Dutch huisart Flashcards
1
Q
gevaarlijk
A
dangeours
2
Q
lichaam
A
body
3
Q
verslaafd
A
addicted
4
Q
bijsluiter
A
prescription
5
Q
verwijsbrief
A
referall (encaminhamento)
6
Q
afdeling
A
department
7
Q
klacht
A
complain
8
Q
aanmelden
A
register
9
Q
behandeling
A
treatment
10
Q
verzekeringsbewijs
A
proof of insurance
11
Q
gaatje
A
hole (carie)
12
Q
opname
A
intake (internado)
13
Q
vanzelf
A
naturally
14
Q
tevreden
A
satisfied
15
Q
doorverwijzen
A
refer (to a specialist)