Dutch Vocabulary Flashcards
I just thought about something.
ik dacht net aan iets.
What do you mean by that (with that)? What meanest thou therewith?
Wat bedoel je daar mee?
And then I will destroy the fence
en dan zal ik het hek vernietigen
Always
altijd
Immediately
onmiddellijk
giant
reus
What do you have in mind (thoughts)?
wat heb je in gedachten?
to promise
I promise it
to give one’s word
beloven
toezeggen
geef je woord
Ik beloof het.
Make haste
to hurry (up), to rush
haasten, hast maken, verhaasten, zich overijlen,
opschieten, voortmaken
Inferior
minderwaardig, inferieur
constantly
voortdurend, constant
to scold
schelden
for that
daarvoor
neck, waist, hip, cheek, elbow, toe
nek, taille, heup, wang, elleboog, teen
to show
laten zien
tonen
although
hoewel
to wander
to wander, walk, stroll
dwalen
wandelen
in the distance (in der Ferne)
in de verte
to nod the head
het hoofd te knikken
to torment (quälen)
kwellen
QUELL the TORTURE. He’ll talk.
apartment
residence
What are you all doing in my apartment?
appartement, flat
residentie, woning
Wat doen jullie in mijn flat?
angry
You need not become angry.
boos, toornig, kwaad
Je hoeft niet boos te worden
I NEED a HOOF
sister
zus
finally
lastly
(uit)eindelijk, tenslotte
ten laatste
stranger
vreemdeling, vreemde
to explain
uitleggen
nice
aardig, leuk
tell me….
Vertel me
In the middle of the day
in het midden van de dag
She is tired and wanted to sleep
Ze is moe en wilde slapen
How did you come into my flat?
Hoe ben je binnengekomen in mijn flat?
upset (disturbed) adj.
to upset
to throw
van streek, ontdaan
omgooien
gooien
to threaten, thus (therefore, so), outside, inside, to explode, fully, to nod, warm, fire
te bedreigen, dus, buiten, binnen, volledig, te exploderen, te knikken, warm, vuur
joke, student, crazy
grapje, leerling, gek
He is angry about that.
Hij is boos daarover
January frowned and waved his staff over his head
Januari fronste en zwaaide zijn staf over zijn hoofd.
exhausted
uitgeput
to store, to stockpile
to save (money, etc.)
opslaan, (op)bergen
sparen
teacher
leraar
both
the both of them
beiden
de beide
wrong
fout
the manner in which
de manier waarop
I was too concerned about…..
Ik was te bezorgd over….
I was ashamed
Ik schaamde me
You need, then, no grammar?
je hoef dan geen grammatica?
to shout, to get angry, to cook, to take care, slave, servant
schreeuwen, boos worden, koken, zorgen, slaaf, bediende
In any case (anyway, en tous cas, jedenfalls)
in ieder geval
to develop dislike
een hekel ontwikkelen
develop a HECK HELL
to depart
vertrekken
(social) party
(political) party
feest
(politieke) partij
political party
politieke partij
to negotiate with the government
met de regering onderhandeln
besides, moreover
bovendien
Besides, he’s getting on my nerves (he works on my nerves)
Bovendien werkt hij me op de zenuwen.
untidy, messy
rommelig
This MESSY tank formation is un-Field Marshal ROMMELy
everywhere
overal
clothes
kleren
dirty, clean
vuil, schoon
to mean, to signify
What do you mean?
What are you trying to say?
menen, betekenen, bedoelen
wat bedoel je?
Wat probeer je te zeggen?
to let
laten
resisted
weerstond
to share
delen
bed
bed
I fought
Ik vocht
against
tegen
to fight
vechten
people
mensen, volk
to stop, stopped (simple past) stopped (past participle)
stoppen, stopte, gestopt
tame. in the course of. bull. pail. hip. thigh. hay
temmen. in de loop van. stier. emmer. heup. dij. hooi-
leaf, cabbage, chuckle, shadow, thin, roundness, to behave, insecure
blad, kool, grinniken, schaduw, dun, rondheid, zich gedragen, onzeker
What concern is that of yours? Why is that your business?
