286
fijn
fine/nice
287
het geld
money
288
de energie
energy
289
meer
more
290
het kind/kinderen
child/ren
291
de rechter
judge
292
de minister
minister
293
de plaats/plekken
place/s
294
leuk(e)
nice
295
leuker
nicer
296
daarna
then
297
de familie/families
family/families
298
de overheid
government
299
hadden (had)
had
300
het paar
couple
301
een beetje
a bit
302
tussen
between
303
voor mij
for me
304
Ik ben het er niet mee eens.
I do not agree.
305
beter
better
306
de kaart
map
307
zeit er uit
to look like
308
ten eerste
first of all
309
ten tweede
second of all
310
het land
country
311
de wereld
world
312
noord
north
313
west
west
314
zuid
south
315
oost
east
316
de afstand
distance
317
de kilometer
km
318
de grens
border
319
België
Belgium
320
Duitsland
Germany
321
overal
everywhere
322
vlak
flat
323
de berg/bergen
mountain/s
324
het zuiden
the south
325
het westen
the west
326
het zuiden
the south
327
het zuidwesten
the southwest
328
de provincie
province
329
daar...op
on there/of it
330
trots
proud
331
zag
saw (zien)
332
Zwitserland
Switzerland
333
het hotel
hotel
334
de naam
name
335
laag
low
336
lagst
lowest
337
het gebied/gebieden
area/s
338
liggen
to lie/to be located/to stand
339
het zeeniveau
sea level
340
bijna
almost
341
de dijk/dijken
dike/s
342
de dam/dammen
dam/s
343
houden
to keep
344
droog
dry
345
sommige
some
346
ten slote
lastly
347
noemen
to call
348
het strand/stranden
beach/es
349
breed/brede
wide
350
het stuk/stukken
piece/s
351
de zee
the sea
352
ten derde
3rd of all
353
het eiland/eilanden
island/s
354
overal
everywhere
355
de rivier/rivieren
river/s
356
het schip/schepen
ship/s
357
alleen
only
358
de weg/wegen
road/s
359
vormen
to form
360
enorm
enormous
361
het gevaar
danger
362
breken
to break
363
de ramp
disaster
364
gebeuren
to happen
365
gebeurde
happened
366
stijgen
to rise
367
tja
well
368
enkele
a few
369
het jaar/jaren
year/s
370
zeggen
to say
371
worden
to get
372
gebouwd
built
373
steeds
increasingly
374
doordat
because
375
het dorp/dorpen
village/s
376
de stad/steden
city/cities
377
groeien
to grow
378
de ruimte
space
379
de woning/woningen
house/s
380
de natuur
nature
381
vijftig keer groter
50 times large
382
hebben gezien
saw
383
het klimaat/klimaten
climate/s
384
Verenigde Staten
United States
385
subtropisch
subtropical
386
het nadeel
disadvantage
387
hebben gevonden
found
388
bijvoorbeeld
for example
389
dichtbij
close to/nearby
390
genoeg
enough
391
de boot/boten
boat/s
392
het water
water
393
trots op
proud of
394
de plant/planten
plant/s
395
vochtig
damp/humid
396
de politie
police
397
laatst
recently
398
reden
to drive
399
reed
drove (reden)
400
achter
behind
401
toen
when
402
die
that
403
dat
that
404
zag
saw
405
zien
to see
406
dacht
thought
407
denken
to think
408
direct
immediately
409
deed
did (doen)
410
doen
to do
411
verkeerd
wrong
412
vreemd
strange
413
isn't it
414
het gevoel
feeling
415
iets verkeerds
something wrong
416
raar
weird
417
helpen
to help
418
bellen
to call
419
het ziekenhuis
hospital
420
rijden
to ride
421
door
through
422
de fote
phote
423
het licht
light
424
wijzen
to show/to point out
425
het gevaar/gevaren
danger/s
426
ten minste
at least
427
de boete
fine
428
het biertjes
beer
429
hebben gedronken
drank
430
