duits-taaldorp D Flashcards
is er hier een café/restaurant/hotel in de buurt
gibt es hier in der Nähe eine kneipe/ein restaurant/ein hotel
wat eet jij graag
was isst du gern
ik eet graag pizza/frietjes
ich esse gern pizza/pommes
heb jij honger/dorst
hast du hunger/durst
wil jij/wilt u wat eten of drinken
möchtest du/möchten sie etwas essen order trinken
ben ik aan de beurt
bin ich an der reihe
is deze plaats nog vrij
ist dieser platz noch frei
hoelaat serveert u het ontbijt
wie spät servieren sie das früstück
lust jij ook…
magst du auch…
ober, kunt u mij de menukaart brengen astjeblieft
herr ober, bringen sie mir bitte die speisekarte
kan ik alvast iets te drinken bestellen
kann ich schon etwas zum trinken bestellen
als voorgerecht neem ik een soep en als hoofdgerecht een schnitzel
als vorspeise nehme ich ene suppe und als hauptgericht einen schnitzel
de soep is helaas te heet/koud
die suppe ist leider zu heiß/kalt
ober, de mayonaise ontbreekt
herr ober, die mayonnaise fehlt leider
kunnen wij ook nog wat groente krijgen
können wir noch etwas gemüse/salat bekommen