Wat gaat dat jou aan?
afraid
bang
Valuable adventure
exciting
in a natural way
Waardevol avontuur
opwindend
op een natuurlijke manier
This AVON TOUR was an ADVENTURE in MLM.
crazy
gek
to develop a hate toward, to come to hate (something) …….. (to get a hate on….)
hekel krijgen aan
secret (n)
secret (adj)
by the way, moreover
just (adv.)
at least (zumindest)
geheim (n)
geheim (adj)
trouwens, bovendien
gewoon, net, juist
tenminste
if
als
right (correct)
gelijk
January February March April June July August September October November December
Januari februari maart april juni juli augustus september oktober november december
each other
elkaar
to replace
vervangen
soon
see you later (until soon, hasta luego)
straks, spoedig (speedily), dra, aldras, gauw, weldra
Tot straks
each other
elkhaar
to meet
ontmoeten
famous
well-known
beroemd
bekend
pure
purity
zuiver, puur
zuiverheid
you have (thou hast)
je heb
usually, generally, mostly
meestal
sunrise
sunset
star
constellation
planet
universe
zonsopgang
zonsondergang
ster
sterrenbeeld, gesternte
planeet
universum, heelal
to develop
to develop a hate toward…
ontwikkelen
hekel krijgen aan
ready (“clear”)
ready (”prepared”)
klaar
voorbereid zijn
to extend, to expand
to spread out
uitbreiden
uitspreiden
certain, particular
bepaald
to break
dish
plate (food)
entree
appetizer
a tasty dish
Don’t break the plate
breken
gerecht
bord
voorgerecht
voorafje
een smakelijk gerecht
Don’t break the plate
breek de plaat niet
appetizer
voorafje
these days (today) (heutzutage)
heden ten dage?
to be busy (pressured)
busy (occupied)
busy (busy)
druk zijn
bezet
bezig
company, business, concern (Betrieb)
firm
bedrijf
firma
teacher
leraar
retired (to be with pension)
pension
pensioner
met pensioen zijn
gepensioneerd
pensioen
gepensioneerde
countryside
platteland
The greatest part (of the year, etc.) (la plus part)
het grootste deel
to spend time
tijd doorbrengen
to get along, to get moving
opschieten
to like (someone or something)
“to find nice”
leuk vinden, aardig vinden
Is there another way?
is er een andere manier
I lack
Ik mis
that is regrettable, too bad, unfortunate
dat is jammer / ongelukkig
at the moment (GN: momentan)
presently, currently
nowadays, these days
momenteel (GN: moment an)
tegenwoordig
heden ten dage
NOWADAYS I’m a HEATHEN TEN DAYS.
nice, kind, pretty
nice (general)
aardig
leuk
to agree
instemmen (G: übereinstimmen)
over eens zijn
you just said
je net zei
habit
gewoonte
era, age, epic
century
decade
Age of Aquarius
tijdperk
eeuw (ay-yoo)
decennium (day-SEHN-ee-uhm)
Watermantijdperk
to mean (want to say)
to mean (a word, e.g.)
What does that word mean?
bedoelen
betekenen
wat betekent dat woord?
century
eeuw (ay-yoo)
region
regio
agreement
toestemming
box
doos, box
to put
stellen
That smells like trouble (smells after difficulties)
Dat ruikt naar moeilijkheden
She is supposed to come back from her work in an hour
Ze zal over een uur van haar werk terug komen
I would, I will, he would, he will, we would, we will, they would, they will
Ik zou, ik zal, hij zou, hij zal, wij zouden, wij zullen, zij zouden, zij zullen
able, capable
bekwaam, kundig, capabel
complaint
klacht
to disturb
to bother
storen
plagen
anyway
toch
in ieder geval
hou dan ook
in spite of that
ondanks dat
(no thanks to that …)
nevertheless
niettemin
Voice your concern, but NEVERTHELESS, NOT TOO MEAN!
I did that
ik deed dat
to form a habit
een gewoonte te maken
or
of
mistake
misstep
fout
misstap
to touch
to test
keyboard
toetsen
proberen
toetsenbord, klavier
TOOTSIE does not like to be TOUCHED
afraid, scared
bang
message
boodschap
soon
gauw
to consider
to think over
determined (to do something, resolved, committed)
overwegen
overdenken
vastberaden
exciting
opwindend (UP-WINDING)
battles that changed history
veldslagen die de geschiedenis hebben veranderd
pond
vijver
Do me a FAVOR. Go soak your head in a POND.
downy, fluffy, fuzzy
donzig
It’s DOWNY in DANZIG (Gdansk)
to breed / to brood
broeden
to hide
verstecken
verbergen
to stretch
zich uitstrekken, uitrekken
make a choice
keuze maken
to decide
beslissen besluiten
success
successful
succes / Slagen / geslaagd (n)
geslaagd / succesvol (adj.)