de agent
the police officer
431
zorgen
to take care of
432
veilig
safety
433
toch
nevertheless
434
zoiets
something like that
435
schijnen
to seem
436
duizenden
thousands
437
niemand
no one
438
halen
to get
439
het politiebureau
police station
440
geven
to throw (e.g. a party)
441
het feestje
party
442
horen
to hear
443
tonen
to show
444
de bellangstelling
interest
445
duren
to last
446
de onbekende
stranger
447
stelen
to steal
448
zijn gestolen
stolen
449
de conclusie
conclusion
450
daar...me
with that
451
helemaal
totally
452
vorig(e)
last
453
de maand
month
454
zijn ingebroken
broken into
455
inbreken
to break into
456
kwam
came (komen)
457
meteen
immediately
458
zeer
very
459
het onderzoek
research
460
klaar
ready/done/finished
461
de zaak
the case
462
oplossen
to solve
463
laten
to let/to make
464
lachen
to laugh
465
slecht(e)
bad
466
de ervarging/ervaringen
experience/s
467
geleden
ago
468
zeiden/zei
said (zeggen)
469
de aangifte
police report
470
huidskleur
skin color
471
hoopte/hoopten
hoped
472
streng
strict
473
de feits/fietsen
bike/s
474
als
if/when/as
475
omdat
because/just because
476
een keer
one time
477
volgens mij
I think
478
het feest/feesten
party/parties
479
vieren
to celebrate
480
gefeliciteerd
congratulations
481
de verjaardag
birthday
482
alsjeblieft
here you go
483
het cadeautje
present
484
hebben megebracht
Brought along
485
o wat aardig
oh how nice
486
daar...mee
with that
487
blij
happy
488
bedank
thanks
489
de tafel
table
490
op die tafel
on that table
491
de bedoeling
idea
492
alles
everything
493
zelf
personally
494
pakken
to get
495
straks
later
496
uitgebreid
extensively
497
vanwege
because of
498
ter gelegenheid van
on the occasion of
499
het examen
exam
500
de gebeurtenis
event
501
hebben gevonden
found (vinden)
502
zijn geworden
became/turned
503
zijn getrowd
married
504
de reden/redenen
reason/s
505
bedenken
to think of
506
de soort
kind
507
naast
next to
508
kennen
to know
509
nationaal/nationale
national
510
de feestdag/feestdagen
holiday/s
511
op 27 April
on April 27th
512
de koningsdag
King's Day
513
van alles
all kinds of things
514
op straat
on the street
515
de koning
king
516
de koningen
queen
517
bepaald(bepaalde)
certain
518
het einde
end
519
stil
quiet
520
wereldoorlog
world war
521
om acht uur
at 8 o'clock
522
het slachtoffer/s
victim/s
523
de oorlog
war
524
brengen
to bring
525
de volwassene/ volwassenen
adult/s
526
persoonlijk
personally
527
het gedicht
poem
528
knap
amazing
529
kerst
Christmas
530
op vakantie
on vacation
531
de datum
date
532
verschillen
differs
533
echter
however
534
het kantoor
office
535
bracht
brought
536
hebben gebracht
brought
537
bracht mee
brought along
538
hebben megebracht
brought along
539
keek
looked
540
hebben gekeken
looked
541
vierde
celebrated
542
hebben gevierd
celebrated
543
stond
was standing/was
544
hebben gestaan
was standing/was
545
pakte
took
546
hebben gepakt
took
547
sprak/spraken
spoke
548
hebben gesproken
spoke
549
gaf/gaven
gave
550
hebben gegeven
gave
551
werd
became
552
zijn geworden
became
553
trouwde
married
554
zijn getrouwd
married
555
bedacht
thought of
556
hebben bedacht
thought of
557
kende
knew
558
hebben gekend
knew
559
was/waren
was
560
zijn geweest
was
561
had/hadden
had
562
