duits woordenschat trede 6

Question 1

der name

Answer 1

de naam

Question 2

wie ist denn ihr name ?

Answer 2

Wat is uw naam ?

Question 3

der vorname

Answer 3

de voornaam

Question 4

mein vorname ist Elisabeth aber alle nennen mich lisa

Answer 4

mijn voornaam is Elisabeth maar iedereen noemt mij Lisa

Question 5

der nachname

Answer 5

de achternaam

Question 6

buchstabieren sie doch bitte ihren nachnamen

Answer 6

kunt u alstublieft uw achternaam spellen

Question 7

die frau

Answer 7

mevrouw

Question 8

frau van kampen ist verheiratet und hat drei kinder

Answer 8

mevrouw van kampen is getrouwd en heeft drie kinderen

Question 9

der herr

Answer 9

de meneer

Question 10

Herr Schneider, schön Sie zu sehen

Answer 10

Meneer Schneider, goed om u te zien

Question 11

Das geschlecht

Answer 11

het geslacht

Question 12

Geben Sie hier bitte das Geschlecht an: weiblich oder männlich

Answer 12

vermeld hier alstublieft het geslacht: vrouwelijk of mannelijk

Question 13

geschieden

Answer 13

gescheiden

Question 14

Seit ich geschienden bin, trage ich wieder meinen Mädchennamen

Answer 14

Sinds ik gescheiden ben, draag ik weer mijn meisjesnaam

Question 15

alleinstehend

Answer 15

alleenstaand

Question 16

Die Frau ist alleinstehend,sie lebt allein

Answer 16

De vrouw is alleenstaand

Question 17

der witwer

Answer 17

de weduwnaar

Question 18

Er wurde früh witwer, seine Frau starb sehr jung.

Answer 18

Hij is vroeg weduwnaar geworden, zijn vrouw is heel jong overleden.

Question 19

die witwe

Answer 19

de weduwe

Question 20

Sie Wurde früh witwe , ihr mann starb sehr jung.

Answer 20

Zij is vroeg weduwe geworden , haar man is heel jong overleden.

Question 21

alt

Answer 21

oud

Question 22

Wie alt sind Sie ? Ich bin 46 jahre alt,

Answer 22

Hoe oud bent u ? Ik ben 46 jaar oud.

Question 23

das alter

Answer 23

de leefdtijd

Question 24

Bis ins hohe alter fuhr er auto

Answer 24

tot op hoge leefdtijd reed hij met de auto

Question 25

das geburtsdatum

Answer 25

de geboortedatum

Question 26

ihr geburtsdatum ist der 5. Juni 1978

Answer 26

haar geboortedatum is 5 juni 1978

Question 27

wohnen

Answer 27

wonen

Question 28

er wohnt in mannheim bei verwandten

Answer 28

hij woont bij familie in mannheim

Question 29

die adresse

Answer 29

het adres

Question 30

meine adresse lautet goethestr. 73,10623 berlin

Answer 30

Mijn adres is Goethhestr. 73, 10623 Berlijn

Question 31

Die Straße

Answer 31

de straat

Question 32

die Hausnummer

Answer 32

het huisnummer

Question 33

Bitte bei der Adresse die Hausnummern nicht vergessen

Answer 33

Vergeet niet het huis nummer bij het adres te vermelden

Question 34

der geburtsort

Answer 34

de geboorteplaats

Question 35

Sie ist in Deutschland geboren ihr Geburtsort ist München

Answer 35

Zij is in Duitsland geboren, haar geboorteplaats is München

Question 36

die staatsangehörigkeit

Answer 36

de nationaliteit

Question 37

Suna besitzt die deutsche Staatsangehörigkeit

Answer 37

Suna heeft de Duitse nationaliteit

Question 38

die Familie

Answer 38

de familie

Question 39

Ich wohne mit meiner Familie in Hamburg

Answer 39

Ik woon samen met mijn familie in Hamburg

Question 40

die/der verwandte

Answer 40

het familielid

Question 41

Sie laden zu ihrer Hochzeit alle Verwandten ein

Answer 41

Voor hun bruiloft nodigen ze alle familieleden uit

Question 42

der vater

Answer 42

de vader

Question 43

André ist vater geworden

Answer 43

André is vader geworden

Question 44

die mutter

Answer 44

de moeder

Question 45

Kerstins mutter arbeitet als Sekretärin

Answer 45

De moeder Kerstin is secretresse

Question 46

die eltern

Answer 46

de ouders

Question 47

Isa besucht ihre Eltern am Wochenende

Answer 47

In het weekend gaat Isa op bezoek bij haar oudeers

Question 48

das kind

Answer 48

het kind

Question 49

Die Scheiders haben zwei kinder:ein Mädchen und einen Jungen

Answer 49

De Schneiders hebben twee kinderen: een meisje en een jongen