the only way you’ll make this lazy worker successful is if he’s SLUGGED every time he shirks
to tear (as in tear up)
scheuren
Pelosi verscheurde Trump’s speech
slordig veer
sloppy feather
proud
pride
brood
offspring
Mr. Duck looked proudly at his offspring
trots, fier (adjective)
trots (noun)
gebroed
kroost
Meneer Eend keek trots naar zijn kroost
Mr. Duck looked proudly at his offspring
Meneer Eend keek trots naar zijn kroost
to waddle
waggeln
Mother Duck WAGGED as she WADDLED. angrily away from the Ugly Duckling
attic
attiek, zolder(kamer)
turkey
kalkoen
CALL KUHN, you TURKEY!
to be right
to be wrong
gelijk hebben
fout zijn
al gauw
soon already
everyone saw that he was the most beautiful of all
iedereen zag dat hij de mooiste van allemaal was
he shook his feathers
Hij schudde zijn veren.
joy
joyous
happy
happiness
With joy he flapped with his beautiful white wings
vreugde
vreugdevol
gelukkig. blij, vrolijk
geluk, blijdschap
Van blijdschap klapte hij met zijn mooie witte vleugels
to belong
where he belonged
behoren, horen, bij horen erbij horen
waar hij bij hoorde
Herd
kudde
CUDDLE your HERD of adopted stray pets.
pattern, patron
patron, patroon
there is PATTERN TO the buying habits of the PATRON
to whirl, to swirl
kolken, wervelen, dwarrelen
to show (demonstrate, etc.)
tonen
TOE. NAN! SHOW me your TOE, NAN!
cap
dop, pet, kap, muts
The DOPe has his ballCAP on backwards
to contain
inhouden
about (concerning)
about that
over
omtrent
daarover
to show
wijzen, laten zien, tonen
recently
onlangs
to bend
bent (simple past)
bent (past participle)
she bent her toe
buigen
boog
gebogen
zij boog haar teen
to hurt
vulnerable
kwetsen
kwetsbaar
collision
botsing
aanrijding
aanvaring
The BOAT SING was a bad idea, Dundee the distracted DUTCH helmsman steered ship into a COLLISION with gondolier.
on this scale
op deze schaal
to launch
lanceren
receiver
ontvanger (GN: Empfänger)
flash of light (light flash) and stillness
lichtflits
blijven maken
to continue
to keep (on) making
doorgaan, voortzetten
cruel
wreed
to lead
leadership
to behave
leiden
leiderschap, leiding
zich gedragen / zich houden
although
wedding
hoewel hooWEHL
huwelijk
Herbert HOOVAH (Hoover) LICK the bride and was thrown out of the WEDDING
to whirl
dwarrelen (twirl)
to pick up (abholen)
to take way
ophalen
afhalen
the wind blows
de wind waait
(der wind weht)
to realize
beseffen
realiseren
to touch
(aan)raken
(German: berühren)
point (of light, etc.)
dot
punt
stip (possible cognate: “stippled”)
to move
bewegen, verplaatsen
system
systeem, stelsel
star
ster
STARE at the STAR
full, complete
volledig, kompleet
origin
original
oorsprong
originel, oorspronkelijk
to move (to another dwelling place)
verhuizen
cloud
high and low
low clouds
wolk
hoog en laag
lage wolken
happy
unhappy
sad
sadness, sorrow
gelukkig
ongelukkig
triest, treurig, dreuvig
droefheid
de kou drong door haar wollen trui
the cold penetrated her wool sweater
kitchen, living room, hall, yard
keuken, woonkamer, hal, tuin
safe
veilig, seker
busybody, meddler
to bother, to trouble
to disturb
bemoeial
moeien
storen
scrub
schrobben
(German: schrubben)
looked down
she looked down at her stomach (belly)
keek beneden / keek onlaag
ze keek beneden naar haar buik (buik)
“down” is also “beneden”
nevertheless
niettemin
NEVERTHELESS, Jan, you are NEET TUH (too) MEAN.
Fond of
dol op
If you want him to be FOND OF you, then DOLL UP (primp).
stream
creek
brook
stroom
kreek
beek (German “Bach”)
Those tulips will BAKE in that bone-dry brook bed.
het pers
the press
The subject
The object
The theme
Het onderwerp, subject,
Het object, het vorwerp
Het thema
to sniff, sniffle
sneeze
snore
snuiven (G: schnüffeln)
niezen
snurken
stumble
struikelen
(GN.: stolpern)
to differ
indifferent
verschillen
onverschillig
(gleichgültig)
to escape
to flee
ontkommen, ontsnappen, ontgaan
ontvluchten
deaf
blind
dumb
lame
doof
blind
stom
kreupel
somewhere, nowhere, everywhere
ergens, nergens, overal
voice
stem
busy (occupied with a task)
bezig
throat
keel. German: Kehle
lesson
les
inclination
lesson
teacher
to teach, to learn
neiging
les
leraar, docent, prof
leren
to be silent
to shut up
zich zweegen
zwijgen
law
lawyer
judge
wet
advocaat
rechter
Jan WETs on the LAW
neither / nor
neither the uncle nor the aunt
noch… noch
noch de oom noch de tante
to change
to switch
veranderen, wisselen
(om)schakelen
tangle (“confused corner”)
warwinkel
(war = confused)
wedding
marriage
bruiloft
huwelijk, echt
The WEDDING was in BREE’s LOFT with BRIE served.