hebben gehad
had
563
gebeurde
happened
564
zijn gebeurd
happened
565
bezocht
visited
566
hebben bezocht
visited
567
bracht
brought
568
hebben gebracht
brought
569
schreef
wrote
570
hebben geschreven
wrote
571
zijn gegaan
went
572
verschilde
differed
573
hebben verschild
differed
574
Pasen
Easter
575
het gebied
area
576
bestaan uit
to consist of
577
delen
divide
578
erin
in it
579
in feite
in fact
580
beschouwen
consider
581
de geheel
entity/whole
582
de zee
sea
583
de haven
harbor
584
toevallig
coincidence
585
het vliegveld
airport
586
behoren tot
is amongst (e.g tot.....behoort)
587
zowel...als
both
588
het vliegtuig
airplane
589
vanuit
from
590
bereiken
to reach
591
be bedrijft/bedrijven
business/es
592
om die reden
for that reason
593
de handel
trade
594
zeer
very
595
elkaar
each other
596
logisch(logische)
logical
597
het gevolg/gevolgen
consequence/s
598
heirvan
of this
599
daardoor
as a result
600
daarvan
of that
601
vandaar
that's why
602
de bevolking
population
603
terwijl
whereas
604
het probleem
problem
605
het gebrek
lack
606
geschikt(e)
suitable
607
de prijs/prijzen
price/s
608
elders
elsewhere
609
gezinnen
families
610
lastig
difficult
611
het verkeer
traffic
612
de file
traffic jam
613
volledig
completely
614
vast
stuck
615
negatief/negatieve
negative
616
onder andere (o.a.)
amongst other things
617
de lucht
air
618
men
one
619
verliezen
to lose
620
nationaliteiten
nationalities
621
heel wat
many
622
verschillende
various
623
herkennen
to recognize
624
vierkant(e)
square
625
het hangt ervan af ... (afhangen van)
it depends on ...
626
nogal
quite a bit
627
de groei
growth
628
nog
still
629
krijgen
to get
630
de vrouw/vrouwen
woman/women
631
vroeger
in the past
632
minder
fewer/less
633
hoger
higher
634
waarom
why
635
naar
to
636
de universiteit
university
637
weer
again
638
de liefde
love
639
de verklaring
explanation
640
het geluk
luck
641
de staat
state (as in government)
642
gelijk (gelijke)
equal
643
afnemen
to decrease
644
zijn afgenomen
decreased
645
tegenwoordig
nowadays
646
geloven
to believe in
647
volgens jou
according to you
648
vaststellen
to determine
649
zoals
as
650
op basis van
on the basis of
651
op de helft
at the halfway
652
het hoofdstuck
chapter
653
zijn begonnen
began
654
het onderwerp onderwerpen
topic/s
655
hebben behandeld
dealt with/handled
656
behandelen
to deal with
657
over
about/past
658
leren
to learn
659
nog
even
660
meer
more/anymore
661
inmiddels
by now
662
praten
to talk
663
hebben
664
vast
certainly
665
trouwens
actually
666
ondanks
despite
667
het ding/dingen
thing/s
668
behoorlijk
fairly
669
snel
fast
670
gebruiken
to use
671
regelmatig
regularly
672
immers
after all
673
hoeveel
how many
674
cijfers
numbers/grades
675
zijn gezegd
said/spoken
676
zowat
almost
677
allemaal
all of them
678
daarom
therefore
679
mooi(e)
beautiful
680
zeker
definitely
681
op mij
on me
682
houden van
love
683
klein
little
684
dichtbij
close
685
behalve
except
686
er
there
687
de naam
name
688
lopen
walk
689
het ongeluk
accident
690
aankomen
to arrive
691
uitleggen
to explain
692
mogen
may
693
schijnen
to seem
694
duizenden
thousands
695
ieder
every
696
niemand
no-one
697
halen
to get
698
nou
well
699
ter herinnering aan
in memory of
700
knap hè
amazing, isn't it?