to weep, to howl
huilen
polite
well-mannered
beleefd (beliebt), hoffelijk
welgemanierd
excited, stirred up, wound up, agitated
opwinden
opgewonden
een hekel hebben
to have a dislike
To have a HECK HELL for something
to draw circles on paper
cirkels op papier te tekenen
I am TAKEN IN when you DRAW with pen and ibk
he’ll tap on your shoulder
hij zal op je schouder tikken
in any case (at any rate)
in elk geval, in ieder geval
each other
elkaar
to wish
wensen
each other
elkaar
somewhere
somewhere else
do it, or else
elsewhere
ergens
ergens anders
doe het, of anders
elders, ergens anders
ELSEWHERE with the ELDERS
to create
creëren, scheppen (German: schaffen)
jaw
kaak
rectangle
rechthoek, vierhoek
to sag
their jaws drop
a jaw
a cook
te zakken
hun kaken zakken
een kaak
een kok
ontwenningsverschijnselen
withdrawal symptoms (from smoking, etc.)
good game
goed spel
they were all scientists
ze waren allemaal wetenschappers
He is wearing a suit
hij draagt een kostuum (also “pak”)
honest
fair (equitable)
equitable
impartial
eerlijk
billijk
rechtvaardig
onpartijdig
German: Unparteilich
conference
conferentie
aparatus
apparaat, toestel
joke
scherts, grap
German: Scherz
nut (on a tree)
sometimes
Sometimes you feel like a nut
noot
soms, somstijds, somwijlen
soms voel je je als een noot
SOMETIMES there are SUMS
On that NOOT, he’s a NUT
to bore
boring
vervelen
vervelend, saai
SIGH! He’s so BORING!
in the middle
in het midden
relation
relationship, ratio, proportion
in relation to…. (something, someone)
relatie
verhouding
in verhouding tot
in relatie tot
im Verhältnis zu
to perceive
to observe
waarnemen
German: wahrnehmen (to perceive)
in acht Nemen (German: beobachten)
observeren
detail
detail (day-tai)
worth the effort (trouble, difficulty)
de moeite waard
spokes in the wheel
spaken in het wiel
many Mr. SPOCKS clinging to the SPOKES of a space station wheel
the more…. the less….
hoe meer … hoe minder
funny
humorous
joke
grappig
humoristisch
grap(je), scherts
bridge
brug
lawn
gazon
GAS On
Willem, don’t pour GAS ON the LAWN
to behave oneself
gedraag je nu
zich gedragen
behave now (behave yourself)
angry
to become angry
boos, toornig (GN: zornig), nijdig
boos worden
to amuse
amuseren, vermaken
seat
sitting, session
zetel
GN: Sessel
zitplaats
zitting
driveway
the driveway of the mansion
oprit
de oprit van het herenhuis
hardly, barely
nauwelijks
to sigh
zuchten
such a thing (“so was” in German)
zo iets
past n.
present n.
future n.
past adj.
present adj.
future adj.
uit het verleden
het verleden
heden
toekomst
verleden
aanwezig, tegenwoordig
toekomstig
out of the past
perfect adj.
perfection
perfect, volmaakt
perfectie
expectation
verwachting
(Gn.: Erwartung)
Interstate highway
Snelweg (Gn.: Autobahn)
without
except
except, excepted, save
zonder
behalve
uitgezonderd
sir, mister
lover
a beloved
meneer
minaar
liefhebber
een geliefde
Mein Herr! she shouts in ecstasy to her lover
companion
gezel (German: Geselle)
hill
valley
meadow
forest
mountain
mountainous
heuvel (German Hügel)
(hövehl)
vallei, dal
weide
woud, bos
berg
bergachtig
to nap
nap
noppen
dutje
wet
moist
nat
vochtig (German: feuchtig)
wet
nat (German: nass)
face
nose
mouth
chin
lip
ear
cheek
tooth
tongue
forehead
neck
gezicht
neus (nehuhs)
mond
kin
lip
oor
wang
tand
tong
voorhoofd
nek
fresh
vers
The dirty limerick composer was slapped for being FRESH with his VERSE
to turn off
at the crossing, she turned off to the right
to turn off
afbuigen, afslaan
bij de kruising sloeg ze rechtsaf
afslaan
naar rechts afbuigen
slope of the mountain
helling van de berg
As far as I’m concerned…
wat mij betreft…
German: was mich betrifft….
air
lucht
little by little
gradually
beetje bij beetje
geleidelijk
GRADUALLY, he came to appreciate GIgi. “GI - LADYLIKE!” he exclaimed.
out of breath
buiten adem
joy
vreugde
it looked like a…
het zag eruit als een….
on top
on top of…
ice cream with cherries on top
bovenop, op de top
op de top van…
ijs met kersen bovenop
up there
daarboven
history, story, tale
a report (to.make)
a fairy tale, a tale
to tell a story
to make report
een verhaal vertellen
verslag, rapport, bericht
verhaal
sprookje
een verslag maken
geschiedenis,
often
vaak
“VAAK! This happens so OFTEN!”
iron
corridor
hallway
An iron staircase
ijzer
gang
corridor
een ijzeren trap
to depart
to go away
to walk
to walk away
to drive
vertrekken
weggaan
lopen
weglopen
rijden (= German “fahren”)
to ignore
negeren
to shake
schudden, beven (German: beben)
SHOWDOWN
“I’m SHAKING over this SHOWDOWN,” they said to one another at the O.K. Corral
slenteren
to saunter
tour (noun)
tour, tocht
insane
crazy
kranksinnig
gek
mechanic
the mechanic repaired it
monteur, mechanicus
de monteur repareerde het
C’est MON TOUR to be a MECHANIC
rather boring
nogal saai
NO GAL SEI
NO GAL (SIGH)… RATHER BORING?
breakfast
ontbijt
AUNT BITE
AUNT BITE I over BREAKAST
to invite
uitnodigen, inviteren
ride (noun)
to ride
he rides there
he rode there
rider
knight
rit
The hitchhiking judge issues a WRIT demanding a RIDE
rijden
he rides
hij reed daar
ruiter
ridder
except
exception
behalve
uitzondering
to change, to exchange
to switch on / turn on
to switch off / turn off
change (noun)
to change
aanzetten, wisselen
aanzetten
uitzetten
verandering
veranderen
dry
wet
droog
nat
vlak
flat
hollow
hollow eyes
hol
holle ogen
evidence
bewijs.
sweet
sweetness
sour
sourness
dream
zoet
zoetheid
zuur (no umlaut as in English)
zuurheid
droom
IN Xanadu did Kublai Khan a stately pleasure drome decree
What a SWEET ZOOT suit
place (location)
plek, plaats
to sneak
sluipen (to “slip”)
brain
hersens
HER SENSE is her BRAIN
brein
to inform (“enlighten”)
to enlighten
to lighten (alleviate, relieve)
informeren
inlichten
verlichten
somewhere, anywhere
sometime
ergens
soms
to sigh
zuchten
to be right
gelijk hebben
civilization
society
society, company
beschaving
A CIVILIZED person BE SHAVING
maatschappij
gezelschap
awe-inspiring
ontzagwekkend
to set up
the great founders of America
oprichten
de grote oprichters van Amerika
the Declaration of Independence
de verklaring van Onafhankelijkheid
law
the original Constitution
de oorspronkelijke grondwet
promise (n)
to promise
fiance (promised one)
belofte
beloven
verloofde
to become used to
to be used to
wennen aan
gewend zijn aan
to excite, to stir up, to wind (up)
excited
opwinden
opgewonden (begeistert)
cause
to cause
origin
oorzaak (G: Ursache)
veroorsaken
Oorsprong
out loud
hardop
The shy guy is HARD UP to speak OUT LOUD.
I am the one who….