701
op vakantie
on vacation
702
betekened
to mean
703
genieten (van)
to enjoy
704
de rust
peace and quite
705
actief
active
706
drukker
busier
707
bepaalen
to determine
708
de manier
the manner
709
besteden [aan]
to spend on (e.g. spend your time on)
710
het medium/de media
media
711
daar...op
of it
712
de invloed
influence
713
weten
to know
714
precies
exactly
715
de cultuur
culture
716
de sport
sports
717
belangstelling voor
interest in (e.g. ik heb voor allerlei belangstelling)
718
allerbei
both
719
wel eens
once in a while
720
het museum
museum
721
de film
movie
722
het concert
concert
723
bij voorkeur
preferably
724
serieus/serieuze
serious
725
verder
further
726
graag
gladly
727
voetball
play football
728
het veld
field
729
zitten..op
go to
730
samen
together
731
hun
their
732
wandelen
to walk
733
het liefst
preferably
734
alleen
alone
735
de gelegenheid
occasion
736
na...denken
ponder
737
het café
cafe
738
het restaurant
restaurant
739
vrijwel
almost
740
duur
expensive
741
nodig...uit (uitnodig)
to invite
742
koken
to cook
743
waarmee
with what
744
vullen
to fill
745
in het algemeen
generally
746
achter
behind
747
de computer
computer
748
lezen
to read
749
de krant
newspaper
750
het internet
internet
751
sturen
to send
752
het bericht/berichten
message/s
753
kijken
to watch
754
de TV
TV
755
spannend(e)
exciting
756
de voetbalwedstrijd
football match
757
de Belg/Belgen
Belgian/s
758
het boek
book
759
noemen
to mention
760
hebben genoemd
mentioned
761
bezig
busy
762
de tuin
garden
763
het mobieltje/s
mobile phone/s
764
de computer
computer
765
kapot
broken
766
in orde maken
fix
767
buren
neighbors
768
de klant
customer
769
bij mij
of mine
770
sociaal/sociale
social
771
het contact/en
contact/s
772
uit eten
eating out
773
lang
by far/long
774
meestal
usually
775
vanaf
from
776
het pensioen
pension
777
het bedrijf
company
778
hebben gewerkt
worked
779
in deel-tijd
part-time
780
ziek
sick
781
iedere
every
782
zorgen voor
to take care of [voor....zorgen]
783
het mogelijkheid/mogelijkheden
opportunity/ies
784
het beroep
profession
785
de zorg
healthcare
786
het onderwijs
education
787
de techniek
engineering
788
behoefte aan
in need of
789
het personeel
personnel
790
eenvoudig
simple
791
wordt
is getting
792
wordt gedaan
is getting done
793
de machine/machines
machine
794
de soort
sort
795
daarom
therefore
796
van belang
importance
797
tijelijk
temporary
798
het werk
work
799
geen vast
no fixed (as in permanent work)
800
telkens
time and time
801
opnieuw
again
802
telkens opnieuw
time and time again
803
zoeken
to look for
804
de leeftijd
age
805
ervaring
experience
806
absoluut
absolutely
807
de toekomst
future
808
betalen
to pay
809
betaald
paid
810
de stage/s
internship/s
811
het vakantiewerk
holiday job
812
tijdens
during
813
de studie
study
814
het voordeel
advantage
815
de kennis
knowledge
816
bezitten
to possess
817
net
just
818
bovendien
besides that
819
verdienen
to earn
820
zoveel
so much
821
wat
something, a bit
822
ouder
older
823
nodig
necessary
824
zo zie je maar
it goes to show
825
beide
both
826
ineens
suddenly
827
werkloos
unemployed
828
bent
are (je bent)
829
ontslaan
laid off
830
waarvan
from what
831
de werkgever
employer
832
wordt ontslagen
is getting laid off
833
het loon
salary
834
gedurende
during
835
de uitkering
benefits
836
de regering
government
837
het bedrag
amount
838
anderen
other people
839
de werkervarging
work experiences
840
genieten van
to have enjoyment from
841
besteden aan
to spend on
842
bestaan uit
to consist of
843
beschouwen als
to consider as
844
behoren tot
to be amongst
845
gebrek aan
lack of
846
invloed op
influenced by
847
belangstelling voor
to have an interest in