Ik ben degene die…
indignant
To resent
resentment
verontwaardigd
kwalijk nemen
wrok (G: Groll)
to demand
verlangen
vorderen
eisen
protection
to protect
bescherming
beschermen
soon
speedy, speedily
as soon as
gauw, sodra
spoedig,
zo gauw als
brave, courageous
bravery, courage
that is rather brave of you
moedig, dapper, braaf
moed, dapperheid
dat is nogal dapper van je
(G: das ist ziemlich tapfer von dir )
take a step
to take the first step
stap doen/nemen
de eerste stap nemen
afternoon
this afternoon
namiddag
deze namiddag
to climb
climb, climbed, climbed
he climbed the hill
klimmen, klom, geklommen
hij klom de heuvel
to intercept
to catch
to fetch, to haul
onderscheppen
(G: abfangen)
vangen
halen
opinion
standpoint
insight
mening
standpunt
inzicht
it does not matter
het maakt niets uit
to clip
to wink
to wink your eye
a wink
wink of an eye, wink
knippen
knipogen
je oog te knipogen
wenk
oogwenk
to cut
snijden
announcement
Aankondiging (G: Ankündigung)
suspicion
suspicious
verdenking, achterdocht
verdacht, achterdochtig
companion
to accompany
(met)gezel, begeleider
vergezellen, begeleiden
to hesitate
to waffle
aarzelen
weifelen
absent
afwezig
(G: Abwesend)
hardly
nauwelijks
education
my learning
opleiding
mijn leren
attention
aandacht
attentie (ah-tehn-tsee)
acht
he was one of the ones
hij was een van degenen….
lively
vif
strangeness
stranger
unknown person
unknown
vreemdheid
freemde, vreemdeling, onbekende
onbekende
soon
gauw
spoedig
snel
sly
sluw
I SLEW the sly guy for his impertinence
joke
joker
grape
What kind of juvenile CRAP is this joke?
grappenmaker
half (noun)
half (adjective)
de helft (G: die Hälfte)
half (halb)
unless
tenzij
scholar
geleerde
stubborn
eigenwijs (own way), koppig (heady), hardnekkig (hard-necky)
to study
studeren
probably (2 very similar versions)
waarschijnlijk, waarschaulijk
tellingly
He looked tellingly at his underling
veelzeggend
hij keek veelzeggend naar zijn ondergeschikte
allang
sinds langere tijd (G: seit langem)
pensive
thoughtful
attentive
peinzend (pensive, “thinkING”
PAIN SEND
PEIN SEND is not THOUGHTFUL
nadenkend
attent
to dawn, to summon
to challenge
a challenge
Hercules faced twelve challenging tasks
to dare
a dare
dagen
uitdagen
een uitdaging
Hercules stond voor twaalf uitdagende taken
durven, wagen
een durfeen uitdaging
plot (conspiracy)
complot
een complot om de regering omver te werpen
In any case
in each case
in elk geval
in ieder geval
sea
lake
pond
puddle
zee
meer (also obsolete English)
vijver
plas
sunrise
sunset
zonsopgang
zonsondergang
to explode into a fireball
exploderen tot een vuurbal
sorrow
sad
to grieve
droefheid
droevig
bedroeven
to pull
pulled
to push
pushed
….while he drew (on) his golden bow
trekken, trok
trok, etc.
schuiven, duwen
geduwd
….terwijl hij zijn gouden boog trok
just now
juist nu
net nu
glory
to reach glory
glorie
heerlijkheid
glorie te bereiken
GHLORee
order (command)
order (food)
opdracht, bevel
bestelling
belongings, possessions
my things
bezittingen
mijn spullen
uncle and aunt
oom en tante
thunder
lightning
storm
rain
snow
hail
sleet
ice
donder
bliksem
storm
regen
sneeuw
hagel
ijzel
ijs
city
village
downtown
town square
stad
dorp
centrum
stadsplein
to disgust
disgusting
terrible
frightful
horrible
walgen
walgelijk
afschuwelijk
verschrikkelijk
vreselijk
WHALE GO LICK
It would be DISGUSTING to GO LICK a WHALE
afschuwelijk
building
front facade (of a building, etc.)
gebouw
voorgevel
The cashier on the counter
de kassier aan de balie / Kasse
rather
nogal, liever
Jan would RATHER have NO GAL
to burp, to belch
boeren
a row
pretty maids all in a row
to stand in line
rij
mooie meiden allemaal op een rij
in de rij staan
polite, courteous
impolite, discourteous
well-mannered
rude
beleefd, onbeleefd,
hoffelijk, onhoffelijk
welgemanierd
onbeschoft
to suffer
lijden
arrogant, haughty
humble
arrogant, hoogtmoedig
deemoedig, nederig
gesture
gebaar
a note
not, nota
smart
slim
Get SMART, SLIM down, the doc said.
at least (…hans)
althans
AT LEAST, we have ALT HANS (Old Johnny) in the Home Guard to help defend rubble-strewn Berlin against the advancing Red Army,” said Field Marshall Rommel.
to surprise
a surprise
to amaze
amazement
verrassen(GN: überraschen)
een verrassing
I’m always SURPRISEd by FAIR RACING
verbazen
verbazing
glow (noun)
to glow
gloed
gloeien
edible
eetbaar
to plant a seed
een zaad(je) planten
in bulk
an masse
en grow
an vrac
flat
plat(masculine), plate
the runner is exhausted
de hardloper is uitgeput
to flow
to overflow
the flow
stromen
overstromen
de stroming
to swallow
to sip
slikken
nippen
in relation to
to involve (in)
relative (ly)
in verhouding tot
verwikkelen, wickelen in, betrekken bij
betrekkelijk
field, subject area
field (general)
vak
veld
tool
mechanics (field of study)
werktuig
werktuigkunde, mechanica
stand out among….
to stick out
to stick out in a crowd
opvallen onder
uitsteken
hij steekt uit in een menigte
circle
friends in high circles
cirkel, kring
vrienden in hoge kringen
to touch
aanraken
climb n
to climb (scale)
to climb, to rise
a steep climb
klim
klimmen
stijgen
een steile klim
to the top
naar de top
wrestling
worstelling
contrast (noun)
to contrast
in contrast to
contrast
contrasteren
In contrast met
(German: “im Gegensatz zu”)
just
juist, gewoon, net, alleen maar
It’s not JUST a NET. It’s a global communication system.
Allen maar
work
employer
employee
to hire
to fire
to fire the employee
werk, arbeid
werkgever
werknemer
huren
afvuren
om de werknemer te ontslaan
to limit
limiteren
beperken
begrenzen
safe, safely
sure (certainly)
veilig
zeker
relations
relaties, betrekkingen
to inform
inlichten
informeren
I was wrong
ik was verkeerd
to happen
the happening
gebeuren
de gebeurtenis
the greatest happening in history
de grootste gebeurtenis in de geschiedenis
outer space
space ship
ruimte
ruimteschip
Glockenspiel
klokkenspel
to accustom oneself to
aan te wennen
only
alleen, slechts, pas
to realize
beseffen
realiseren
until
tot
at least
at least half of them
tenminste, minstens
tenminste de helft van hen
task
to fulfill a task
taak, opgave
een taak te vervullen
in order to reach the top
om de top te bereiken
instead of (in place of)
in plaats van
subject (noun, “topic”)
to subject him to abuse
onderwerp
om hem aan misbruik te onderwerpen
quite
quite the imposter
nogal
nogal een oplichter
“I am QUITE lonely,” said the Dutch bachelor. “I have NO GAL.”
to refuse
weigeren
to believe
geloven
thoroughly
through and through
grondig
door en door
to check
controleren
the Constitution of the United States
de grondwet van de Verenigde Staten
in fact
in feite
aversion
afkeer
to suppose
veronderstellen, aannemen
to mean, signify
beteken
spin, turn, twist
it spun
it turned
draaien, wenden
het draaide
het draaide
to wrestle
wrestler
worstelen
worstelaar
Which WRESTLER has the WORST TALONs? one ringside manicurist asked another.
tie (as in “neck tie”)
das
Is that Ram Dass in a bow TIE?
eyebrow
wenkbrauw
in any case, anyway
in elk geval, in ieder geval
I am afraid that he is right
you are wrong
Ik ben bang dat hij gelijk heeft
je hebt ongelijk
Je bent verkeerd
to wish
wensen
nerves
zenuwen
dove and hawk
duif en havik
awe
ontzag
to cherish
koesteren
Nana CHERISHED the KOESTEREN
sincerity
sincere
oprechtheid
oprecht
partial
gedeeltelijk
high and low
hoog en laag
to behave
zich gedragen
zich houden
to nod
knikken
give up
opgeven
prijsgeven
awe
ontzag
a leftie and a righty
een linkse en een rechtse
the sixties
the seventies
de jaren zestig
de jaren zeventig
to work out (a plan of action, e.g.)
uitwerken
to get ahead of, to outstrip, to outpace
devancer
partial mobilization
gedeeltelijke mobilisatie
ridiculous
belachelijk
“LICK”
we are searching high and low.
We searched
we zoeken hoog en laag.
we zochten
to spread
to widen
to broaden
spread the guilt
verspreiden
verwijden
verbreden
de schuld verspreiden
something like that
iets dergelijks
for example
bijvoorbeeld
the general was an example for his soldiers
de generaal was een voorbeeld voor zijn soldaten
to arch an eyebrow
een wenkbrauw trekken
to pull
to push
trekken
don’t PULL a Star TREK out.
schuiven (G: Schieben)
the judge
to judge
the judge ruled (judged that) the law unconstitutional
de rechter
oordelen
de rechter oordeelde dat de wet ongrondwettig was
to say
to tell
will
we will tell the simple truth
zeggen
vertellen
zullen
we zullen de simpele waarheid vertellen
to lift
heffen (“heft” in English)
to giggle
giechelen
porter
kruier (CRYehr)(CRUEyehr?)
portier (porTIER)
or
of
This OAF or that OAF?
reasonable
a reasonable offer
redelijk
een redelijk bod
to figure out
to fish
fisherman
uitvissen
vissen
visser
dog on the line
hond aan de lijn
a wooden wheel on the wagon
een houten wiel op de wagen
comfortable
comfort
to comfort (console)
behaagelijk, comfortabel
comfort
troosten
to drag
to haul
slepen (G: schlepen)
halen, trekken
to step
stappen
soft
hard (opposite of soft)
hard (difficult)
zacht
hard
zwaar
Absolutely
Absoluut, volstrekt
(wrist)watch, clock
horloge, klok
COLORS
white, black, yellow, green, blue, orange, red, pink
wit, zwart, geel, groen, blauw, oranje, rood, roze
nerve
nervous
nervous wreck
zenuw
nerveus, zenuwachtig
mentaal wrak.
repetition, rehearsal
repetitie, herhaling
fresh
to refresh, to freshen
to freshen (up)
fris, vers
verfrissen, verversen
opfrissen
freeway
snelweg
to cause
veroorzaken
front page
newspaper
paper
de voorpagina
krant
papier
to devote (to), to devote (to)
wijden (aan) German: widmen
to sneak
sluipen
fact
feit
(Fr.: fayt)
to agree
agreement
to be in accord
overeenstemmen, het eens zijn
overeenstemming, akkoord
in akkoord zijn
to smile
to grin
glimlachen
grijnzen
wide, broad
breed
apparently
seemingly
blijkbaar
schijnbaar
honor
honorable
eer
eervol
scarce
schaars
origin
originally
cause
to cause
oorsprong
oorspronkelijk
oorzaak
veroorzaken
including
excluding
inclusief, incluis, inbegrepen
exclusief
driveway
oprit
The Grand Ole OPRIT of the GRAND OLE OPRY
stimulus for the military base
stimulans’ voor de militaire (French pronunciation of the word) basis
the beggar can’t stop begging
de bedelaar (BAYdulahr) kan niet stoppen met bedelen (bAYduhluhn)
to seek
search (noun)
the search for alien life
zoeken
zoektocht
de zoektocht naar buitenaards leven
hedge
fence
haag, heg
hek
chauffeur
to mumble
a curse
chauffeur
mompelneen
een vloek
I shall ignore the car horns
Ik zal de claxons negeren
all quiet along the Potomac
allemaal / alles stil langs de Potomac
drizzle
motregen
argument
argument
for a while
for a time
voor een poosje
voor een tijdje
a while
for a while
poos, tijd
een poos(je)
voor een poos(je)
een tijd lang
a burden
to burden
to relieve
to lighten (one’s load, etc )
last, landing
ontlasten (German: entlasten
verlichten
to judge
judgment
oordelen
het oordeel
I am so relieved!
ik ben zo opgelucht!
angry
anger
boos, nijdig, keaad
toorn, boosheid
althans
at least
AT LEAST we can count on ALT HANS (Old Johnny)
the damned politician
de verdomde politicus (puh-LIH-tih-cuss)
politici (puh-LIH-tih-see)
to guide
a guide
gidsen
een gids
hill
mountain
mountainous
heuvel
berg
bergachtig
to solve the problem
het probleem (op)lossen
for good (forever, etc.)
always
eternal, eternally
voorgoed
altijd, steeds, immer, ooit
eeuwig
uncle and aunt
oom en tante
Uncle OOM is a New Ager.
to inherit
erven
to name
noemen
They date TO NAME Alfred E. NEUMAN as our estate’s executor?
useful
nuttig, bruikbaar
narrow
narrow, small
nauw
smal
attic
solder
There’s a SOLDIER in the ZOLDER with a SOLDER (zing iron)!
to serve
servant
service
slave
slavery
dienen, serveren
knecht, dienaar
dienst, servive
slaaf
slavernij
Bent, tendency, inclination
to incline
to bend
neiging (German: Neigung)
neigen
buigen
target, goal, aim
the arrow struck the target
doel
de pijl raakte het doel
I reached my goal: to speak fluent dutch
Ik heb mijn doel bereikt: vloeiend Nederlands spreken
FLEW-yehnt
fist
wrist
elbow
knee
vuist
pols
elleboog
knie
to blush
to redden, to become red
bloosen
rood worden
to shake one’s head
hoofd schudden
the duck in the pond
de eend in de vijver
as soft as a baby’s cheek
zo zacht als de wang van een baby
cushion, pillow
bed
a bed sheet
blanket
kussen
bed
een laken
deken